20 december 2019 – Amnesty International: “De internationale gemeenschap moet dringend actie ondernemen. De VN-Mensenrechtenraad moet onder andere een speciale zitting over Iran houden en een onderzoek instellen naar de illegale moorden, ongegronde arrestaties en verdwijningen en martelincidenten om de verantwoording te waarborgen. (…) Zonder onmiddellijke internationale druk blijven duizenden mensen het risico lopen te worden gemarteld en mishandeld.”

Amnesty International heeft minstens 304 mensen geïdentificeerd die bij de onderdrukking van burgerprotesten in november in Iran gedood zijn. Ook raakten enkele duizenden mensen gewond toen regeringstroepen tegen demonstranten in het hele land dodelijk geweld gebruikten, zo meldde Amnesty op 17 december.

Sinds half november het regime ook proberen om met brute repressie te voorkomen dat mensen over de gebeurtenissen spreken. Duizenden demonstranten, onder wie journalisten, mensenrechtenactivisten en studenten, zouden gearresteerd zijn. De gevangenen zouden onderworpen worden aan marteling en andere vormen van mishandeling. Onder de gearresteerden zouden zich ook 15-jarige minderjarigen bevinden.

Het rapport van Amnesty International vermeldt o.a.:

“Huiveringwekkende verklaringen van ooggetuigen suggereren dat de Iraanse autoriteiten eerst honderden demonstranten hebben afgeslacht en onmiddellijk met uitgebreide represailles hebben geprobeerd om te voorkomen dat mensen over de gebeurtenissen zouden spreken” zei Philip Luther, onderzoeksdirecteur voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika van Amnesty International.

Videobeelden geverifieerd door Amnesty en onderbouwd met ooggetuigenverslagen laten zien hoe de Iraanse veiligheidstroepen het vuur openden op ongewapende demonstranten die geen onmiddellijk gevaar vormden. De meeste moorden die door de organisatie zijn gedocumenteerd zijn te wijten aan verwondingen door vuurwapens aan hoofd, borst, nek of andere vitale organen. Dit geeft aan dat de veiligheidstroepen hun vuurwapens hebben gebruikt met de bedoeling om te doden.

De Verenigde Naties hebben verklaard dat volgens de beschikbare informatie ten minste twaalf minderjarigen zijn gedood. Volgens onderzoek van Amnesty International behoorden daartoe o.a. de 15-jarige Mohammad Dastankhah, die in Shiraz, provincie Fars, in de borst werd geschoten toen hij op weg van school naar huis langs de demonstraties liep, en de 17-jarige Alireza Nouri die in Shahriyar, provincie Teheran, werd vermoord.

“In plaats van te blijven vertrouwen op brutale repressie moeten de Iraanse autoriteiten onmiddellijk en onvoorwaardelijk iedereen die willekeurig gevangen is genomen vrijlaten”, aldus Philip Luther.

“De internationale gemeenschap moet dringend actie ondernemen. De VN-Mensenrechtenraad moet onder andere een speciale zitting over Iran houden en een onderzoek instellen naar de illegale moorden, ongegronde arrestaties en gedwongen verdwijningen en martelingen om de verantwoordingsplicht te waarborgen.”

Massale arrestaties

Op 17 november, de derde dag van de protesten, berichtten staatsmedia dat er meer dan 1000 demonstranten waren gearresteerd. Op 26 november zei Hossein Naghavi Hosseini, een woordvoerder van de parlementscommissie voor nationale veiligheid en buitenlandse politiek, dat er 7000 mensen waren gearresteerd. Officiële cijfers zijn nog niet vrijgegeven door de autoriteiten.

Amnesty International heeft uit verschillende bronnen vernomen dat veiligheidstroepen nog steeds in het hele land razzia’s houden en mensen thuis en op het werk arresteren.

Er worden ook minderjarigen vastgehouden, sommigen pas 15 jaar oud, onder meer in de Fashafouyeh-gevangenis in de provincie Teheran, waar marteling en andere vormen van mishandeling veel voorkomen. Militaire kazernes en scholen worden ook als detentiefaciliteiten gebruikt.

Tal van overheidsfunctionarissen zoals bijv. de religieuze leider en de Hoogste Justitiële Autoriteit hebben de demonstranten omschreven als “criminelen” en “relschoppers” en hebben hen in verband gebracht met buitenlandse mogendheden. De staatsmedia drongen erop aan dat de “leiders” van de protesten met de dood zouden worden gestraft.

Ook worden journalisten, studenten en mensenrechtenactivisten – inclusief zij die zich inzetten voor arbeidsrechten en de rechten van minderheden – en leden van etnische minderheden willekeurig gearresteerd en gevangengehouden. (…)

Marteling en andere vormen van mishandeling

Ooggetuigenverslagen en video-opnames geven aan dat gevangenen in veel gevallen gemarteld en anderszins mishandeld zijn, onder andere met afranselingen en wapenstokken. Eén persoon verklaarde dat een op borgtocht vrijgelaten familielid kneuzingen en snijwonden op zijn gezicht had en zo getraumatiseerd was dat hij het huis niet wilde verlaten.

Een door Amnesty geverifieerde en gelokaliseerde video laat zien hoe met handboeien geketende gevangenen naar de binnenplaats van het politiebureau van Mali Abad in Shiraz worden gebracht en vervolgens door veiligheidstroepen geslagen en geschopt worden.

Slachtoffers en ooggetuigen hebben Amnesty International ook verteld dat Iraanse veiligheidstroepen in het hele land ziekenhuizen en medische voorzieningen hebben doorzocht om gewonde demonstranten te arresteren en naar detentiecentra te brengen. Daarbij ontzegden zij de getroffenen een mogelijk levensnoodzakelijke behandeling.

Een bron zei dat leden van de geheime dienst de leiding van een ziekenhuis in de provincie Khoezestan dwongen om een lijst met de namen van alle nieuw opgenomen patiënten te verstrekken.

“De autoriteiten zijn verplicht alle gevangenen te beschermen tegen foltering en andere vormen van mishandeling. Gezien het systematische gebruik van foltering in Iran moeten de autoriteiten er dringend voor zorgen dat medewerkers van de VN, gevolmachtigde ambtenaren en andere relevante deskundigen onmiddellijk toegang hebben tot detentiefaciliteiten en gevangenissen om hun onderzoek uit te voeren” zei Philip Luther. “Zonder onmiddellijke internationale druk blijven duizenden mensen het risico lopen te worden gemarteld en mishandeld.”

Gedwongen verdwijning en detentie zonder contact met de buitenwereld

Amnesty International heeft meldingen ontvangen dat gedetineerden vaak weinig of geen contact met hun familie mogen hebben en dat sommigen vastgehouden worden onder omstandigheden die gelijk staan aan verdwijning, wat een misdrijf is volgens het internationale recht.

Familieleden van de families van de slachtoffers vertelden Amnesty International dat ze op politiebureaus, bij het parket, de revolutionaire rechtbanken, in gevangenissen en andere detentiecentra naar hun vermiste familieleden hadden gevraagd maar geen informatie hadden ontvangen. (…)

“De wereld mag niet werkeloos toezien hoe de Iraanse autoriteiten ernstige schendingen van de mensenrechten blijven plegen om meedogenloos alle kritische stemmen tot zwijgen te brengen” zei Philip Luther.