Toen Atena Daemi in Iran opgroeide en een school bezocht in een religieus-conservatieve buurt in het zuiden van Teheran, viel het haar op dat vrouwen, op vele manieren, anders werden behandeld dan mannen. Meisjes moesten bijna iedere centimeter van hun lichaam bedekken en hun activiteiten beperken, terwijl mannen ieder soort kleding konden dragen en alles deden wat zij wilden.

“Later… realiseerde ik me dat, als ik iets moest doen in het huishouden, of wanneer ik mij beriep op mijn natuurlijke rechten, ik in zekere zin vocht voor mijn rechten als vrouw “Dat is waarom ik en veel andere vrouwen deze weg insloegen: protesteren en stelling nemen tegen de discriminatie.” De situatie in de Islamitische Republiek ter sprake brengen, het zich vreedzaam inzetten voor activiteiten over velerlei zaken, zoals kinder- en vrouwenrechten, maar ook tegen de doodstraf. Daemi werd gevangen gezet als twintiger op een opgeschroefde beschuldiging van het in gevaar brengen van de nationale veiligheid.
Ze bracht zes en een half jaar door in drie gevangenissen, verspreid over het land, waar ze psychisch werd gemarteld, geslagen, medische zorg werd onthouden en mishandeld. Toch heeft ze, sinds ze in vrijheid werd gesteld in januari 2022, geweigerd om zich, zoals de staat het wil, terug te trekken in een verborgen, ondergeschikte, huiselijke rol, maar heeft zich uitgesproken over de rechten van gevangenen en de onmenselijke praktijk van het kinderhuwelijk.

“Ik bracht zeven jaar van mijn leven door in de gevangenis. Mijn familie werd heel veel leed aangedaan. Ze werden bedreigd en aangevallen,” zei ze in het interview, (dat hierna wordt weergegeven, geredigeerd op duidelijkheid en in lengte). “Niettemin, ik moet niet praten over mijn eigen moeilijkheden, maar ik moet de stem vertolken van andere gevangenen, nu ik eruit ben.”
De belangrijkste kwesties, die mij op de weg van het activisme hebben geleid, waren de beperkingen, opgelegd aan vrouwen en meisjes, van de werkplek tot in huis. Toen ik 14 of 15 was, begreep ik niet dat de zaken, die mij bezig hielden, op het gebied van de mensenrechten lagen, specifiek op het terrein van de vrouwenrechten. De gehanteerde aanpak van deze kwesties met de bijbehorende beperkingen leken mij niet standaard. Zo raakte ik betrokken bij burgerrechten activiteiten.

Later, toen ik dieper bij de zaak betrokken raakte, realiseerde ik me bijvoorbeeld, dat als ik iets in het huishouden deed, wat niet mocht, of wanneer ik op mijn natuurlijke rechten stond, ik vocht mijn rechten als vrouw. Dat is waarom ik en vele anderen deze route kozen: protesteren en uiting geven aan ons verzet tegen discriminatie.

Als vrouwen zich buitenshuis ophouden, zoals op school of op hun werk, dan merken ze dat deze beperkingen niet persoonlijk zijn bedoeld, maar zich richten op de vrouw in het algemeen. Bijvoorbeeld, ik hoorde van vriendinnen op de middelbare school, dat ze moesten gaan trouwen, niettegenstaande hun jonge leeftijd. Ze kregen problemen met hun studie en verlieten de opleiding. Toen ik getuige van deze dingen was, zag ik een gemeenschappelijk lijden; een maatschappelijk probleem. Het was niet op een persoon gericht, het ging ons allen aan.

Anderzijds was er een twistpunt in de familie over intolerantie. Ik werd opgevoed in een buurt aan de zuidkant van Teheran. Op onze school was er een religieus klimaat en veel dingen zoals het dragen van een chador en gebeden, waren verplicht. Door de ervaring met deze dingen realiseerde ik me dat de beperkingen niet alleen mij werden opgelegd, maar aan alle meiden.

