Amnesty International eist onderzoek naar doden en arrestaties
Verscheidene mensenrechtenorganisaties hebben op 15 september tijdens een persconferentie in Genève een oproep gedaan aan de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, Navanethem Pillay, om bescherming te garanderen voor de Iraniërs in ballingschap, die in Kamp Ashraf in de buurt van Bagdad verblijven.
Naar aanleiding van de 12de zitting van de VN raad voor de mensenrechten vroegen Danielle Mitterrand, voorzitter van de Franse mensenrechtenorganisatie France Libertés, Eric Sottas, secretaris-generaal van de wereldorganisatie tegen foltering, (OMCT), Antonio Stango van de Italiaanse sectie van Helsinki Watch en de voormalige Algerijnse Ministerpresident Sid Ahmed Ghozali in Genève de aandacht voor de humanitaire toestand in Kamp Ashraf.
Op 28 juli 2009 werd het kamp door Irakese troepen op bijzonder gewelddadige wijze bestormd. Er wonen ca. 3500 Iraanse ballingen, die deel uitmaken van de Iraanse oppositiebeweging Volksmujahedin. Het regime in Teheran wil dat dit kamp wordt opgeheven en dat de daar verblijvende Iraanse oppositie gedwongen naar Iran wordt uitgewezen. Bij het optreden van de Irakese troepen vielen 11 doden, 400 gewonden, waaronder veel vrouwen, en 36 willekeurige kampbewoners werden gearresteerd.
De vertegenwoordigers van mensenrechtenorganisaties wezen er in Genève op, dat de in Ashraf wonende Iraanse ballingen in 2004 volgens de vierde conventie van Genève de status „volkenrechtelijk beschermde personen“ gekregen hebben. Daardoor is gedwongen uitwijzing of verhuizing volkenrechtelijk verboden. Wereldwijd eisen mensenrechtenorganisaties dat er een waarnemingspost van de VN in Ashraf gestationeerd wordt om verdere gewelddadigheden tegen de vluchtelingen te voorkomen.
Amnesty International uitte op 10 september opnieuw haar bezorgdheid over de situatie in Ashraf en eiste een onderzoek naar de doden en de arrestaties in het kamp. In een verklaring van Amnesty International staat o.a.:
„Amnesty International is zeer bezorgd over het doden en andere schendingen van de mensenrechten door het Irakese veiligheidsleger op 28/29 juli 2009, toen zij probeerden de controle over te nemen op kamp Ashraf in de provincie Diyala. Amnesty International is vooral bezorgd over de 36 inwoners van kamp Ashraf die vanaf eind juli 2009 gevangen gehouden worden zonder aanklacht en zonder enige vorm van proces.
In een brief aan de Irakese ministerpresident Nuri al-Maliki heeft Amnesty International deze dringend verzocht om omgaand een uitgebreid onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de methoden die door de Irakese strijdkrachten in Kamp Ashraf toegepast zijn, en de uitkomst hiervan zo snel mogelijk te openbaren.
Amnesty International is vooral bezorgd over de verblijfplaats van 36 mannen, die sinds eind juli geïnterneerd zijn. Volgens berichten zouden de mannen geslagen en mishandeld zijn, voordat ze naar een politiebureau in de stad al-Khalis gebracht werden. In deze stad, die ca. 25 km van Kamp Ashraf ligt, worden de 36 mannen, zoals hiervoor al vermeld is, zonder aanklacht en proces vastgehouden. Volgens berichten verkeren de mannen in een slechte gezondheidstoestand en zijn als protest tegen hun internering en mishandeling in hongerstaking gegaan. Op 24 augustus bepaalde een onderzoeksrechter dat de 36 mannen vrijgelaten moesten worden omdat er geen aanklacht tegen hen was ingediend. Tegen alle Irakese rechtsvoorschriften in werd dit geweigerd door de lokale politie …
Amnesty International heeft de Irakese ministerpresident al-Maliki herhaaldelijk duidelijk gemaakt dat der organisatie de uitwijzing van Iraanse staatsburgers, waaronder de 36 gevangenen, naar Iran verwerpt, omdat ze daar het risico lopen op foltering en executie. “