8 oktober 2009 – Wereldwijd hebben mensenrechtenorganisaties, parlementariërs, kerkleiders, en juristen zich ingezet voor hun vrijlating.  Iraanse ballingen hebben met hongerstakingen en protestacties opgeroepen tot het redden van de gevangenen, die bedreigd werden met uitzetting naar Iran. 

Woensdag zijn 36 Iraanse vluchtelingen, die eind juli gearresteerd werden tijdens de gewelddadige bestorming van hun kamp ten noorden van Bagdad door Irakese troepen, na 72 dagen gevangenschap weer op vrije voeten gesteld en teruggekeerd in het kamp. Dit gebeurde nadat talloze mensenrechtenorganisaties, parlementariërs, kerkleiders, en juristen geprotesteerd hadden tegen de ongerechtvaardigde gevangenneming van de Iraniërs, Hierbij waren o.m. Amnesty International, de Wereldorganisatie tegen Foltering (OMCT) en het hoofd van de Anglicaanse Kerk,  dr. Rowan Williams.

Ook in Irak hebben parlementariërs en mensenrechtenorganisaties zich voor de gevangen genomen vluchtelingen ingezet.  Wereldwijd hebben Iraanse ballingen d.m.v. hongerstakingen en protestacties aandacht gevraagd voor deze zaak en de internationale gemeenschap opgeroepen om de gevangenen, die met uitzetting naar Iran bedreigd werden, te redden.   

De 36 mannen zijn op 28 juli 2009 op basis van willekeur gearresteerd, toen Kamp Ashraf door Irakese troepen op buitengewoon  gewelddadige wijze bestormd werd. Er wonen daar ca. 3500 Iraanse ballingen, die deel uitmaken van de oppositiebeweging Volksmujahedin.  Het regime in Teheran wil dat het kamp opgeheven wordt en dat de daar verblijvende Iraanse oppositieleden aan Iran worden uitgeleverd. Bij het ingrijpen van de Irakese troepen eind juli werden 11 vluchtelingen gedood en meer dan 400, waaronder veel vrouwen, gewond.  
 

De 36 gearresteerde kampbewoners werden tot eind september zonder aanklacht vastgehouden in een politiebureau in de stad Khalis in de provincie Diyala ten noorden van Bagdad. De gezondheidstoestand van de mannen, waarvan er meerdere bij hun arrestatie gewond waren geraakt, werd daar steeds slechter, ook al omdat ze uit protest in hongerstaking waren gegaan. 
 

Sinds 24 augustus heeft de rechter, die met het onderzoek belast was, al driemaal de vrijlating van de 36 bevolen. Er was geen aanklacht tegen hen ingediend. De lokale politie weigerde echter, tegen de voorschriften van het Irakese recht in, de gevangenen vrij te laten. 
 

Hoewel de procureur-generaal van Irak eveneens de vrijlating van de 36 Iraanse ballingen bevolen heeft, werden ze op 1 oktober door de Irakese politie verplaatst naar een huis van bewaring in Bagdad. Daarbij werden ze weer mishandeld, waardoor verscheidene van hen opnieuw gewond raakten en botbreuken opliepen.  

Op 7 oktober werden de 36 mannen uiteindelijk vrijgelaten en mochten ze terugkeren naar Kamp Ashraf, waar ze de noodzakelijke medische verzorging krijgen.
 

De in Ashraf wonende Iraanse ballingen kregen in 2004 volgens de vierde conventie van Genève de status „volkenrechtelijk beschermde personen“.Daardoor is gedwongen uitwijzing of verhuizing volkenrechtelijk verboden. Wereldwijd eisen mensenrechtenorganisaties dat er een waarnemingspost van de VN in Ashraf gestationeerd wordt om verdere gewelddadigheden tegen de vluchtelingen te voorkomen.