Later op mijn werkplek, kwam ik in aanraking met andere vormen van discriminatie en beperkingen opgelegd aan vrouwen, die ook wezen op een wijdverspreide ongelijkheid. De op gender gebaseerde drempel op de werkplek, die aanleiding geeft tot de discriminatie van vrouwen, maakte mij het duidelijk hoe verreikend dit probleem is.

Het getuige zijn van die verschillende vormen van discriminatie en ongelijkheid leidt langzamerhand tot een serie vragen: Waarom zouden vrouwen in Iran aan zoveel onrecht worden blootgesteld? Waarom zouden vrouwen op zoveel manieren worden onderdrukt? Er zijn een aantal mannen, die zich keren tegen de discriminatie van vrouwen, maar zij gaan gewoon door met hun leven, omdat ze denken dat het onrecht “normaal” geworden is.

Allereerst moet ik opmerken dat de strijd van de vrouwen in Iran een lange geschiedenis heeft, meer dan honderd jaar, lang voor de Islamitische Republiek. Vele vrouwen in Iran hebben gestreden voor hun rechten en onze generatie zet alleen maar deze inspanning voort.

De Islamitische Republiek wil vrouwen tot zwijgen brengen door discriminerende en foute wetgeving en door het uitdragen van een patriarchale visie. De gevestigde orde denkt dat het een natuurlijke zaak voor mannen is om politieke actie te voeren en te protesteren, ze tolereert niet dat vrouwen zich op hetzelfde gebied begeven. De staat wil dat de vrouwen thuis blijven, hen gebruiken als goedkope arbeidskrachten, om mannen te dienen. Mannen worden ook niet eerlijk behandeld en ze krijgen langjarige vonnissen opgelegd voor politieke activiteiten. Het is interessant om te zien dat er nauwelijks sprake is van discriminatie bij het opleggen van straffen.

Maar er zijn een aantal verschillen in de manier waarop het establishment omgaat met de veiligheid van vrouwen. Er werd vanuit gegaan dat, door het verschaffen van meer veiligheid en het verhogen van juridische druk, vrouwen hun activistenrol in de gevangenis zouden opgeven en zouden zwijgen. Maar toen ze er achter kwamen dat deze tactiek niet werkte verhoogden ze de druk. Het blijkt dat de druk op vrouwelijke gevangenen groter is dan die op mannen…

Feitelijk ondergingen we in de gevangenis een ruwe behandeling. De autoriteiten vonden het verschrikkelijk dat hun optreden juist een tegengesteld effect veroorzaakte: Vrouwen werden steeds meer betrokken bij politieke en burgerlijke zaken; ze hielden zich niet stil. De staat wil niet dat dit gebeurt. Al jaren hebben de autoriteiten op verschillende manieren geprobeerd om vrouwen te onderdrukken en monddood te maken en nu kunnen ze het niet verkroppen dat hun stem steeds luider klinkt. Daarom worden vrouwen slechter behandeld dan mannen. Vrouwen worden niet alleen in de maatschappij onderdrukt, maar ook in de gevangenis…

Gebaseerd op wat ik heb waargenomen in de afgelopen jaren, waren vrouwen, die zich aansloten bij het burgerrechtenactivisme, meer geïnteresseerd in actie dan in theoretische discussies. Dit is compleet onacceptabel voor de Islamitische Republiek. Wij vrouwen hebben nooit de gelegenheid gehad om onszelf maatschappelijk te manifesteren en we werden gedwongen om ons leven in een gevangenis te slijten, maar we waren vastbesloten onze [burgerrechten] activiteiten voort te zetten.

We stelden ons op het standpunt dat we vrijheid van meningsuiting hebben, we hebben de vrijheid van mening en besloten onze rechten te verdedigen. Als er iets gebeurde in het land voelden we onze verantwoordelijk om te reageren en iets te doen. Bijvoorbeeld, bij vele gelegenheden, zoals de November 2019 protesten, probeerden we een herdenking te houden, of we organiseerden colleges en conferenties binnen de gevangenis om betrokken te blijven en van elkaar te leren.

