TEHERAN – Eén van de minderheden die in Iran onderdrukt wordt zijn de Bahá’í’s, een religie die in Iran zelf in 1844 werd opgericht, met in 2007 bijna 7 miljoen volgelingen over de hele wereld.

De Bahá’í is een zeer aparte religie, omdat het over een zeer recente religie gaat. Het is een monotheïsme. Daarnaast geloven de Bahá’í’s in alle voorgaande ‘boodschappers van God’, nl. Abraham, Boeddha, Krishna, Mozes, Zoroaster, Jezus, Mohammad, en anderen. Volgens hen is de laatste boodschapper dan Bahá’ullah, de ‘profeet’ van de Bahá’ígeloof.

Bahá’ullah zal van 1817 tot 1892 leven, en zal in vele landen waar hij heen zal reizen vervolgd worden. Geboren in Teheran zal hij uiteindelijk in huidig Israël sterven, waar zijn graftombe zich bevindt. Zijn graftombe werd 2 maanden geleden, in juli 2008, door UNESCO als Werelderfgoed genoemd.

Met de helft van zijn volgelingen in Azië, waarvan meer dan 2 miljoen in India en bijna een half miljoen in Iran, behoord het tot de tweede religie met het snelst stijgende aantal volgelingen. In Nederland en België zouden enkele duizenden Bahá’í’s leven, voornamelijk gevluchte Bahá’í’s uit Iran.

Op de website van de Bahá’í-gemeenschap in Nederland staat het volgende over de situatie van de Bahá’í’s in Iran: “Iran was in het midden van de negentiende eeuw het toneel van de meest wrede vervolgingen in de geschiedenis. Westerse reizigers hebben in hun geschriften verwezen naar de verschrikkelijke tonelen waarvan zij in die tijd in Iran getuige waren. Duizenden mensen vonden op vaak gruwelijke wijze de dood.”

Vervolgens staat er: “De vervolgingen in de beginjaren van het nieuwe geloof bleven later aanhouden, zelfs tot op de dag van vandaag. In Iran is al geruime tijd sprake van gerichte acties tegen Bahá’í’s, met als doel angst te zaaien en de Bahá’í’s fysiek kwetsbaar te maken. Alles is er op gericht de maatschappelijke, economische en culturele vooruitgang van de Bahá’í’s in Iran te belemmeren. In officiële documenten staat zelden dat de godsdienst de aanleiding is om op te treden tegen een Bahá’í. Uit een in 1991 verspreid geheim memorandum, geschreven door de Iraanse Opperste Revolutionaire Culturele Raad, blijkt echter dat de Iraanse machthebbers van plan zijn de Bahá’í-gemeenschap geruisloos te elimineren.”

Officieel herkent Iran de Bahai, als een geloofgemeenschap, niet. En dit heeft Ahmadinejad meermaals bevestigd, en zelfs, onrechtstreeks, gezegd dat ze daarom niet mogen genieten van de fundamentele rechten van de mens.

In een persconferentie juist één jaar geleden in New York, tijdens de jaarlijkse VN-zitting, op een vraag van een journalist van VOA (Voice Of America – Perzische Afdeling) over berichten van vervolgingen van Bahai’s in Iran, als het grootste ‘Goddelijke Religie’ na Islam in Iran, zei Ahmadinejad: “Wanneer we over ‘Goddelijke Religies’ praten, heeft het Jodendom als profeet de Heilige Mozes, het Christendom heeft dan de Heilige Jezus, en de Moslims hebben dan de profeet van de Islam. Kunt u mij dan zeggen wat de Heilige Profeet van de Godsdienst dat u heeft genoemd is, wanneer hij is verschenen en wat zijn naam is?”

Hij geeft dan geen tijd zodat iemand een antwoord zou kunnen geven en zegt: “Wees succesvol. Hopelijk komen jullie allemaal naar Iran en zullen wij jullie daar zien.”

Tijdens zijn bezoek aan New York, had hij ook een interview afgelegd met een Amerikaanse zender C-SPAN.

De journalist vroeg: “Er zijn berichten dat de fundamentele mensenrechten van de Bahai’s geschonden worden. Wat heeft u daarover te zeggen?”

Ahmadinejad zei hierover enkel het volgende: “In onze grondwet is het Christendom, Jodendom, Islam en Zoroastrisme officieel herkende religies. Wanneer we over religies spreken, spreken we over ‘Goddelijke’ religies. In onze land volgen wij dit wet, een wet dat de meerderheid van de mensen goedkeuren.”

Nogmaals geeft Ahmadinejad dus geen antwoord op de vraag, en geeft hij eigenlijk een antwoord dat weinig te maken heeft met de vraag.

Maar de vraag dat dan gesteld wordt, na een dergelijk antwoord op de vraag dat de fundamentele mensenrechten van de Bahai’s geschonden wordt, is: ‘Mogen de Bahai’s niet over de fundamentele mensenrechten genieten, omdat ze geen officiële (Goddelijke) herkende religie zijn in Iran?’