15 oktober 2009 – In het jaarverslag van de VN over de situatie van de mensenrechten in Iran wordt het excessieve gebruik van geweld, willekeurige arrestaties, foltering en executies van minderjarigen aan de kaak gesteld.
Secretaris-generaal van de VN Ban Ki-moon uitte in zijn jaarverslag van 23-09-2009 zijn diepe verontrusting over het excessieve gebruik van geweld, de willekeurige arrestaties en de folteringen tijdens het onderdrukken van de protesten na de presidentsverkiezingen in Iran.

iran-protests1Onder leiding van de commissaris voor de mensenrechten Navi Pillay hebben verscheidene mensenrechtenexperts van de VN zich bezorgd uitgelaten over het excessieve geweld en het doden door de politie, vooral over de gewelddaden van de paramilitaire militie van het regime, aldus het rapport dat op 15 oktober openbaar gemaakt werd. Daarin werd o.a. verwezen naar de dood van Neda Agha Soltan, een jonge vrouw die bij een demonstratie in Teheran doodgeschoten werd.

In het verslag van de Secretaris-generaal van de VN komen de executies van minderjarigen in Iran als speciale reden tot zorg naar voren. „Het opleggen van de doodstraf aan delinquenten, die ten tijde van het delict nog minderjarig waren, is in strijd met de internationale overeenkomsten inzake het burgerlijke en politieke recht en de rechten van het kind, welke Iran beide ondertekend heeft.“ Volgens Amnesty International zijn er in Iran 41 minderjarigen geëxecuteerd sinds 1990, dat is meer dan de helft van alle executies van minderjarigen wereldwijd, voor zover bekend.