17 december 2019 – De SMV roept de internationale gemeenschap op tot onmiddellijke actie om de moorden en de onderdrukking in Iran te stoppen.

SMV: volgens mensenrechtenorganisaties komen elke dag meer details naar buiten over de afslachting van weerloze mensen en misdaden tegen de menselijkheid, begaan tijdens de protesten in Iran in november. Recent nieuws en rapporten uit Iran geven aan dat inlichtingen agenten en veiligheidstroepen schoten op gewonde demonstranten om hen te doden, terwijl zij naar het Fatemeh Zahra ziekenhuis in Robat Karim, in Teheran, waren gebracht. Een ooggetuige, van wie een familielid gewond was geraakt tijdens de demonstraties, versloeg zijn observatie als volgt:

“Een van onze familieleden raakte gewond bij de protesten. Het was ongeveer zes uur ’s avonds toen ik naar het Fatemeh Zahra ziekenhuis ging. Een paar minuten na mijn aankomst kwamen er wat vrachtwagens vol met gewapende, in burgerkleding gestoken agenten samen met wat lui in het uniform van het IRGC, daar aangereden.  Aanvankelijk maakten zij veel lawaai om iedereen bang te maken, en ze stuurden mensen naar buiten het ziekenhuis uit, de binnentuin in. Een paar minuten laten werd het personeel ook het gebouw uit gestuurd.

De agenten in burger vertelden mensen dat er een gewapende man het ziekenhuis was binnengegaan en dat zij aan het proberen waren hem aan te houden. Ze zeiden: “Het heeft geen nut voor u om hier te blijven staan, want u zou neergeschoten kunnen worden!” Sommige mensen werden bang en vertrokken. Wij bleven bezorgd in de tuin staan, en toen hoorden wij het geluid van schoten. Dat duurde maar een paar minuten. Toen renden zij snel het ziekenhuis uit, zonder arrestant bij zich te hebben.

Tenminste wij zagen niemand gearresteerd worden. Eerst ging het ziekenhuispersoneel naar binnen en toen de families. We bleven aandringen, maar zij lieten ons niet toe de patiënten te bezoeken totdat het 11 uur werd. Voor het incident mochten de families hun patiënt bezoeken. Sommigen hadden hun kinderen gezien, die bij kennis waren en een kogel in hun arm of been hadden.

Aan het eind van de nacht vertelden artsen en verpleegsters aan verschillende van die families dat hun geliefde was gestorven, door bloedarmoede, hartfalen, inwendige bloedingen en om andere onzinnige redenen.

Wij wachtten nog steeds, toen een verpleegster naar ons toekwam en ons vertelde dat ons 22-jarige jongere familielid ook gestorven was aan hartfalen. Zijn moeder en zijn zussen geloofden dat niet. Zij zeiden: “Er moet een fout gemaakt zijn. Wij zagen hem zelf, met eigen ogen, en hij had alleen maar een kogel in zijn been. Hoe kon hij dan sterven?” Maar er was niemand aanspreekbaar.

Na een week werd zijn familie gedwongen om verklaringen te tekenen, dat zij zouden vertellen dat hun kind vermoord was door “hufters”. Er was hen ook gezegd dat hen niet werd toegestaan om zijn dood publiek bekend te maken of hem te begraven in grote steden. Het was op deze voorwaarden dat zij het lichaam terugkregen.

Aanvankelijk lieten ze niet toe dat wij zijn gezicht zouden zien, maar zijn moeder was extreem onrustig. Uiteindelijk lieten ze haar het gezicht zien, voor een paar seconden. Het moment dat zij de kist openden, kreunde zijn moeder dat hij in het hoofd was geschoten. Maar zij hield zich stil omdat ze bang was dat de agenten anders zijn begrafenis zouden verhinderen. Dus kuste zij haar zoon en huilde. Pas na de begrafenis vertelde zij dat hij in het hoofd geschoten was. Hoewel hij enkel in de dij was geschoten tijdens de demonstratie.”

Naarmate de tijd verstrijkt, horen en zien wij meer van de wrede manier van neerslaan van de volksopstand in november en van de massale afslachting van demonstranten door het klerikaal regime. Neerschieten van dichtbij, weerloze mensen aanvallen met de bijl, de machete en messen, mikken op zwangere vrouwen of op kinderen die uit school komen, en doodmartelen van demonstranten. Zoals de VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten stelde, is “het beeld dat nu uit Iran komt, buitengewoon verontrustend”.

Veiligheidsmachten en agenten in burger hebben veel gewonde demonstranten meegenomen uit ziekenhuizen. Een ooggetuige in Teheran zei: “Ik was aan het praten met een van mijn vrienden, die werkt in het Labbafinejd ziekenhuis in Teheran. Hij zei dat een heel, heel groot aantal mensen dat naar het ziekenhuis was gebracht in de nacht van 16 op 17 november, in het oog was geschoten. Zij kwamen meestal uit Karaj. Veiligheidslui namen de meesten van hen in diezelfde nacht of de dag daarna mee, voordat hun behandeling afgerond was”.

Rapporten uit verschillende Iraanse steden wijzen uit dat na de arrestatie, marteling en moord op de jongeren in de laatste demonstraties, het IRGC Inlichtingen personeel hun lichamen in dammen en in rivieren heeft gegooid.

Tegelijkertijd zijn er foto’s en rapporten gepubliceerd in de sociale media van lichamen die zijn gevonden in de rivier van Isfahan, het meer van Hamadan, de rivier van Karaj en Ahvaz en de dam in Sanandaj.

Sommige activisten zeggen dat deze jongeren zijn van de demonstranten die gearresteerd zijn tijdens de demonstraties in november. De families van sommige arrestanten hebben nog steeds geen informatie over het lot van hun kinderen. Zij maken zich zorgen, dat de inlichtingsinstanties een misdaad zouden kunnen begaan tegen hun kinderen.