Echter, het gevangenispersoneel en de veiligheidsagenten stonden dit niet toe. Er werden harde veiligheidsmaatregelen genomen tegen mannen in de gevangenis, maar de ambtenaren dachten dat het makkelijker was om de vrouwen te onderdrukken. Toch, niettegenstaande deze druk gingen de vrouwen door met het uitbrengen van verklaringen en het regelen van vergaderingen. Het gevangenispersoneel kreeg de toestand niet compleet onder controle.

Na de protesten in december 2017 en november 2019, steeg het aantal vrouwelijke gevangenen en de ambtenaren vreesden dat de nieuw-aangekomenen kennis zouden nemen van hun rechten en over de burgerrechtenactiviteiten en zouden deelnemen aan onze protesten Dit resulteerde in grotere druk en veel van ons werden overgeplaatst naar andere gevangenissen…

Het kwam zover dat zodra er een nieuwe gevangene arriveerde en naast ons zat, at, boeken las en met ons sprak, de undercover veiligheidsagent, [die ons moest bespioneren] snel de wacht in de gevangenis waarschuwde en de nieuwe gevangene werd naar het kantoor geroepen, verhoord en gewaarschuwd dat zij niet moest eten met die-en-die gevangene…

De autoriteiten hielden niet op om ons valselijk te beschuldigen; dat we steun kregen vanuit het buitenland of dat we behoorden tot een bepaalde politieke groepering, dit om de andere gevangenen af te schrikken en ver van ons te houden. De autoriteiten wilden niet dat we bijeen kwamen of van elkaar leerden en onze ervaringen deelden.

Op een keer was een van de gevangenen ingeroosterd voor een verhoor. Voor haar afspraak overlegden we met elkaar en ik legde haar de zaken uit over rechten van een gevangene, die ik had geleerd… Ik dacht dat het haar zou helpen hoe te reageren op vragen en aanklachten van haar ondervrager. Toen ze terugkwam van haar verhoor zei ze dat haar ondervrager haar had gevraagd of ik haar les had gegeven.

Dit soort gedrag van de gevangenisautoriteit was erop gericht om onenigheid en verdeeldheid tussen de gevangenen te zaaien, om onze bijeenkomsten en vriendenkringen te onderbreken. Toen zij erachter kwamen dat dit geen succes had en dat al hun druk, pesterijen en bedreigingen onze bijeenkomsten alleen maar versterkten en vermeerderden, zetten ze hun laatste truc in en dat was ons over te plaatsen naar verschillende gevangenissen over het land, zodat de kerngroep, die we hadden gevormd binnen de Vrouwen Afdeling van de Evin gevangenis uiteenviel.

Ik moet zeggen dat mijn overplaatsing naar een andere gevangenis in zekere zin een goede ervaring was. Ik kreeg een breder beeld van vrouwelijke gevangenen en hun zorgen. Ik kreeg de gelegenheid om meer vrouwen in de gevangenis te ontmoeten en probeerde hen bewust te maken van hun rechten.

Veel mensen denken dat het geen verschil maakt in welke gevangenis je zit. Maar gevangenen en hun families lijden. Gevangenen lijden er ook onder als ze worden gescheiden van hun celgenoten, waarmee ze voor een lange tijd een ruimte deelden. Ik werd plotseling overgeplaatst naar een nieuwe gevangenis en kreeg andere celgenoten. Het was erg moeilijk.

Tweemaal werd ik overgeplaatst. Eenmaal in 2017 werd ik overgeplaatst [van de Evin gevangenis] naar de Gharchak gevangenis. Toentertijd loog het gevangenispersoneel mij en Golrokh Iraee [mede politieke gevangene] voor. Ze vertelden ons dat we een deskundige zouden ontmoeten, die onze zaak wilde bespreken. Maar we verzetten ons en weigerden onze cel te verlaten, tenslotte deden ze ons de handboeien om en brachten ons direct naar blok 2-A de van de IRGC en zeiden dat we zouden worden verhoord. We wachtten daar vier uur en toen stopten ze ons in een auto en zeiden dat we naar het gerechtshof gingen, dat in werkelijk zo dichtbij was, dat we helemaal er niet naar toe hoefden te rijden. Toen begrepen we dat we werden overgeplaatst naar de Gharchak gevangenis.

