Ik wil een Iran zonder executies en zonder marteling, een Iran waar mijn dochter Sara en alle anders dochters een beter leven kunnen leiden.
Ik geloof dat alle weldenkende mensen de plicht heeft om de tirannie in hun tijd aan de kaak te stellen en zich in te spannen daarin verandering te brengen.
Maryam heeft in de gevangenis 8 jaar lang martelingen ondergaan, en 4 familieleden van haar zijn geëxecuteerd. Op dit moment zitten in Iran 4500 mensen vast die ter dood veroordeeld zijn. Maryam voert vanuit de gevangenis actie tegen executie en marteling. Om die reden is haar de toegang tot medische faciliteiten ontzegd en mag ze haar dochter niet ontmoeten.
Stukken uit een brief aan haar familie:
Wanneer ik dreig toe te geven aan zwakheid, spreek ik mijn bron van kracht aan, dat wil zeggen, mijn geloof in verandering. En ik vind zelfs vrede in een wereld die wordt beheerst door angst.
Ik hak in de harde rots van wanhoop en maak er een standbeeld van onverzettelijkheid en hoop voor de toekomst van.
Stukken uit een brief van Maryam aan haar dochter:
Mijn lieve Sara,
Geen kracht in de wereld is in staat om de liefdesband tussen moeder en kind te vernietigen. De hele wereld met al zijn glorie is inferieur aan mijn liefde voor jou. Jouw toekomst en die van alle kinderen zoals jij is voor mij een bron van kracht om te blijven vechten tegen onderdrukking. Ik wil onze wereld en de toekomst ervan betekenis geven, en daarom verdraag ik dit alles om die toekomst werkelijkheid te doen worden.
Brief van Maryam aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties waarin ze de aandacht vestigt op het afschuwelijke Iraanse regime:
Mijn dochter Sara is nu 11; ze was pas 3 toen ik werd gearresteerd. Sara moet geopereerd worden en ik wil dan bij haar zijn, maar het regime weigert daarvoor toestemming te geven. De gedachte dat ik niet bij Sara kan zijn is ondraaglijk.
De trauma’s en pijn die ons en onze families worden aangedaan hebben nu ook gevolgen voor onze kinderen en hun leven, en er lijkt geen eind aan te komen. Ik wens me niet neer te leggen bij deze situatie.
Hoewel ik op dit moment meer dan ooit pijn lijdt, weet ik dat mijn inspanningen, ernst en liefde een betere wereld tot zullen brengen voor Sara en de wereld waarin ze opgroeit.
Maryam uit de Evin-gevangenis:
Bij de massale executies in 1988 behoorden mijn zus Roghieh en broer Abdi tot de mensen die door het regime om het leven werden gebracht. Mijn moeder had het moeilijker met de dood van Roghieh dan met de dood van haar drie zoons, omdat Roghieh een dochtertje had, Mahnaz, die pas drie jaar was toen Roghieh werd gearresteerd, bijna even oud als mijn eigen Sara toen ze haar van mij scheidden. Wanneer ik aan Roghieh denk, denk ik aan haar gevoelens en gedachten ten aanzien van Mahnaz, toen ze ‘nee’ zei tegen de onderdrukkers.
Roghieh, de zus van Maryam, schreef in haar laatste brief aan Mahnaz: Ik weet niet of ik lang genoeg zal leven om de dageraad van de vrijheid te aanschouwen, maar ik ben ervan overtuigd dat jij die wel zult aanschouwen.
Help ons om Maryam en gevangenen zoals haar te redden.
Wij zouden een donatie van uw kant zeer op prijs tellen