Al wat u moet weten: een kort overzicht van wat Dr Ahmed Shahied heeft gemeld in zijn laatste verslag aan de Raad voor Mensenrechten van de Verenigde Naties . Februari 2013.
1 Maart 2013 – Dr Ahmed Shaheed ,de bijzondere verslaggever over de staat van de mensenrechten in de Islamitische staat Iran heeft onlangs zijn nieuwste verslag aangeboden aan de Raad voor mensenrechten van de Verenigde Volkeren.
Wie is de Bijzondere Verslaggever?
Dr Ahmed Shaheed werd in 2011 gekozen door de Raad voor mensenrechten van de Verenigde Volkeren om als een onpartijdig waarnemer schendingen van de mensenrechten in Iran te onderzoeken en een ambtsbericht te schrijven op grond van dit onderzoek. Andere bijzondere vertegenwoordigers en verslaggevers zijn Dr Shaheed voorgegaan, zij het met meer afgebakende opdrachten.(zie de geschiedenis van bijzondere vertegenwoordigers en verslaggevers van de Verenigde Volkeren in Iran),De Raad voor de mensenrechten van de Verenigde Volkeren stemde in Maart 2012 ten gunste van een besluit om de opdracht aan Dr.Shaheed gegeven nog een jaar te verlengen.
Wat staat in het verslag?
Het jongste verslag bespreekt wat Dr Shaheed heeft ontdekt ten aanzien van een reeks van onderwerpen, onder andere : vrije verkiezingen, vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering, de toestand van de genen die zich inzetten voor de mensenrechten en strafpleiters, foltering, terechtstelling, maatschappelijke rechten en die van vrouwen, volksgroepen en godsdienstige minderheden, en de vrouwen die naar vrouwen, mannen die naar mannen en mannen en vrouwen die naar beide geslachten verlangen en mensen die een ander geslacht hebben aangenomen. Het verslag voorziet ook in slotsommen en aanbevelingen ten aanzien van de toestand der mensenrechten in Iran.
Wat heeft het verslag vastgesteld?
Vrij en eerlijke verkiezingen. (afdeling 11 -14)
De bijzondere verslagever aan de Raad der Verenigde volkeren stelde vast dat er wijd en zijd sprake is van stelselmatige schending van mensenrechten in de Islamitische Republiek Iran. Ten aanzien van de vrije verkiezingen stelde de bijzondere verslaggever vast dat er nog steeds honderden mensen gevangen zaten omdat zij waren betrokken bij uitingen van afkeer ten aanzien van de presidentsverkiezingen van 2009.Ook uitte de bijzondere verslaggever zijn zorg over het feit dat Iran niet had voorzien in een onafhankelijke kiesraad om toezicht te houden op de gang van zaken bij de verkiezingen en te zorgen dat alles verliep in overeenstemming met de Internationale Overeenkomst over burgerlijke en staatkundige rechten(ICC PR)Vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering.(paragraaf 15-18)
Het verslag van Dr Shaheed onthulde dat vele verslaggevers en netwerkschrijvers onderhevig zijn geweest aan aanhouding, hechtenis en vervolging. Volgens de UNSR is er over het hele land een beweging gaande om onafhankelijke verslaggevers en onafhankelijke nieuwsdiensten in de grond te stampen met als beschuldiging dat zij zouden hebben samengewerkt met vreemde nieuwsdiensten met uitlatingen ,gericht tegen de Iraanse revolutie ,en instellingen voor mensenrechten.
Het UNSR (United Nations Special Reporter )verslag besprak de toestand van ijveraars voor de mensenrechten en strafpleiters ,dat zij werden onderworpen aan bedreigingen, ondervragingen, gepaard gaande met mishandeling en vaak werden beschuldigd van misdaden tegen de staatsveiligheid. Foltering (onderdeel 25-33)
De USNR gaf aan dat in verslagen sprake was van veelvuldig folteren. In antwoord op de bewering van de regering van Iran dat martelen bij de wet was verboden, schreef de UNSR dat de doodstraf werd opgelegd voor misdaden als alcoholgebruik, overspel en handel in verdovende middelen, misdrijven die niet in aanmerking komen voor de doodstraf volgens de internationale wetgeving. De UNSR vermeldde tussen de 489 en 497 terechtstellingen en uitte zijn zorg over het gebrek aan een behoorlijke rechts gang in zaken die tot doodstraffen konden leiden.
Vrouwenrechten (afdeling 37-52)
Hoewel de UNSR wel enige vooruitgang zag in vrouwenrechten, zoals met betrekking tot geletterdheid, opleiding en en gezondheid, bleef zorg bestaan ten aanzien van ongelijkheid op grond van geslacht in het beroepsleven. Ook stelde de UNSR vast dat de nadruk die de Iraanse regering legde op door geslacht bepaalde werkzaamheden, beperkingen oplegden aan de Iraanse regering om vrouwen in het volledige genot te brengen van hun rechten op burgerlijk, staatkundig, maatschappelijk, levensbeschouwelijk gebied en dat van handel en nijverheid. Onder de onderwerpen die door de UNSR werden besproken kwam voor dat vrouwen in hun bewegingsvrijheid worden beperkt, terwijl er ook wetten zijn die ongelijkheid veroorzaken, zoals de wet die verandering van staatsburgerschap verbiedt aan mannen en kinderen van vrouwen die met niet Iraanse mannen trouwen.