We hadden geen persoonlijke bezittingen bij ons, zoals medicijnen, kleren, boeken, bank- of telefoonkaarten… Waarom werden we voorgelogen? Waarom lieten ze ons geen rechterlijk bevel zien of waarom gaven ze ons geen uitleg over hun handelwijze?
Nadat we in de gevangenis in Gharchak waren aangekomen, veranderde onze mening over gevangenen, die verschrikkelijke dingen hadden gedaan, compleet. Toen we celgenoten waren geworden, ontdekten we zelfs menselijkheid in hen, die een zeer wrede misdaad hadden begaan. We zagen hoe ze opbloeiden onder de juiste omstandigheden.

Als je in een nieuwe gevangenis komt, wordt je geconfronteerd met verschillende zaken en problemen, die je één voor één moet aanpakken. Je moet een plan maken, nieuw gereedschap zien te krijgen en nieuwe vrienden zoeken. Je moet er achter komen wat er in de gevangenis mis is en erover nadenken … hoe de omstandigheden te verbeteren. Daarna moet je je toestand uitleggen aan je familie en hen uitleggen hoe ermee om te gaan… We zouden proberen hen onze situatie uit te leggen, zodat zij zich niet te veel zorgen zouden maken. Maar tegelijkertijd moesten ze een heel eind reizen om me te bezoeken en hoe te handelen met het gevangenispersoneel.

Mijn tweede overplaatsing was naar de Lakan Gevangenis, maart 2021, vier dagen voor het einde van het [Iraanse] jaar. Het verschil was deze keer, dat ik al wist van mijn overplaatsing, zodat ik al mijn bezittingen bij elkaar had en klaar was om te gaan. De autoriteiten hadden mij en een paar anderen gezegd dat we ergens anders naar toe gingen. Toch was dit een moeilijke tijd in onze gevangenschap, we kregen scheidingsangst bij de gedachte dat we onze celgenoten elk moment konden verlaten. We zagen de droefheid op hun gezicht ook …

Toen ik in de gevangenis arriveerde had ik er geen idee van wat me te wachten stond. Alweer was ik in een nieuwe situatie terechtgekomen, waaraan ik moest wennen en die ik aan mijn familie moest uitleggen. Alweer moest ik afrekenen met nieuwe zaken en problemen in mijn (gevangenis) leven vanaf een nieuw begin..

Dan was er de kwestie van het leren kennen van je medegevangenen in de nieuwe gevangenis… Als je je in een blok bevindt met politieke gevangenen is het makkelijk om lotgenoten te vinden om mee om te gaan en mee te praten. Meestal kennen die hun rechten. Ze weten dat ze gevangen zijn gezet, omdat ze een bewuste beslissing hebben genomen om te protesteren tegen discriminatie. Maar als je in een algemene afdeling zit, zijn de omstandigheden totaal anders. Je ontmoet veel gevangenen die achter de tralies zijn gezet zonder dat zij weten waarvoor. De ervaring met zulke celgenoten leverde mij veel begrip op over hun zaken.. met daarbij de verborgen lagen van discriminatie in hun leven.

In deze periode werden veel van de gevangenen zich bewust van de politieke toestand in het land. Ze werden geïnformeerd over het bestaan van de protesten en over de oppositie. Dit werd belangrijk voor hen en zij gingen de gebeurtenissen volgen. In het verleden kwamen gevangenisambtenaren, spraken hen toe en vertrokken. Maar nu durfden veel gevangenen vragen te stellen over hun problemen en hoe ze werden behandeld.

