5 augustus 2016-De Iraanse autoriteiten hebben de namen vrijgegeven van degenen die dinsdag 2 augustus zijn geëxecuteerd in de Gohardasht gevangenis in Karaj, ten noord-westen van Teheran.
SMV heeft onlangs aan verschillende internationale organisaties gevraagd hun uiterste best te doen om deze gruwelijke massa-executie te voorkomen en het leven te redden van een groot aantal soennitische gevangenen in de dodencel. Tevens is er door SMV een beroep gedaan op internationale mensenrechtenorganisaties, en vooral op de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten en de Speciale VN-Rapporteur, om de uitvoering van deze criminele en onmenselijke doodvonnissen te voorkomen.
Als bizarre verdraaiing van de feiten werden de geëxecuteerden ook nog eens beschuldigd van de “moord op Mohammad Sheikholeslam, lid van de Raad van Experts van Koerdistan”, terwijl het regime in maart 2015 al zes personen daarvan had beschuldigd en geëxecuteerd.
Het is van belang dat we de politieke gevangenen, die deze week vermoord zijn omdat ze zich tegen het regime uitspraken, gedenken. Hier volgen hun namen in willekeurige volgorde:
Shahram Ahmadi, 29
Kaveh Sharifi, 32
Arash Sharifi, 26
Mohammad Yavar Rahimi, 31
Mokhtar Rahimi, 33
Bahman Rahimi, 38
Kaveh Vaisi, 32
Behrouz Shahnazari, 31
Taleb Maleki, 31
Ahmad Nassiri, 35
Shahou Ebrahimi, 31
Pourya Mohammadi
Aalem Barmashti
Varya Ghaderifard
Keivan Momenifard
Idris Nemati
Farzad Honarjoo
Mohammad Gharibi
Keivan Karimi
Amjad Salehi
Omid Payvand
Ali Mojahedi
Hekmat Sharifi
Omar Abdollahi
Omid Mahmoudi.
Dinsdagochtend vroeg hadden de gevangenisautoriteiten alle contacten met de buitenwereld afgesloten om deze massa-executie in het geheim te kunnen organiseren, ondanks dat er tegen de familie van de slachtoffers was gezegd dat ze tot 15:00 uur de tijd hadden om een laatste bezoek aan hun dierbaren te brengen.
Ze hadden de telefoonverbindingen afgesneden en de gevangenis op lockdown gezet, want volgens Mohammad Jafari Montazeri, de procureur-generaal van het regime, waren de gevangenen “de veiligheid aan het verstoren”.
De meeste slachtoffers zijn tussen 2009 en 2011 gearresteerd, en ze zijn 18 tot 31 maanden gekweld in de afgezonderde cellen van de Sanandaj inlichtingendienst. Gedurende die tijd zijn hen de meest elementaire rechten van gevangenen ontzegd; medische zorg, advocaten, familiebezoek.
Kaveh Sharifi heeft 27 maanden geleden onder de pijnigingen, waardoor hij buitengewoon verzwakt was; op 31 juli kreeg hij een hartaanval, maar hij werd evengoed door de gevangenistrawanten uit het ziekenhuis gehaald om hem op te hangen.
Zijn broer Arash Sharifi raakte het zicht uit zijn linkeroog kwijt en kon met rechts maar beperkt zien doordat hem een medische behandeling werd geweigerd.
Shahram Ahmadi werd 33 maanden lang gepijnigd wat resulteerde in gehoorverlies en nierinfectie.
Vorige maand schreef hij aan Ahmed Shaheed, de speciale VN-rapporteur over de situatie van de mensenrechten in Iran. In die brief zei hij: “Ik hoop dat ik als mens berecht wordt, niet als verdachte, door een rechtvaardige rechtbank, dat ik mijn advocaat kan spreken, dat hij zich heeft ingelezen in mijn zaak, dat mijn folteraar niet tevens mijn rechter is, dat de rechter niet verbolgen is en niet zegt dat ik dit sjiitische land moet verlaten of anders sterven, dat de rechtszaak langer dan 5 minuten duurt en dat ik spreekrecht heb”.