27 september 2019 – In de stad Arak, in het westen van Iran, werden vreedzame protesten voor sociale rechtvaardigheid door de gardisten van het regime met geweld neergeslagen. Minstens 15 demonstranten werden gewond en zeker 30 werden er gearresteerd.
Volgens berichten van mensenrechtenverdedigers heeft het regime in Teheran ook in september met geweld en massa-arrestaties gereageerd op het burgerprotest voor vrijheid en sociale gerechtigheid.
Zo werden op 16 september vreedzame protesten van werknemers van de machinefabriek Heavy Equipment Production Company (HEPCO) in Arak, in het westen van Iran, door gardisten van het regime met geweld onderdrukt. Daarbij werden minsten 15 demonstranten gewond en zeker 30 gearresteerd.
De werknemers van deze onderneming hebben gedemonstreerd om de uitbetaling van hun, al maanden achterstallig, loon te bereiken. Tegelijkertijd protesteerden zij tegen het mismanagement, corruptie en de verslechterende arbeidsomstandigheden, veroorzaakt door privatisering van de fabriek. Een dergelijke demonstratie had ook al plaats gevonden op 7 september bij de hoofdvestiging van het bedrijf. De herhaalde beloften van de ve rantwoordelijken, zich te bekommeren om de verzoeken van de arbeidersgemeenschap, werden niet nagekomen.
Vreedzaam zich inzetten voor sociale gerechtigheid en vakbond wordt door her regime in Teheran bestempeld als een misdaad: „het in gevaar brengen van de staatsveiligheid“. Onafhankelijke vakbonden zijn verboden, protesterende werknemers worden bedreigd en gearresteerd, gemarteld en tot gevangenis- en lijfstraffen veroordeeld.
In oktober 2018 werden 15 werknemers van de HEPCO-fabriek door een rechtbank van het regime telkens tot een maar ook tot twee jaar gevangenisstraf en 74 zweepslagen veroordeeld, omdat zij aan demonstraties hadden deelgenomen.
Mensenrechtenverdedigers eisen dat er een einde komt aan het gebruik van geweld tegen vreedzame demonstranten in Iran en dat alle straffen die zijn opgelegd aan de demonstranten worden opgeheven, omdat deze demonstranten alleen maar gebruik hebben gemaakt van hun recht op een vrije mening en een vreedzame bijeenkomst.