Het lag voor de hand dat ik hierover een goed gevoel overhield, maar de ambtenaren waren hier helemaal niet gelukkig mee. Het kwam er in feite op neer dat het plan van de Islamitische Republiek om de vrouwelijke politieke gevangenen in de Evin gevangenis over het land te spreiden, mislukte, omdat zij zich reorganiseerden in de gevangenissen waar zij naar toe waren overgeplaatst.

Binnen de Gharchak gevangenis waren we zeer beperkt. Het werd ons niet toegestaan om met elkaar om te gaan en er kon niet veel met andere gevangenen worden gesproken …

De toestand in de gevangenis van Lakan was anders. Vanwege de kleinere ruimte konden de autoriteiten de gevangenen niet scheiden. Ik probeerde op allerlei manieren contact te zoeken met andere gevangenen. Ik was in de gelegenheid om met hen samen te komen. Deze gevangenen waren opgesloten om verschillende redenen, van moord tot diefstal en [buitenechtelijke] relaties. Ik sprak met hen allemaal en stelde hen een serie vragen.

Wat naar boven kwam was dat, zonder te letten op hun misdaad, allen slachtoffer waren van een kinderhuwelijk. Zo’n 90% van de vrouwen, die in de Lakan gevangenis waren beland, waren of gescheiden, of hadden een relatie buiten hun huwelijk en hadden hun echtgenoot gedood.

Ik vond het erg vreemd dat in zo’n kleine gevangenis als Lakan, met maximaal 120 vrouwelijke gevangenen, een hoog percentage van hen een moord had begaan. Ik ging hierdoor meer aandacht besteden aan het feit dat zoveel moorden werden begaan door vrouwen in een klein provinciestadje. De meeste van hen hadden hun echtgenoot gedood. Als ik met hen sprak probeerde ik te ontdekken wat de belangrijkste geheimen in hun leven waren, hoe de omstandigheden waren in hun ouderlijk huis en hoe zij waren behandeld als zijn hun eerste menstruatie hadden gekregen.

Door deze gesprekken kwam ik tot de conclusie dat de oorzaak van hun huidige situatie vaak was te vinden in de dominantie van patriarchale uitgangspunten in gezin en maatschappij. Bijvoorbeeld veel van hen waren getrouwd op jonge leeftijd. omdat meisjes als een financiële last worden beschouwd. Veel van hen waren gedwongen te trouwen, in de leeftijd van 10 tot 16 jaar, met mannen die ze niet eens kenden. Na hun trouwen werd hun verboden terug te gaan naar school en konden ze niet meer deelnemen aan het sociale leven.

In het begin dachten ze dat alles okay was, maar toen de jaren verstreken en hun levens begonnen te veranderden, kregen ze te maken met een serie van zaken, die hen ertoe brachten om hun leven te veranderen. Omdat vele van hen geen bevredigende persoonlijke en seksuele relaties hadden met hun echtgenoot, begonnen zij een relatie met een ander, wat er uiteindelijk op uitliep dat zij hun echtgenoot vermoordden. Een aantal van de vroegere kind-bruiden waren van hun echtgenoot gescheiden, maar omdat ze geen voldoende steun kregen, waren ze vervallen in een leven van misdaad, diefstal en verslaafd aan drugs.
Toen ik deze omstandigheden onderzocht, begreep ik dat dit alles zijn oorzaak had in het kinderhuwelijk. De kinderen van deze vrouwen waren ook slachtoffers van een kinderhuwelijk.

Een van de gevangenen moest op jonge leeftijd trouwen met een jongen die net zo oud was als zij zelf. Na een paar jaar begon haar echtgenoot een relatie met een andere vrouw. En zijn vrouw vermoorde hem uit woede. Dit laat zien dat een kinderhuwelijk veel slachtoffers eist en vele levens verwoest.

