01 februari 2010 – Ook twee vrouwen worden geconfronteerd met de doodstraf.
In Iran is in het weekend een nieuw proces begonnen tegen aanhangers van de oppositie. Vijf van de 16 demonstranten die nu voor de rechtbank staan worden volgens de Iraanse media ervan beschuldigd “vijand van God” te zijn – de aanduiding die het regime voor opstandelingen gebruikt. Hierbij zijn ook twee vrouwen. De verdachten riskeren hiervoor de doodstraf. Op 28 januari werden twee tegenstanders van het regime geëxecuteerd, onder andere wegens deze beschuldiging.
Mensen wachten buiten de Evin-gevangenis van Teheran op nieuws over hun gevangen familieleden.
Twee van de verdachten zouden volgens het officiële persagentschap Irna ook banden met de oppositiebeweging Volksmujahedin hebben. De andere demonstranten, waaronder een lid van de in Iran verboden Bahai geloofsgemeenschap en een studentenleider, worden onder andere beschuldigd van propaganda tegen het regime en uitlokking van de onlusten.
Alle verdachten werden gearresteerd na de demonstraties in december. Bij de protesten tegen het regime tijdens het sjiitische Ashura feest zijn minstens acht mensen gedood. Honderden werden gearresteerd. Het was de grootste protestactie sinds de demonstraties tegen de omstreden presidentsverkiezingen van afgelopen zomer.