5 oktober 2021 – Het lopende strafproces in Stockholm tegen een functionaris van het Iraanse regime wegens de massamoord op gevangenen vestigt de aandacht van het publiek op de ernstige misdaden die de dictatuur in Teheran volgens het internationale recht heeft begaan.

In Stockholm gaat het strafproces tegen de Iraanse regeringsfunctionaris Hamid Nouri verder en worden de getuigen ondervraagd. De Zweedse aanklager beschuldigt de verdachte ervan betrokken te zijn geweest bij de massa-executies van 1988, die aan duizenden politieke gevangenen in Iran het leven hebben gekost. De beschuldigde was een assistent van het zogenaamde “doodscomité” dat besloot tot de massa-executies in de Gohardasht-gevangenis bij Teheran in 1988. Na een uitgebreid onderzoek wordt hij beschuldigd van de moord met voorbedachten rade op honderden politieke gevangenen. Nouri werd in november 2019 op de luchthaven van Stockholm gearresteerd toen hij vanuit Iran het land binnenkwam. Hij zit sindsdien in voorlopige hechtenis.

Voor het gerechtsgebouw in Stockholm: overlevenden van de massa-executies in Iran en familieleden van de slachtoffers eisen gerechtigheid.
Het proces in Stockholm wordt een van de meest omvangrijke Zweedse strafprocessen met ongeveer 100 procesdagen en zal naar verwachting tot april 2022 duren. Bijna 70 gezamenlijke eisers en getuigen uit verschillende landen in Europa en Noord-Amerika zijn gedagvaard, onder wie veel voormalige gevangenen van de Gohardasht-gevangenis.
Het openbaar ministerie rechtvaardigt de bevoegdheid van de Zweedse rechterlijke macht met het beginsel van het wereldrecht. Het is de eerste keer dat de internationale gemeenschap een functionaris van het Iraanse regime ter verantwoording roept voor het bloedbad van 1988.
Mensenrechtenactivisten voeren campagne voor andere landen om het voorbeeld van Zweden te volgen en andere functionarissen van het Iraanse regime te vervolgen voor hun misdaden volgens het internationaal recht.

Op 02.10.2021 berichtte de WESER-KURIER in haar online-editie over het proces. Dit zijn uittreksels uit het verslag:

Stockholm: Het Iraanse regime in de beklaagdenbank

Sinds begin augustus is in Stockholm een spectaculair proces aan de gang tegen een folteraar uit Iran. Indirect staat het regime in Teheran echter in de beklaagdenbank, zegt Birgit Svensson.
door Birgit Svensson

Het is een soortgelijk baanbrekend proces als dat tegen een beul van de Syrische geheime dienst in Koblenz – en het vindt momenteel plaats in Zweden. Toen de Iraanse Hamid Noury begin augustus in Stockholm voor het eerst door de rechtbank werd berecht, ontkiemde er een grote hoop: In de toekomst mogen folteraars en misdadigers tegen de menselijkheid nergens meer ongestraft blijven. Noury werd twee jaar geleden gearresteerd toen hij probeerde Zweden binnen te komen om familie te bezoeken. Hij wordt beschuldigd van het begaan van oorlogsmisdaden tijdens de laatste fase van de oorlog tussen Iran en Irak in de jaren tachtig. Hij zou onder meer een leidende rol hebben gespeeld bij de moord op meer dan 5.000 politieke gevangenen in de Iraanse Gohardasht-gevangenis in 1988. Het vonnis wordt in april volgend jaar verwacht.
“Zweden durft iets te doen”, zeggen ze in diplomatieke kringen in Stockholm, “de Zweden hebben moed”. Omdat de heersers in Teheran alles zouden doen om het proces te beïnvloeden; om te voorkomen dat de achtergrond van de daden aan het licht komt. Want met Hamid Noury zit ook de nieuwe Iraanse president Ebrahim Raisi in de beklaagdenbank in Stockholm – zij het bij verstek.

Hij wordt in verband gebracht met de donkerste momenten in de recente geschiedenis van de islamitische Staat Gods, toen in de zomer van 1988 duizenden oppositieleden werden geëxecuteerd op bevel van de revolutionaire leider Ayatollah Khomeini. De beul en uitvoerder van de zuiveringen was Ebrahim Raisi. Hij besliste over leven en dood. Hoeveel bloed er op zijn vingers zit is nog onduidelijk. Maar het proces belooft hier wat licht op te werpen. En bovenal vestigt het de aandacht van het publiek op het misdadige regime en zijn wreedheden, die tot op de dag van vandaag voortduren. Want de nieuwe regering van Iran, die sinds augustus aan de macht is, is een gruwelkabinet van hardliners. (…)