7 augustus 2021, Den Haag – Op dinsdag 3 augustus organiseerden Iraanse ballingen een grote protestbijeenkomst bij het gebouw van de Tweede Kamer. De aanleiding was de inauguratie van de nieuwe, door het regime geselecteerde president van Iran, Ibrahim Raisi. Raisi heeft als lid van de ‘commissie des doods’ in de zomer van 1988 duizenden politieke tegenstanders laten executeren. Naast de Iraanse ballingen waren ook vrienden en supporters van de ballingen aanwezig.
Tijdens de protestbijeenkomst werd door verscheidene familieleden van de vermoorde activisten gesproken. Zij droegen hun portretten en ondanks dat zij in het Perzisch spraken, voelde je hun pijn en verdriet. Veel slachtoffers liggen in massagraven en familieleden hebben nooit afscheid kunnen nemen. Overal hingen foto’s van geëxecuteerde veelal jonge mensen.

Na deze indringende en emotionele bijdragen volgde een toespraak van prof. Dr. Henk de Haan, voorzitter van de Nederlandse groep Vrienden voor een Vrij Iran en voormalig lid van de Tweede Kamer.

Hij sprak er schande van dat zo iemand president kan worden én dat er een vertegenwoordiger van de EU, en ook de Nederlandse ambassadeur, aanwezig zouden zijn. Hij riep de Nederlandse regering op dit af te keuren en de president niet te erkennen.

Vervolgens nam prof. Kees de Lange, voormalig lid van de Eerste Kamer, het woord en hij was in zijn toespraak heel duidelijk over de ‘slager’ van het misdadige theocratische regime in Iran.

Ook enkele vertegenwoordigers van vrienden en supporters hielden een toespraak, waarin zij aangaven dat Nederland deze president niet moet erkennen en hij juist berecht dient te worden. Zo zei Albert Welleweerd:

Wij vragen de internationale gemeenschap om misdadiger Raisi niet met zijn presidentschap te feliciteren. Maar integendeel: zijn benoeming openlijk te veroordelen en ervoor te zorgen dat hij en de andere leden van de doodscommissie berecht worden wegens misdaden tegen de menselijkheid.
Wij vragen de Nederlandse regering op geen enkele wijze met Raisi samen te werken. Met een massamoordenaar als president mag het niet ‘business as usual’ zijn.

Wij vragen de Nederlandse regering het recht van opstand van de Iraanse bevolking te erkennen, de Iraanse ambassade in Den Haag te sluiten en de Iraanse diplomaten uit te wijzen.

Jongeren namen een bijzondere plek in bij deze demonstratie; zij legden bloemen bij de portretten neer en enkelen hielden een toespraak. Zij benadrukten de noodzaak Raisi voor het internationale gerecht te krijgen. Dit wordt ondersteund door de oproep van de speciale VN-gezant voor mensenrechten in Iran en Amnesty International. Zij beschikken over veel documenten en getuigenissen.
Intussen werden er tijdens de demonstratie zo’n 1000 flyers met informatie uitgedeeld aan het passerende publiek.
Tijdens de demonstratie was er ook een live verbinding met de tv-zender van de Iraanse oppositie en kon iedereen, ook binnen Iran, zien dat er veel steun is voor deze gerechtigheid.

Aan het eind was er nog een korte indrukwekkende optocht door het centrum van Den Haag.

V.S Washington D.C & Brussel

Voor het Capitool in Washington herdachten mensenrechtenactivisten en Iraanse ballingen de slachtoffers van de massa-executies in Iran in 1988 met een grote tentoonstelling.

In Brussel werd de EU opgeroepen ervoor te zorgen dat degenen die verantwoordelijk zijn voor de mensenrechtenschendingen in Iran ter verantwoording worden geroepen.


Duitsland- Berlijn

Na de inauguratie van de nieuwe president van het Iraanse regime wordt de roep luider dat Ebrahim Raisi en andere functionarissen van het regime ter verantwoording moeten worden geroepen voor hun betrokkenheid bij ernstige mensenrechtenschendingen op grond van het beginsel van het internationaal recht. Met name de massa-executies van politieke gevangenen in 1988 moeten het voorwerp uitmaken van een internationaal onderzoek.
In de eerste week van augustus hebben Iraanse ballingen en mensenrechtenactivisten overal ter wereld betogingen en waken gehouden om de internationale gemeenschap op te roepen de nieuwe president van het regime in Teheran, Ebrahim Raisi, te vervolgen wegens misdaden tegen de menselijkheid.

