8 maart 2021 – Mensenrechtengroeperingen eisen vrijlating van Atena Daemi. Door gefabriceerde aanklachten en willekeurige vonnissen wordt haar gevangenisstraf steeds weer verlengd, omdat zij ook in de gevangenis tegen mensenrechtenschendingen protesteert.

Het hoogste Gerechtshof in Iran heeft in het einde van februari de aantekening voor Hoger beroep van de mensenrechtenactiviste Atena Daemi (foto) afgewezen. Daardoor werd een gevangenisstraf van twee jaar, door het Gerechtshof in Teheran in juni 2020 aan haar opgelegd, bevestigd.

Atena Daemi zit al sinds november 2016 in de gevangenis. Omdat zij aan haar overtuigingen vasthoudt en ook in de gevangenis tegen de mensenrechtenschendingen protesteert, wordt zij steeds weer met nieuwe onterechte vonnissen en verlenging van de gevangenschap gestraft.

De 32-jarige voorvechtster van mensenrechten wordt al meer dan vier jaar in de Evin-gevangenis vastgehouden, omdat zij zich met vreedzame middelen tegen de doodstraf en voor de rechten en de bescherming van kinderen en jongeren in Iran heeft ingezet. Zij heeft informatie over mensenrechtenschendingen in Iran gepubliceerd en op internet tegen de massa-executies van politieke gevangenen in de jaren 1980 geprotesteerd.

Op 4 juli 2020 had Atena Daemi eigenlijk vrijgelaten moeten worden. Maar dat werd haar geweigerd, want zij was in september 2019 tot een nieuwe gevangenisstraf veroordeeld. De grond voor deze veroordeling was, dat de mensenrechtenactiviste vanuit de gevangenis tegen de executies van politieke gevangenen, die werden voltrokken in 2018, had geprotesteerd.

Dit is de moeder van Atena, die voor de Evin-gevangenis staat te demonstreren voor de vrijlating van haar dochter
Atena Daemi werd in januari 2020 voor de derde keer aangeklaagd. Deze keer verweet Justitie haar dat zij in december 2019 in een open brief, samen met 7 andere vastzittende mensenrechtenactivistes, haar solidariteit met de families van de in november 2019 gedode demonstranten had betuigd, die door de regeringstroepen waren neergeschoten. De vastgezette vrouwen gaven aan, dat zij in de gevangenis een nachtwake zouden houden voor de gedode demonstranten. Tegen hen alle 8 werd daarop een drie weken durend bezoekverbod uitgevaardigd. Einde december 2019 werd Atena daarbovenop ook in eenzame opsluiting gezet en werd zij bedreigd met verbanning naar een gevangenis ver weg.
Op grond van de derde aanklacht werd Atena in juni 2020 in een willekeurproces-zitting van 5 minuten veroordeeld tot een derde gevangenisstraf van twee jaar. Deze derde straf werd nu door het Hoogste Gerecht bevestigd.

De Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, Michelle Bachelet, heeft al in oktober 2020 met zorg gewezen op het feit dat dissidenten en andersdenkenden in Iran permanent en systematisch vervolgd worden, en dat het gebruikmaken van je grondrechten daar gecriminaliseerd wordt. Het openbaar ministerie voor strafvervolging wordt daar gebruikt als instrument om de burgersamenleving het zwijgen op te leggen.


“Ik roep op tot onvoorwaardelijke vrijlating van mensenrechtenverdedigers, advocaten, politieke gevangenen, vreedzame demonstranten en allen die van hun vrijheid zijn beroofd, omdat zij hun mening gaven of gebruik maakten van hun burgerrechten”, zo verklaarde Bachelet.
Mensenrechtengroeperingen eisen de directe vrijlating van Atena Daemi, die enkel daarom vastzit omdat ze gebruik maakte van haar recht op vrijheid van meningsuiting en van vergadering.

In Iran worden mensenrechtenactivisten enkel vastgezet wegens hun overtuigingen en hun vreedzame demonstratie, onder het voorwendsel van “In gevaar brengen van de Staatsveiligheid”, met de grootste hardvochtigheid vervolgd. Mensenrechtenverdedigers hebben internationale bescherming nodig. Bemoeivolle wereldwijde opmerkzaamheid en sterke openlijke druk zijn hard nodig om de onderdrukking in Iran te stoppen.