25 juni 2023 – In een nieuw rapport van de Verenigde Naties worden de ernstigste mensenrechtenschendingen door het regime in Teheran aan de kaak gesteld: Recordaantallen executies, arrestaties van duizenden kinderen, het doden van demonstranten en martelingen in gevangenissen.

Tijdens de huidige zitting van de VN-Mensenrechtenraad in Genève presenteerde Nada Al-Nashif (foto), de plaatsvervangend Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, op 21 juni het nieuwe rapport van de secretaris-generaal van de VN over de mensenrechtensituatie in Iran. Het rapport, dat betrekking heeft op de periode van 1 augustus 2022 tot 15 april 2023, documenteert toenemende mensenrechtenschendingen door het regime in Teheran.

Het rapport richt zich op de ontwikkelingen sinds het begin van de landelijke protesten na de dood van de 22-jarige Jina Mahsa Amini op 16 september 2022. De protestdemonstraties, die plaatsvonden in alle 31 provincies van het land, brachten al lang bestaande grieven aan het licht, waaronder discriminatie van vrouwen en meisjes en minderheden.

Volgens het rapport gebruikten de strijdkrachten van het regime onevenredig geweld in verband met de demonstraties, wat resulteerde in de dood en verwonding van demonstranten. Het aantal willekeurige detenties van demonstranten, activisten, mensenrechtenactivisten en advocaten is tijdens de verslagperiode aanzienlijk toegenomen.
In het rapport spreekt de secretaris-generaal van de VN zijn bezorgdheid uit over de talrijke arrestaties en opsluitingen sinds het begin van de protesten. Volgens de beschikbare informatie werden naar schatting 20.000 mensen gearresteerd omdat ze de protesten steunden of eraan deelnamen.

Duizenden kinderen gearresteerd

Zoals Nada Al-Nashif in Genève uitlegde, waren er duizenden kinderen onder de gearresteerden. Tijdens de verslagperiode werden minstens 44 kinderen, waaronder tien meisjes, gedood door veiligheidstroepen. Alleen al in de provincie Sistan Beloetsjistan werden minstens tien kinderen gedood. Er zijn talrijke beschuldigingen dat veiligheidstroepen gedetineerden martelden om bekentenissen af te dwingen. Er zijn ook meldingen van seksueel en gendergerelateerd geweld tegen gedetineerde vrouwen, mannen en kinderen. De detentieomstandigheden in Iran, waaronder het onthouden van medische zorg, slechte hygiënische omstandigheden, vervuild drinkwater en overbevolking, blijven zorgwekkend

Volgens het VN-rapport zijn de maatregelen van de overheid om de sluierplicht af te dwingen strenger geworden en worden er zwaardere straffen opgelegd, met een aanzienlijke impact op het dagelijks leven van vrouwen en meisjes. Vrouwen die ongesluierd zijn of de sluierplicht actief betwisten, worden vervolgd en gestraft met behulp van gezichtsherkenningstechnologie. In het parlement wordt gedebatteerd over nieuwe strafwetten die gevangenisstraf, geseling en andere straffen mogelijk maken voor het niet naleven van de sluierplicht.

582 mensen geëxecuteerd

Voorts wordt in het verslag met grote bezorgdheid opgemerkt dat tijdens de verslagperiode een groot aantal doodvonnissen is uitgesproken en terechtstellingen zijn uitgevoerd. In 2022 werden in Iran 582 mensen geëxecuteerd. Dit is een stijging van 75 procent ten opzichte van 2021, toen 333 mensen werden geëxecuteerd. Onder de geëxecuteerden in 2022 waren drie kinderen.

Tijdens de verslagperiode werden vier mensen geëxecuteerd vanwege hun betrokkenheid bij de landelijke protesten, waardoor grote bezorgdheid ontstond over de rechtsstaat en de eerlijkheid van de processen tegen demonstranten. Veel van de processen waren gebaseerd op bekentenissen die onder dwang waren verkregen, waaronder marteling. Sinds de executie van de vier mensen zijn nog eens 19 mensen ter dood veroordeeld in verband met de protesten. Zij lopen het risico geëxecuteerd te worden.

De plaatsvervangende VN-mensenrechtenchef betreurde het dat op 19 mei 2023 nog drie demonstranten in Iran zijn geëxecuteerd. Samenvattend zei ze: “Over het algemeen toont het rapport een verslechterende mensenrechtensituatie in Iran, gekoppeld aan het chronische gebrek aan zinvolle en effectieve mogelijkheden voor de bevolking om grieven te uiten of verhaal te halen.”