27 juli 2012 – Senator Dirk Claes: de asielzoekers in Camp Liberty worden in strijd met het internationaal recht behandeld als gevangenen en niet als vluchtelingen. Irak staat niet toe dat  parlementariërs, advocaten en mensenrechtenorganisaties het kamp bezoeken.

Tijdens een persconferentie op 17 juli in Brussel (foto) wezen Belgische senatoren en burgemeesters op de benarde situatie van de Iraanse oppositieleden, die in Ashraf en in Camp Liberty in Irak steeds meer worden blootgesteld aan onderdrukking en mensenrechtenschendingen.

Tijdens de bijeenkomst in de Belgische Eerste Kamer werd bekendgemaakt dat 260 Belgische burgemeesters in een gezamenlijke verklaring een oproep hebben gedaan tot steun aan de Iraanse asielzoekers in Irak. Een soortgelijke oproep werd al eerder door 40 senatoren, waaronder de Senaatsvoorzitter, ondersteund.
De burgemeesters waarschuwden dat het regime in Teheran de uitzetting van Iraanse oppositieleden naar Iran wil afdwingen. De Iraanse ballingen werden in 2009 en 2011 op verzoek van Teheran aangevallen door Irakese troepen, waarbij bijna 50 vluchtelingen, onder wie acht vrouwen, werden gedood.

In de verklaring van de senatoren en burgemeesters wordt erop gewezen dat de humanitaire situatie in Camp Liberty in de buurt van Bagdad, waarheen in  de afgelopen maanden 2000 asielzoekers vanuit Ashraf werden overgeplaatst, zorgwekkend is. De vluchtelingen daar lijden onder ernstige tekorten in de toelevering van water en elektriciteit. De Irakese autoriteiten staan niet toe dat parlementariërs, advocaten en mensenrechtenorganisaties het kamp bezoeken.

Senator Dirk Claes, voorzitter van de Vlaamse christendemocratische fractie in de Eerste Kamer, wees erop dat de asielzoekers in Camp Liberty in strijd met het internationaal recht als gevangenen, en niet als vluchtelingen worden behandeld.

Met afschuw merkte hij op dat de humanitaire situatie daar verslechtert, terwijl de Irakese regering aanhoudend haar beloftes breekt en geen humanitaire hulp toelaat. Hij riep de Verenigde Naties op om in plaats van zich met politiek bezig te houden aan haar humanitaire verplichtingen te voldoen.