4 september 2021 – De mensenrechtensituatie in Iran blijft uiterst zorgwekkend, en er worden geen noemenswaardige inspanningen verricht om de naleving van internationale mensenrechtenwetten te verbeteren, aldus een nieuw rapport van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Antonio Guterres, voor de 76e zitting van de Algemene Vergadering van de VN.

In zijn rapport uit Guterres zijn bezorgdheid over de ‘belemmeringen voor de rechtsstaat en de zwakke regelgeving inzake justitie en aansprakelijkheid’, waardoor functionarissen van het regime betrokken bij rechtenschendingen ongestraft blijven, hetgeen zich vertaalt in voortdurende vervolging, veroordeling en executie van mensenrechtenverdedigers, dissidenten en leden van minderheidsgroeperingen.

‘De Islamitische Republiek Iran voert nog steeds het hoogste aantal doodstraffenter wereld uit,” aldus het rapport. Het vermeldt ook minstens 108 gedocumenteerde executies tussen januari en juni 2021.

Onder de geëxecuteerden bevinden zich Beloetsjen en leden van andere – Koerdische en Arabische – minderheidsgroepen, en nog veel meer gevangenen zijn ter dood veroordeeld op beschuldiging van moharebeh (vijandschap tegen God) en vage staatsveiligheidsaanklachten die het regime vaak gebruikt tegen minderheden en dissidenten.

De secretaris-generaal van de VN sprak tevens zijn bezorgdheid uit over het gebruik van de doodstraf tegen demonstranten in 2020, waaronder bijvoorbeeld de executie van worstelkampioen Navid Afkari en Mostafa Salehi, gearresteerd vanwege hun deelname aan protesten tegen het regime. Ook andere gearresteerde demonstranten staat de doodstraf te wachten, ondanks wijdverbreide internationale oproepen aan het regime om hun doodvonnissen in te trekken en de executies te staken.

Alarmerend is ook het voortduren van de executies van jeugdige delinquenten, waaronder ten minste vier in 2020. ‘De uitvoering van de doodstraf bij minderjarige delinquenten is een grove schending van het internationaal recht,’ aldus het rapport van de secretaris-generaal.

Het rapport bevat verslagen van slechte omstandigheden in de Iraanse gevangenissen, hardhandig en wreedaardig optreden tegen vreedzame protesten, en een corrupt rechtssysteem dat de autoriteiten straffeloosheid verleent en dissidenten en activisten elk recht ontzegt.

‘Uit verslagen blijkt dat de rechterlijke macht geen onafhankelijke rol weet te vervullen, en dat mensenrechtenschendingen en misdaad onderdeel lijken van een beleid om vermeende of werkelijke politieke oppositie te ontmoedigen en te smoren,’ aldus het rapport.

Politieke gevangenen worden in de Iraanse gevangenissen bijzonder hardvochtig behandeld.

In het rapport van de secretaris-generaal: ‘Sommige politieke gevangenen zitten al jaren gevangen zonder een enkele dag verlof. Maryam Akbari Monfared, veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf voor haar deelname aan de protesten in 2009, zit al 12 jaar opgesloten. De hardvochtigheid van haar omstandigheden nam toe nadat zij een formele klacht had ingediend om een officieel onderzoek te eisen naar de executies van politieke gevangenen, waaronder haar broers en zussen, in 1988.’

Het rapport van de secretaris-generaal van de VN verschijnt tegelijk met een rapport van de VN-werkgroep inzake Gedwongen en Onvrijwillige Verdwijningen, waarin bezorgdheid wordt geuit over de voortdurende ontkenning en verdoezeling van de massamoord op politieke gevangenen in 1988.

‘De werkgroep herhaalt haar bezorgdheid over de voortdurende verhulling van de graven van de mensen die in het hele land onder dwang zijn verdwenen en naar verluidt ter dood zijn gebracht tussen juli en september 1988,’ luidt de gedeeltelijke tekst van het rapport. ‘De werkgroep wijst er nogmaals op dat een gedwongen verdwijning voortduurt totdat het lot en de verblijfplaats van de betrokken personen zijn vastgesteld en sluit zich aan bij de oproep tot een internationaal onderzoek naar deze zaak.’Report of UN Secretary-General – Situation of human rights in the Islamic Republic of Iran A76268