Tegen Raisi en andere functionarissen van het Iraanse regime die verantwoordelijk zijn voor misdrijven naar internationaal recht dient een internationaal onderzoek te worden ingesteld. De daders moeten ter verantwoording worden geroepen door nationale rechtbanken of door het Internationaal Strafhof in Den Haag. Er moet een einde komen aan de huidige straffeloosheid. Dit is de enige manier om een einde te maken aan de huidige schendingen van de mensenrechten in Iran.

Deze oproep beroept zich op het beginsel van universele rechtvaardigheid, ook bekend als het “beginsel van universele rechtsmacht”. Op grond daarvan kunnen ernstige mensenrechtendelicten overal ter wereld worden vervolgd, ongeacht op wiens grondgebied de feiten zijn gepleegd en ongeacht de nationaliteit van de daders of de slachtoffers. Het beginsel van het internationaal recht is van toepassing op misdrijven die volgens het internationaal strafrecht strafbaar zijn, waaronder genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven.

Amnesty International had op 19 juni 2021 al opgeroepen tot een strafrechtelijk onderzoek naar Raisi wegens misdaden tegen de menselijkheid, zoals moord, gedwongen verdwijningen en foltering. Agnès Callamard, de secretaris-generaal van Amnesty International, had verklaard: “Wij blijven erop aandringen dat Ebrahim Raisi wordt onderzocht op zijn betrokkenheid bij vroegere en lopende misdaden in het kader van het internationaal recht, ook door staten die het beginsel van het internationaal recht toepassen.“

Misdaden tegen de menselijkheid: bloedbad onder politieke gevangenen in 1988

Talrijke documenten en ooggetuigenverslagen, die door mensenrechtenactivisten over de hele wereld zijn onderzocht en geverifieerd, bewijzen dat Ebrahim Raisi decennialang een actieve rol heeft gespeeld bij ernstige mensenrechtenschendingen in Iran.
Van bijzonder belang is Raisi’s bewezen betrokkenheid bij de massa-executies van 1988, een georganiseerde massamoord door de staat op politieke gevangenen in heel Iran in de nazomer en de herfst van 1988. Naar schatting zijn wel 30.000 gevangenen het slachtoffer geworden van dit bloedbad. Ze werden opzettelijk vermoord om elke politieke dissidentie te smoren. De geëxecuteerden werden door hun beulen begraven in naamloze massagraven. Familieleden werden geïntimideerd en bedreigd zodat geen informatie over het bloedbad de buitenwereld zou bereiken.

De executies in 1988 werden beslist door zogenaamde “doodscomités”, die gevangenen in groepen ter dood veroordeelden tijdens processen die slechts enkele minuten duurden. Het doodscomité dat besloot tot de executies in de gevangenissen in het gebied rond Teheran telde vier vooraanstaande leden. Een van hen was de president van het nieuwe regime, Raisi. Alleen al in de Evin en Gohardasht gevangenissen, waarvoor Raisi verantwoordelijk was, werden duizenden executies uitgevoerd.

De massa-executies in Iran in 1988 worden door deskundigen op het gebied van het internationale recht aangemerkt als misdaden tegen de menselijkheid. Zij vormen derhalve een strafbaar feit volgens het internationaal strafrecht. Mensenrechtenactivisten dringen aan op de oprichting van een onafhankelijke internationale onderzoekscommissie door de Verenigde Naties om deze bloedbaden te onderzoeken.

Raisi medeverantwoordelijk voor bloedbad op vreedzame demonstranten in november 2019

Volgens mensenrechtenactivisten is Raisi ook medeverantwoordelijk voor het doden van demonstranten in Iran in november 2019. Toen burgers in die tijd in bijna 200 Iraanse steden demonstreerden tegen de dictatuur, vuurden de troepen van het regime met scherp op bijeenkomsten van vreedzame demonstranten. Meer dan 1500 demonstranten werden gedood, waaronder veel vrouwen en kinderen. Het aantal gewonden wordt geschat op enkele duizenden. Raisi, die destijds hoofd van de rechterlijke macht was, keurde deze massamoord goed en zorgde ervoor dat geen van de daders of verantwoordelijken ervoor werd gestraft.

Brute repressie en executies van demonstranten

Raisi is ook medeverantwoordelijk voor de brute repressie die volgde op de massale protesten in november 2019. Hij is verantwoordelijk voor massa-arrestaties in het hele land en martelingen in de gevangenissen. Talrijke aangehouden demonstranten werden toen doodgemarteld. Veel demonstranten werden vervolgens in showprocessen veroordeeld tot lange gevangenisstraffen of zelfs de doodstraf. Raisi is verantwoordelijk voor de executie van vreedzame demonstranten.