11 mei 2015 – Amnesty International: De verblijfplaats van meer dan 75 gearresteerde personen is nog steeds onbekend. Daardoor is te verwachten dat de gedetineerden in eenzame opsluiting, volledig afgesloten van de buitenwereld, in een van de geheime detentiecentra van het Ministerie van Inlichtingen gevangen worden gehouden, waar ze een verhoogd risico lopen te worden gemarteld of blootgesteld aan andere vormen van mishandeling.
Volgens een bericht van Amnesty International wordt de Arabisch sprekende minderheid (Ahwazi-Arabieren) in de zuidwest Iraanse provincie Khuzestan blootgesteld aan toenemende repressie door de Iraanse inlichtingendienst en de veiligheidstroepen. Als onderdeel van een escalerende vervolgingscampagne zijn de afgelopen weken veel Ahwazi-Arabieren aangehouden, waaronder een aantal kinderen.
De mensenrechtenorganisatie maakt zich zorgen omdat mensen uitsluitend gearresteerd zijn in verband met de hun toegeschreven politieke opvattingen, of omdat ze op vreedzame wijze uitdrukking hebben gegeven aan hun verzet, of omdat ze openlijk gepleit hebben voor hun Arabische identiteit en cultuur. “De gemelde omvang van arrestaties van Ahwazi-Arabische activisten in de afgelopen weken is diep verontrustend”, zei Hassiba Hadj Sahraoui, adjunct-directeur van de afdeling Midden-Oosten en Noord-Afrika van Amnesty International.
Volgens activisten en familieleden, aldus Amnesty International, vonden er talrijke arrestaties plaats voorafgaand aan de tiende verjaardag van de demonstraties tegen de regering in april 2005. Tijdens de protesten van 2005 heeft de regimepolitie in de provincie Khuzestan naar verluidt ten minste 50 betogers gedood en nog eens honderden gevangengezet.
Familieleden vertelden dat de arrestaties zonder arrestatiebevel plaatsvonden door gewapende gemaskerde mannen die onderdeel uitmaken van de Iraanse veiligheids- en inlichtingendiensten, meestal bij invallen in de late avond of vroege ochtend in huizen van Ahwazi-Arabische activisten.
“In plaats van hun toevlucht te nemen tot willekeurige arrestaties, moeten de Iraanse autoriteiten degenen die gearresteerd zijn omdat zij vreedzaam gedemonstreerd of zich uitgesproken hebben vrijlaten, onverwijld degenen die zich kennelijk hebben schuldig gemaakt aan strafbare feiten voor het gerecht dagen en zorgen voor een eerlijk proces of hen op vrije voeten stellen.” De Iraanse autoriteiten moeten de familie van alle gearresteerden informatie over hun verblijfplaats en juridische procedure geven, aldus de organisatie.
Ahwazi-Arabische activisten buiten Iran hebben Amnesty International verteld dat in de stad Ahwaz, de provinciehoofdstad van Khuzestan, en in de omliggende steden en dorpen sinds half maart wegens vreedzame protesten ten minste 78 mensen, maar mogelijk meer dan 100, gearresteerd zijn door de veiligheidstroepen. Ze zeiden dat er bij de arrestanten personen zijn die ervan beschuldigd worden een leidende rol gespeeld te hebben bij het activeren van de lokale protesten. De Iraanse autoriteiten hebben geen redenen voor de arrestaties gegeven of informatie verstrekt over de toestand en de verblijfplaats van de gearresteerden, waardoor ze volgens de mensenrechtenorganisatie een verhoogd risico lopen te worden gemarteld of blootgesteld aan andere vormen van mishandeling.
Mustafa Haidari, een 17-jarige jongen uit de wijk Koi Alawi van de stad Ahwaz, werd op 7 april gearresteerd, kennelijk vanwege zijn rol bij het plannen van een vreedzaam protest om april 2005 te gedenken. Zijn oom, Abdul Rahman Haidari, die buiten Iran woont, vertelde aan Amnesty International dat hij contact heeft gehad met de familie in Koi Alawi in en dat ze hem verteld hebben dat tientallen gewapende en gemaskerde veiligheidsagenten in zwarte uniformen op 7 april om 2 uur ’s nachts het huis bestormden en de tiener arresteerden. De mannen weigerden een bevel te tonen of een reden voor de arrestatie te geven, aldus Abdulrahman Haidari, eraan toevoegend dat de autoriteiten, ondanks herhaalde verzoeken van de familie aan het hoofdkwartier van de inlichtingendienst in Ahwaz, geen informatie over de toestand of de verblijfplaats van Mustafa Haidari hebben gegeven.
Volgens Abdulrahman Haidari heeft de familie hem verteld dat de politie diezelfde avond een aantal andere mannen uit de buurt heeft gearresteerd, waaronder Basem Batrani en Mahmoud Sawari, buren van Mustafa Haidaris, die ook betrokken waren bij het plannen van protesten ter herdenking van de demonstraties in april 2005.
Als deelnemende lidstaat van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, is Iran verplicht het recht op vrijheid van meningsuiting (artikel 19) en van vreedzame vergadering (artikel 21) is te respecteren. Het moet er ook voor te zorgen dat etnische en taalkundige minderheden “het recht hun eigen cultuur samen met andere leden van hun groep te beleven… of hun eigen taal te gebruiken” (artikel 27) niet wordt ontzegd. Vergelijkbare waarborgen bestaan onder het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, met inbegrip van de artikelen 2 en 15, die het recht erkennen op deelname aan het culturele leven zonder discriminatie.
De provincie Khuzestan, waar de meeste Iraanse olie- en gasreserves liggen, is de thuisbasis van een grote Arabisch-sprekende bevolkingsgroep, die wordt geschat op 2,5 tot 5 miljoen mensen. Ondanks de rijkdom van de natuurlijke hulpbronnen, is de provincie ernstig sociaal-economisch verarmd en kampt meteen hoog niveau van lucht- en waterverontreiniging. Veel leden van de Arabische minderheid, van wie de meesten wonen in arme stedelijke buitenwijken zonder basisinfrastructuur, beschuldigen de regering ervan dat die hen systematisch discrimineert, met name op het gebied van werkgelegenheid, huisvesting en toegang tot politieke ambten en de uitoefening van hun culturele, burger- en politieke rechten , Een andere reden voor het aanzienlijke ongenoegen en de frustratie binnen deze populatie, is dat ze in het onderwijs op basisscholen niet hun moedertaal mogen gebruiken.
Amnesty International heeft in de afgelopen jaren de willekeurige arrestaties en marteling van Ahwazi-Arabische demonstranten en activisten gedocumenteerd. Sinds 2005 heeft de overheid minstens 37 Ahwazi-Arabieren geëxecuteerd na oneerlijke processen, daaronder ten minste twee mensen die door Amnesty International als gewetensgevangenen werden omschreven, namelijk Hadi Rashedi en Hashem Shabani van het Cultureel Instituut Al-Hiwar. Gezien de behandeling van eerdere Ahwazi-Arabische gevangenen in samenhang met de protesten, is de verwachting dat de in maart en april 2015 gedetineerde personen in eenzame opsluiting, volledig afgesloten van de buitenwereld in een van de geheime detentiecentra van het Ministerie van Inlichtingen gevangen zullen worden gehouden, waar ze een verhoogd risico lopen te worden gemarteld of blootgesteld aan andere vormen van mishandeling.