16 november 2009 – Een Iraanse revolutionaire rechtbank heeft volgens een mensenrechtenorganisatie alweer iemand ter dood veroordeeld naar aanleiding van de protesten tegen de presidentsverkiezingen.
Reza Khademi werd bovendien beschuldigd van lidmaatschap van een oppositionele groepering, aldus de mensenrechtenorganisatie. Daarmee werden al vijf personen naar aanleiding van de onlusten ter dood veroordeeld.
In oktober zijn er volgens het persbureau ISNA al drie personen wegens soortgelijke beschuldigingen ter dood veroordeeld. Naar aanleiding daarvan heeft de VN-commissaris voor mensenrechten Navi Pillay in een verklaring van 13 oktober de Iraanse justitie opgeroepen de doodvonnissen tegen critici van de regering in te trekken.
Het verloop van de processen tegen de demonstranten geeft aanleiding tot “grote bezorgdheid”, zo verklaarde zij in Genève. De procesvoering dient “zorgvuldig onderzocht te worden” door hogere instanties.
In internationale overeenkomsten, die Iran ondertekend heeft, staat dat de doodstraf alleen bij de allerzwaarste misdaden en na een volstrekt eerlijk proces mag worden opgelegd. De doodstraf voor misdrijven, waarbij geen dodelijke slachtoffers te betreuren zijn, is in tegenspraak met de internationale verplichtingen inzake burgerlijke- en politiek rechten, aldus Pillay.
Volgens persberichten