17 november 2017-Politieke gevangene Mohammad Ali Taheri werd ter dood veroordeeld alleen maar wegens het  vreedzaam uitoefenen van zijn recht op vrijheid van geloof. In Iran en over de hele wereld  hebben tal van mensenrechtenactivisten zich voor hem ingezet, zodat de zaak internationale aandacht kreeg.

Volgens rapporten van mensenrechtenactivisten werd eind oktober het doodvonnis tegen Mohammad Ali Taheri (foto) in Iran opgeheven. Hij werd vrijgesproken van alle beschuldigingen. In Iran en over de hele wereld  hebben tal van mensenrechtenactivisten zich voor Mohammad Ali Taheri ingezet, zodat de zaak internationale aandacht kreeg. Ook de vertegenwoordiger voor de mensenrechten van de Duitse regering en de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties hebben opgeroepen tot zijn vrijlating.

Na het annuleren van de doodstraf zullen mensenrechtenactivisten zich nu inzetten voor de onmiddellijke vrijlating van Mohammad Ali Taheri. De gewetensgevangene zit al meer dan zes jaar opgesloten in de Evin gevangenis in Teheran. Hij werd op 27 augustus 2017 ter dood veroordeeld.

Mohammad Ali Taheri is de oprichter van een spirituele educatieve en culturele instelling, auteur en vertegenwoordigers van alternatieve therapieën. Zijn terdoodveroordeling was uitsluitend gebaseerd op zijn overtuiging en religieuze leer. Daardoor was dit een flagrante minachting voor het mensenrecht op religieuze en ideologische vrijheid, dat Iran op grond van het internationaal recht verplicht is te eerbiedigen en de beschermen.Teheran: mensenrechtenverdedigers, waaronder de internationaal bekende advocaat Nasrin Sotoudeh, demonstreren voor de vrijlating van Mohammad Ali Taheri.

Het islamitische regime in Iran probeert elke invloed te onderdrukken die zijn machtspositie in gevaar zou kunnen brengen. Daarom worden burgers, die van de staatsdoctrine afwijkende religieuze opvattingen hebben, beschuldigd van “ondermijning van de heilige instelling van de Islamitische Republiek.” Ze worden vervolgd en bestraft door de willekeurige justitie in Iran met de algemene beschuldiging “beledigen van islamitische heiligheden” of “het bevorderen van corruptie op aarde”.

Het doodvonnis van 27 augustus 2017 tegen Mohammad Ali Taheri werd door een revolutionair gerechtshof in Teheran opgelegd wegens “het promoten van  corruptie op aarde”. Als “bewijs” dienden zijn boeken, geschriften en leerstellingen. Vóór de rechtszaak hield het regime een lastercampagne tegen Taheri, o.a. door een lasterlijke uitzending op de Iraanse staatstelevisie.

Mohammad Ali Taheri werd alleen maar gedetineerd wegens het vreedzaam uitoefenen van zijn recht op vrijheid van geloof, meningsuiting en vereniging. Hij werd meerdere malen op dezelfde beschuldiging veroordeeld en is dus het slachtoffer van dubbele straf, wat verboden is door het internationale recht. Artikel 14 (7) van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten bepaalt: “Niemand mag voor een strafbaar feit waarvoor hij definitief is veroordeeld of vrijgesproken overeenkomstig de wet en het procesrecht van het land opnieuw berecht of gestraft worden.”