Naast deze zaak besteedde ik aandacht aan het in kaart brengen van de doodsstraf en qisas (het oog-om-oog principe, vergelding in de vorm van een wettige straf). Wanneer er een actie voor het inzamelen van geld werd gehouden, om iemand te redden van een terechtstelling door het betalen van “bloedgeld” aan de familie van het slachtoffer, hoorde ik vaak dat een aantal mensen niet wilden bijdragen omdat de moordenaar een vrouw was, die haar echtgenoot had omgebracht. Dat bedroeft mij zeer. Ik ontmoette deze vrouwen in de gevangenis, sprak met hen en ik wist dat niemand op de hoogte was van de problemen in hun leven. Ze waren verlaten, wachtend tot ze werden opgehangen als “eerwraak.” Het is verschrikkelijk.

Ik wil de zienswijzen over vrouwelijke gevangenen zo veel als ik kan veranderen. Ik wil niemand vrijpleiten van haar misdaad, zeker niet als het gaat om ontnemen van iemands leven, maar als er een probleem is dat slachtoffers maakt door het gehele land, dan moeten we de zaak eens wat dieper bekijken. Gebaseerd op wat ik hoorde van vrienden is de toestand in andere gevangenissen hetzelfde. Dus als de toestand zo wijdverspreid is moeten we wat verder kijken dan de wet van de eerwraak.
Eerwraak is gekoppeld aan een serie van hardnekkige problemen en discriminatie, waarmee vrouwen in de maatschappij hebben te maken, net zo als het algemeen voorkomend kinderhuwelijk, de beperkingen opgelegd aan vrouwen, die willen scheiden en het gebrek aan steun voor hen, die door de maatschappij worden geschuwd vanwege hun scheiding.
Ontegenzeggelijk is er nu publiekelijk meer informatie over het lot van politieke gevangenen en gewetensbezwaarden dan vroeger. Ik hoorde hiervan toen ik in de gevangenis verbleef. Vroeger, als we de stem van de gevangene wilden vertolken, waren er een boel obstakels te overwinnen en was het moeilijk. Nu kan het erg gemakkelijk en effectief worden gedaan via het internet…

Een andere belangrijke kwestie is dat we de namen van politieke gevangenen meer horen dan die van gewone gevangenen. Er is een drempel voor zaken die publieke aandacht wordt gegund… Politieke gevangenen krijgen meer aandacht dan gewone gevangenen, die een grote groep van mensen representeren, aan wie geen aandacht wordt besteed.
Als een gespreide groep van politieke gevangenen hebben we altijd geprobeerd om het [Iraanse] volk als geheel te vertegenwoordigen. Daarom, denk ik, dat we zouden moeten spreken over en vechten voor de rechten van alle gevangenen.

Ik werd in de gevangenis gezet niet voor een misdaad, maar omdat ik protesteerde tegen de doodsstraf en het oog-om-oog (qisas) principe en voor het vechten voor vrouwen- en kinderrechten. Nu dat ik getuige geweest ben van problemen en zaken in een kleine gevangenisgemeenschap, ben ik ervan overtuigd dat het delen van mijn ervaringen kan helpen bij het rechtzetten van onrecht tegen gevangenen. Het is erg belangrijk om gevangeniservaring te delen.

Ik zie de beweging voor “het zoeken naar gerechtigheid” niet alleen als een reactie op de dood van een geliefde. Ik geloof dat het bespreken van alle vormen van lijden, veroorzaakt door de staat tegen zijn burgers, ook een weg is naar gerechtigheid. Het is erg belangrijk dat dit gebeurt, omdat we moeten begrijpen dat de Islamitische Republiek niet alleen verantwoordelijk is voor het doden van mensen gedurende de protesten van december 2017 of november 2019. De Islamitische Republiek heeft mensen gedood op verschillende manieren, door wetten, politiek en culturele dominantie. Het verwoest levens op allerlei manieren.
Veel van de crises veroorzaakt door de Islamitische Republiek in de laatste 40 jaar zullen niet verdwijnen door een oppervlakkige verandering van het politieke systeem. Voor de toekomst is het vooral belangrijk dat we de wortels van de problemen vinden en nauwkeurig bestuderen, zodat we samen de wonden kunnen helen, die door de Islamitische Republiek zijn veroorzaakt.