2 september 2023 – Javad Rouhi zat gevangen in Noord-Iran voor zijn betrokkenheid bij de burgerprotesten tegen de dictatuur. Hij stierf als gevolg van brute marteling. In Iran wordt niemand verantwoordelijk gehouden voor het doden van gevangenen.
De 35-jarige Iraanse burgerrechtenactivist Javad Rouhi (foto), die gevangen zat in de centrale gevangenis van de Noord-Iraanse stad Noshahr, stierf op 31 augustus onder onopgehelderde omstandigheden.
Javad Rouhi zat sinds 22 september 2022 gevangen voor zijn betrokkenheid bij de burgerprotesten tegen de dictatuur. In december 2022 werd hij door een rechtbank van het regime in een oneerlijk proces ter dood veroordeeld wegens vermeende “staatsvijandige activiteiten en opruiing”. Het proces duurde minder dan een uur. Bij gebrek aan bewijs baseerde de rechtbank zich op de “bekentenis” van de beklaagde die onder foltering was verkregen.
Volgens mensenrechtenactivisten werd Javad Rouhi brutaal gemarteld om deze bekentenis af te dwingen. Hij werd wekenlang geïsoleerd vastgehouden en onderworpen aan bevriezing, geseling, elektrische schokken, verkrachtingen en doodsbedreigingen onder bedreiging met een wapen. Als gevolg van de martelingen leed Javad Rouhi aan schouderverwondingen, ernstige rug- en heuppijn, urine-incontinentie, spijsverteringsproblemen en mobiliteits- en spraakstoornissen. De gevangene kreeg geen noodzakelijke medische zorg.
Na internationale protesten werd het doodvonnis tegen Javad Rouhi in mei 2023 opgeheven. Hij bleef echter gevangen.
Mensenrechtengroeperingen wijzen erop dat politieke gevangenen herhaaldelijk sterven in de gevangenissen van het regime in Teheran nadat ze zijn onderworpen aan wrede martelingen of gewelddadige aanvallen door gevangenisbewakers. Gewonde of zieke gevangenen krijgen geen noodzakelijke medische zorg, waardoor nog meer doden vallen. Onafhankelijke lijkschouwingen zijn niet toegestaan. Deze moorden worden systematisch in de doofpot gestopt. Familieleden van de slachtoffers worden onderworpen aan represailles en intimidatie.
Gevallen van marteling en moord in gevangenissen worden in Iran niet onderzocht of bestraft. Niemand wordt verantwoordelijk gehouden voor het doden van gevangenen. Daarom moet de internationale gemeenschap de ernstige mensenrechtenschendingen waaraan gevangenen in Iran worden onderworpen onderzoeken en de verantwoordelijken vervolgen in overeenstemming met het beginsel van universele gerechtigheid.