Parijs-Geneve, 19 april 2012. Het Observatorium ter Bescherming van Verdedigers van de Mensenrechten, een gezamenlijk programma van de Internationale Federatie voor de Mensenrechten (FID) en de Wereldorganisatie tegen Martelingen (OMCT), spreekt haar ernstige zorg uit over de veroordeling van vakbondsactivist Reza Shahabi tot zes jaar gevangenisstraf.

Op 14 april 2012 vernam de advocaat van Reza Shahabi, penningmeester en bestuurslid van de vervoersvakbond Teheran (Sherkate Vahed) dat zijn cliënt tot zes jaar gevangenisstraf was veroordeeld door rechter Abolghassem Salavati van afdeling 15 van het Islamitische Revolutionair Gerechtshof. De heer Shahabi werd veroordeeld wegens “propaganda tegen het regime” (een jaar gevangenisstraf) en “samenzwering tegen de nationale veiligheid” (vijf jaar gevangenisstraf). Ook is het hem gedurende vijf jaar verboden om zich bezig te houden met vakbondsactiviteiten. Bovendien kreeg hij een boete opgelegd van 70 miljoen Rial (ten tijde van het vonnis ongeveer 3000 euro). De heer Shahabi heeft 20 dagen om in hoger beroep te gaan, maar blijft gedetineerd in Evin Gevangenis.

Hoewel de gezondheidstoestand van meneer Shahabi verslechterd is gedurende zijn bewaring, hebben de gevangenisautoriteiten hem niet de nodige medische behandeling toegestaan. In november is hij naar het ziekenhuis vervoerd wegens rug- en nekpijnen; de artsen hebben hem verteld dat zijn nekwervels beschadigd zijn en dat een operatie noodzakelijk is, gevolgd door zes maanden rust; de linkerkant van zijn lichaam kan verlamd raken indien hij niet wordt geopereerd. Op 31 januari 2012 werd hij voor de operatie naar het ziekenhuis gebracht maar keerde zonder operatie terug naar de gevangenis, vanwege te grote risico’s. De artsen zijn van mening dat hij een aantal maanden volledige rust nodig heeft voordat hij een operatie zou kunnen doorstaan. Naast zijn nek is nu ook zijn rug in slechte conditie en moet wellicht ook geopereerd worden. De schade aan zijn ruggenwervel en rug is waarschijnlijk veroorzaakt door zware mishandeling in sectie 209 van de Evin Gevangenis van het ministerie van Informatie na zijn arrestatie.

Op 14 april is Reza Shahabi in hongerstaking gegaan uit protest tegen zijn verslechterende gezondheid en zijn vonnis; hij eist ziekenhuisopname en annulering van het vonnis. Het Observatorium brengt in herinnering dat de heer Shahabi al meer dan 22 maanden in voorarrest zit sinds zijn arrestatie op 12 juni 2010, alvorens te worden berecht op 28 februari 2012.

Verder stelt het Observatorium dat de autoriteiten in Iran nog steeds onafhankelijke vakbondsactivisten lastig vallen en onderwerpen aan gerechtelijke pesterij en oneerlijke gevangenisstraffen om de mensen die bereid zijn om de rechten van arbeiders te verdedigen, de moed te ontnemen. Er zitten momenteel verscheidene onafhankelijke vakbondsactivisten in de gevangenis, waaronder de heren Ali Nejati, Shahrokh Zamani, Mohammad Jarrahi, Sassan Vahebivash, Behnam Ebrahimzadeh, Rassoul Bodaghi, Mohammad Hosseini, Mehdi Farahi Shandiz, Farzad Ahmadi, Mehrdad Amir-Vaziri, Pedram Nasrollahi en Ali Akhavan.

Daarentegen is het Observatorium verheugd om de vrijlating op 18 april te kunnen aankondigen van de heer Ebrahim Madadi, vice-voorzitter van de vakbond Sherkat-e Vahed, na het uitzitten van een gevangenisstraf van drieënhalf jaar die hem in december 2008 werd opgelegd.

“In Iran worden veel vakbondsactivisten onderworpen aan voortdurende pesterij, vooral op gerechtelijk niveau, vanwege het verdedigen van mensenrechten”, zei Souhayr Belhassen, voorzitter van de FIDH. “Ze worden zonder reden gedetineerd of riskeren onmiddellijke arrestatie. Deze willekeurige vervolgingen hebben uitsluitend ten doel de verdedigers van de rechten van arbeiders tot zwijgen te brengen in het tegenwoordig algemeen harde optreden tegen de Iraanse burgermaatschappij”

“Het Observatorium keurt de veroordeling van de heer Shahabi ten sterkste af en verzoekt de Iraanse autoriteiten om een einde te maken aan elke pesterij tegen mensenrechtenactivisten, om de activisten die momenteel gedetineerd worden onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten, om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om, onder alle omstandigheden, hun lichamelijke en geestelijke integriteit te garanderen, en om in het algemeen de verklaring van de Verenigde Naties ten aanzien van mensenrechtenactivisten, de universele verklaring van de rechten van de mens en alle besluiten inzake internationale mensenrechten die door Iran zijn geratificeerd na te leven”, voegde de heer Gerald Staberock, secretaris-generaal van de OMCT eraan toe.

Link naar bron