Minderheidsvolkeren ( onderdeel 53-58)
De UNSR besprak de toestand van de mensenrechten van de Akhwazi Arabieren en die van de Baluchi’s. Ten aanzien van de Akhwazi Arabieren verklaarde de UNSR dat hij was verbijsterd door berichten over aanhouding, hechtenis en vervolging wegens bezigheden die door de wet worden beschermd en die hun rechten bevorderen op het gebied van maatschappij, levensonderhoud, levensbeschouwing, taal en leefomgeving. Ten aanzien van de Baluchi’s stelde de UNSR vast dat de Baluchi’s stelselmatig worden achtergesteld op het gebied van maatschappij, ras, godsdienst en levensonderhoud. Bovendien vermeldde de UNSR verslagen over de vernietiging van Sunni moskee’s en godsdienstscholen ,evenals beweringen dat Sunni geestelijken werden gevangen genomen en vermoord.
Godsdienstige minderheden(onderdeel 59-67)
Ook gaf de UNSR een beschouwing over de toestand van de godsdienstige minderheden in Iran. Volgens dit verslag worden er nu 110 Bahaís gevangen gehouden op grond van hun godsdienst, met inbegrip van twee vrouwen die hun kinderen voeden in de gevangenis. Ook worden naar verluid ten minste 13 protestante Christenen gevangen gehouden, terwijl meer dan 300 Christenen zijn aangehouden sedert Juni 2010.Ook wordt beweerd dat Gonabadi Dervishen worden aangevallen in hun plaatsen van eredienst en zij worden naar willekeur aangehouden, gemarteld en vervolgd. Andere godsdienstige groepen die volgens de UNSR worden vervolgd wegens hun geloofsovertuiging zijn de Yarsan een godsdienstige groep werkzaam onder de Koerdische Iraniers, en de geestelijke gemeenschap van El Yasin. Volgens Dr.Shaheed loopt het recht van de Iraniers om hun geloof te kiezen meer en meer gevaar.
De gemeenschap van vrouwen die van vrouwen, mannen die van mannen ,mannen en vrouwen die zowel van mannen als vrouwen houden en de mensen die van geslacht zijn veranderd.(onderdeel 68-70)
De UNSR merkte op ten aanzien van de behandeling van verhoudingen van mensen met het zelfde geslacht ddat die kan uitlopen op de schending van de waarborg voor wezenlijke mensenrechten.Dit verslag stelde dat in een vraaggesprek met de UNSR 15 mensen beweerden dat zij tenminste een maal werden aangehouden op grond van hun geaardheid,of omdat zij omgingen met andere gelijkaardige mensen. Bovendien vermeldde een meerderheid van deze mensen dat zij lichamelijk werden misbruikt door sommige verwanten, maar dat zij bang waren om dit aan het gezag te melden omdat zij konden worden aangeklaagd op grond van een misdrijf.
Rechten ten aanzien van maatschappij en levensonderhoud (afdeling 71-78)
Ten aanzien van schending van het recht op onderwijs stelde UNSR dat sedert Maart 2005 tenminste 945 studenten gedurende tenminste een semester ,zijn beroofd van hun recht op voortzetting van hun onderwijs en dat tenminste 41 hoogleraren uit de universiteit werden ontslagen.
Wat zijn de aanbevelingen van de UNSR?
Onderdeel 81(a)tot 81e.Raadt de Iraanse regering aan om samen te werken met de UNSR, om onmiddellijk vijandige handelingen tegen mensen die samenwerken met internationale mensenrechtenbewegingen op te sporen, de burgerlijke samenleving te bevrijden evenals ijveraars voor mensenrechten en een raad op te richten voor de landelijke mensenrechten, in overeenstemming met de beginselen van het verdrag van Parijs.
Afdeling 81 f 81 g Beveelt aan dat de regering van Irak alle wetten nagaat en verandert die in tegenspraak zijn met haar internationale plicht om alle vormen van ongelijke behandeling in de wet en de uitvoering daarvan, te verwijderen, en doet een beroep op de regering van Iran om onmiddellijk gewetensgevangenen vrij te laten.
Afdeling 81 h en i Dringt er bij de Iraanse regering op aan om alle beweringen over martelingen te onderzoeken en de doodstraf voorlopig stop te zetten.
Onderdeel 81 (j) en 81 (k) Dringt er bij de Iraanse regering op aan om openheid te verschaffen over de invloed van sancties en aan te geven welke maatregelen zij heeft genomen om de inwoners van Iran te beschermen tegen de ongunstige invloed van sancties, en om de Verenigde Volkeren en de landen die sancties opleggen te vragen om de invloed van de sancties weer te geven.