4 maart 2010 – Doodstraf voor betrokkenheid bij de protesten tegen het regime bevestigd / dreigende executie.
De Iraanse justitie heeft het doodvonnis nevestigd dat begin februari geëist werd tegen een 20-jarige student vanwege zijn betrokkenheid bij de protesten tegen het regime. Verschillende oppositie-websites melden op 3 maart dat Mohammad Amin Valiaanse schuldig bevonden is aan “vijandschap tegen God” – zoals de fundamentalisten de oppositie van de burgers tegen het regime aanduiden.
Valiaanse Mohammad Amin, student aan de Damghan Universiteit, werd ervan beschuldigd tijdens de massale protesten op 27 december 2009 met stenen te hebben gegooid en “weg met de dictatuur” geroepen te hebben. Na een schijnproces, waarbij de student geen rechtsbijstand kreeg, werd hij begin februari ter dood veroordeeld o.a. wegens “het in gevaar brengen van de nationale veiligheid”. Na bevestiging van het vonnis door de rechtbank dreigt voor Mohammad Amin Valiaanse acuut gevaar om geëxecuteerd te worden. Internationale mensenrechtenorganisaties zijn actief bezig om de terechtstelling te voorkomen.
Negen andere ter dood veroordeelden, allen deelnemers aan de demonstraties tegen het regime, wachten nog op de beslissing van het hof van beroep in Teheran. Twee personen van de oppositie zijn eind januari reeds terechtgesteld wegens vermeende coup plannen.
Sinds de massale protesten in juni 2009 zijn in Iran duizenden tegenstanders van het regime gearresteerd. De demonstraties tijdens het sjiitische Ashura festival op 27 december werden bijzonder gewelddadig neergeslagen, hierbij zijn acht mensen omgekomen en honderden raakten gewond.