16 maart 2025 – VN-Mensenrechtenraad: Een nieuw onderzoeksrapport beschrijft, dat het regime in Teheran misdaden tegen de menselijkheid blijft begaan en roept op tot internationale samenwerking van justitiële autoriteiten om verantwoordelijke functionarissen van het regime, strafrechtelijk rekenschap te laten afleggen.
De door de VN ingestelde, internationale onderzoekscommissie betreffende Iran (Fact-Finding Mission), heeft de VN-Mensenrechtenraad in Geneve op 14 maart een omvangrijk rapport over hun bevindingen voorgelegd. De commissie is samengesteld uit onafhankelijke deskundigen, die het gebruik van geweld door het regime tegen demonstranten, sinds de protesten van 2022, die door de dood van Mahsa Amini teweeggebracht werden, onderzoeken.
De onderzoekscommissie wordt geleid door drie hoog aangeschreven vrouwelijke juristen. Sara Hossain uit Bangladesch, Shaheen Sardar Ali uit Pakistan en Viviana Krsticevic uit Argentinië zijn gekwalificeerde deskundigen op het gebied van mensenrechten, volkerenrecht en adequaat optreden voor internationale gerechtshoven.
Het nieuwe rapport, dat op meer dan 38000 bewijsstukken en 281 getuigenverklaringen is gebaseerd, bevestigt, dat het regime in Teheran, voortdurend de ernstigste mensenrechtenschendingen en misdaden tegen de menselijkheid begaat. In de rapportage wordt vastgesteld, dat het regime systematisch terechtstellingen, dodelijk geweld, marteling en willekeurige arrestaties tegen demonstranten gebruikt en het doden van tegenstanders van het regime afdoet als “zelfmoord”. Het rapport laat bovendien zien, dat een schijn-executie in Iraanse gevangenissen veel voorkomt en als vorm van psychologische marteling wordt gebruikt.
In verband met de ernst van de vastgestelde mensenrechtenschendingen doet de commissie de aanbeveling om door te gaan met internationaal onderzoek naar de mensenrechtenschendingen in Iran en een onafhankelijke commissie ter voortzetting van hun werk in te stellen. Deze commissie moet de voortdurende misdaden onderzoeken, verdere bewijzen verzamelen en met internationale justitiële autoriteiten samenwerken, om de verantwoordelijke functionarissen van het regime in Teheran rekenschap te laten afleggen.
Over de aanhoudende onderdrukking van vrouwen in Iran wordt in het rapport het volgende vermeld: „Twee en een half jaar na de protesten worden vrouwen en meisjes nog steeds systematisch geconfronteerd met discriminatie, zowel van “bovenaf” als in het dagelijks verkeer, met name i.v.m. de verplichte hidjab“. De handhaving van de sluierdwang wordt in Iran d.m.v. drones, bewakingscamera’s en gezichtsherkenning-software gecontroleerd. Op deze manier wordt er op openbare plaatsen naar vrouwen gespeurd, die geen hoofddoek dragen Ook op de Amirkabir-Universiteit in Teheran worden vrouwen m.b.v. gezichtsherkenning-software gecontroleerd.
De onderzoekscommissie stelt bovendien vast, dat onderdrukkingsmaatregelen van het regime in Teheran de grenzen van Iran overschrijden. Het regime treedt gericht op tegen dissidenten, activisten en journalisten in het buitenland, om de critici tot zwijgen te brengen. Het pesten van slachtoffers en hun families gaat maar door en schept een klimaat van angst. De online-bewaking wordt verder uitgebreid om afwijkende meningen onmogelijk te maken.
Achtergrond:
De VN-Mensenrechtenraad heeft op 24.11.2022 besloten om een commissie in te stellen, die onderzoek zal doen naar het geweld, dat gebruikt werd in Iran tegen demonstranten. De commissie heeft de opdracht, gerechtelijk bewijs voor mensenrechtenschendingen en volkerenrecht-overtredingen van het regime in Iran, te verzamelen – ter voorbereiding van internationale strafrechtelijke vervolging van de verantwoordelijken. Duitsland heeft zich als penvoerder t.b.v. dit besluit ingezet.