11 mei 2018-Het Teheran-regime verbiedt het gebruik van de boodschapper-app Telegram, wat een belangrijk communicatiemiddel is voor dissidente demonstranten in Iran. Het blokkeren van communicatiekanalen is een ernstige schending van de grondrechten.

Het Teheran-regime nam eind april nog een maatregel om de vrijheid van informatie in Iran te beperken en verbood de messenger-app Telegram. Telegram is het populairste sociale netwerk in Iran en heeft ongeveer 40 miljoen gebruikers. Dat is ongeveer de helft van de bevolking.

Persvrijheid-400

Het verbod vereist dat alle internetproviders en telecommunicatieaanbieders in Iran de toegang tot Telegram volledig blokkeren. Iedereen die dit overtreedt, wordt vervolgd.

Het verbod is een nieuwe poging van het regime om de toenemende burgerprotesten in Iran te voorkomen. Sinds de protesten tegen het dictatorschap in het hele land eind december 2017 zijn begonnen, was Telegram een van de belangrijkste communicatiemiddelen voor de demonstranten. Informatie, video’s en afbeeldingen van de protesten worden via telegram verspreid in binnen- en buitenland en wereldwijd gebruikt door media. Vanwege de goede codering is Telegram in veel landen populair bij oppositieleden.

Al in januari had het Teheran-regime het internet geblokkeerd voor mobiele telefoons en sociale media-applicaties zoals Instagram en Telegram geblokkeerd om de protesten te onderdrukken. In sommige regio’s van Iran was het internet volledig afgesloten. Het blokkeren van communicatiekanalen is een ernstige schending van de grondrechten.

01-05-18-Teheran-400

Burgerprotesten in Teheran op 1 mei 2018 – Door het internet en andere censuurmaatregelen te blokkeren, probeert het regime te voorkomen dat berichten over de situatie in Iran openbaar worden gemaakt.

Volgens de organisatie Reporters Without Borders, die wereldwijd campagne voert voor vrijheid van informatie, hebben geen onafhankelijke media in Iran de afgelopen decennia van politie-vervolging overleefd. De reformistische media hebben ook de middelen verloren die ze nodig hebben om vrij en onafhankelijk over ontwikkelingen te rapporteren. Als gevolg hiervan staan burgerjournalisten die actief zijn op sociale netwerken nu centraal in de strijd voor vrijheid van nieuws en informatie en voor politieke verandering in Iran.

Het Teheran-regime haalt censuur en repressie aan om het werk van dergelijke burgerjournalisten onmogelijk te maken. De heersende tactieken van het regime omvatten het blokkeren, filteren en agressief bewaken van sociale medianetwerken. Zowel Facebook als Twitter, dat tijdens de massale protesten van 2009 diende als communicatiemiddel, zijn al in heel Iran verboden.

De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch beschreef het verbod op Telegram in Iran als een aanval op de vrijheid van meningsuiting en informatie, die door niets kon worden gerechtvaardigd.