27 juli 2024 – Verschillende mensenrechtenorganisaties roepen op tot opheffing van de gevangenisstraffen en de onmiddellijke vrijlating van de gevangengenomen activisten. De vrouwen werden de laatste keer dat ze werden gearresteerd gemarteld en bedreigd met verkrachting en moord.
In de tweede week van juli werden acht vrouwenrechtenactivisten gearresteerd in de Noord-Iraanse provincie Gilan en overgebracht naar de Lakan-gevangenis in de provinciehoofdstad Rasht. Ze moeten daar lange gevangenisstraffen uitzitten, waartoe ze uitsluitend zijn veroordeeld vanwege hun inzet voor vrouwenrechten en hun protest tegen de verplichte sluier. De activisten hebben onder meer humanitaire hulpprojecten en educatief werk uitgevoerd voor vrouwen en kinderen die in Gilan in armoede leven.
Shiva Shahsiah, Jelveh Javaheri, Negin Rezaei, Forough Samii Nia, Azadeh Chavoshian, Matin Yazdani en de zussen Zohreh en Zahra Dadras werden voor het eerst gearresteerd in augustus 2023 na invallen in hun huizen. Vervolgens werden ze enkele weken in eenzame opsluiting in de Lakan-gevangenis vastgehouden zonder dat er een mogelijkheid van juridische bijstand werd gegeven. De vrouwen werden vervolgens voorlopig vrijgelaten tegen betaling van een borgtocht.
Zohreh Dadras (links) werd veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf, haar zus Zahra tot zes jaar.
De rechterlijke macht van het regime dient als een instrument van onderdrukking van de machthebbers. Deze rechterlijke macht beschuldigde de activisten ervan de protesten tegen de vrouwenvrijheid te steunen en contacten te hebben met media die kritisch staan tegenover het regime. In mei 2024 werden ze na een willekeurig proces veroordeeld tot lange gevangenisstraffen omdat ze “de staatsveiligheid in gevaar zouden brengen”.
Matin Yazdani (foto) werd ook veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf vanwege haar inzet voor vrouwenrechten. Activisten Shiva Shahsiah, Negin Rezaei, Forough Samii Nia en Azadeh Chavoshian riskeren eveneens zes jaar gevangenisstraf.
Verschillende mensenrechtenorganisaties roepen op tot opheffing van de gevangenisstraffen en de onmiddellijke vrijlating van de gevangengenomen activisten. Mary Lawlor, de speciale VN-rapporteur voor de situatie van mensenrechtenverdedigers, herhaalde deze oproep ook. Ze zei dat ze zich grote zorgen maakte over de aanhoudingen. De vrouwenrechtenactivisten waren tijdens hun vorige gevangenschap al gemarteld en bedreigd met verkrachting en moord.
Om verdere vrijheidsprotesten van vrouwen te voorkomen, gebruikt het regime in Teheran brute repressie. Het regime demonstreert zijn extreme vrouwenhaat door vrouwenrechtenactivisten tot lange gevangenisstraffen te veroordelen. Al in april riep VN-Mensenrechtencommissaris Volker Türk het regime in Teheran op om de onderdrukking van vrouwen te stoppen. Alle vormen van gendergerelateerde discriminatie en geweld moeten worden uitgeroeid, onder meer door het intrekken van onderdrukkende wetten, beleid en praktijken.