22 januari 2010 – Tot 15 jaar gevangenisstraf voor betrokkenheid bij de protestbeweging in Iran

De rechterlijke macht van Iran treedt hard op tegen tot de oppositie behorende studenten. Door langdurige gevangenisstraffen wil deze willekeurige justitie een voorbeeld stellen om de dissidente studentenbeweging te intimideren.

Zia Nabavi, student aan de Universiteit van Babolsar (Noord-Iran), is door een revolutionaire rechtbank in Teheran veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf en 74 zweepslagen. De uitspraak was gebaseerd op de beschuldiging van “gevaar voor de nationale veiligheid” en “contacten met de oppositiebeweging People’s Mujahedin”. Zia Nabavi werd gearresteerd tijdens een protestdemonstratie op 15 juni 2009 en zit sindsdien in de Evin gevangenis in Teheran. Hij actief in het “Comité ter bescherming van het recht op onderwijs”, dat zich inzet voor studenten die om politieke redenen van hun studie uitgesloten zijn.

Een ander lid van deze commissie, Madjid Dari, werd veroordeeld tot 11 jaar gevangenisstraf. Deze student van de Tabataba’i Allameh Universiteit in Teheran werd op 9 juli 2009 gearresteerd en zit sindsdien ook in de Evin-gevangenis. Hij wordt beschuldigd van actieve betrokkenheid bij de protesten in de zomer van 2009.

Ondertussen is ook de bekende studentenleider Tawakoli Majid in Teheran veroordeeld tot een lange gevangenisstraf. Hij moet acht en een half jaar de gevangenis in, zo citeerde het Iraanse persagentschap Fars op 20 januari zijn advocaat. Hij werd ervan beschuldigd “de nationale veiligheid van het land in gevaar gebracht te hebben” en ambtenaren van het regime “beledigd” te hebben. Tawakoli werd in 2007 ook al gearresteerd voor een soortgelijke beschuldiging en zat al 15 maanden in de gevangenis. Hij zit momenteel in eenzame opsluiting in de Evin-gevangenis van Teheran.

De studentenleider werd op 7 december 2009 tijdens een demonstratie op de dag van de studenten gearresteerd. Duizenden critici van de regering hadden die dag gebruikt voor demonstraties. Tienduizenden demonstranten riepen toen “Dood aan de dictator” en “Vrijheid, vrijheid”.