Op dinsdag 21 september hebben Iraanse activisten en voorvechters van de mensenrechten in elf steden aan weerszijden van de Atlantische Oceaan betogingen gehouden om de systematische schendingen van de mensenrechten door het klerikale regime te veroordelen. Deze protesten werden gelijktijdig gehouden met de eerste toespraak van de nieuwe president van het regime, Ebrahim Raisi, voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, die werd gepresenteerd in de vorm van een vooraf opgenomen videoboodschap.

Protesten werden gehouden in New York, Parijs, Londen, Berlijn, Rome, Vancouver, Den Haag, Brussel, Keulen, Boekarest en Göteborg.

Er zijn onweerlegbare bewijzen dat Raisi een sleutelrol heeft gespeeld bij de afslachting van meer dan 30.000 politieke gevangenen in 1988. De betogers veroordeelden zijn toespraak tot de Algemene Vergadering van de VN en onderstreepten dat het feit, dat de wereldgemeenschap toestaat dat een massamoordenaar als Raisi de VN toespreekt, de systematische straffeloosheid voor de schenders van de mensenrechten in Iran in de hand werkt.

In New York hielden Iraniërs een betoging op het Dag Hammarskjöldplein, vlak bij de ingang van de VN. De demonstranten drongen er bij de internationale gemeenschap op aan om het dossier over de mensenrechtenschendingen van het regime voor te leggen aan de VN-Veiligheidsraad en Raisi ter verantwoording te roepen voor zijn rol bij het bloedbad van 1988. Ook drongen zij er bij de westerse mogendheden op aan het regime uitgebreide sancties op te leggen wegens zijn systematische schendingen van de mensenrechten en de export van terrorisme naar het buitenland.

Eind augustus 2021 stelden gerenommeerde Europese advocaten en juristen vast dat de massamoord van 1988 op politieke gevangenen vanwege hun geloofsovertuiging het directe gevolg was van een fatwa van Roehollah Khomeini en daarom als genocide moet worden beschouwd. Alle westerse mogendheden zijn dus op grond van het Genocideverdrag verplicht de daders van die genocide ter verantwoording te roepen.
De demonstranten in New York herhaalden deze eis en herinnerden de wereldgemeenschap aan haar humanitaire verplichtingen.

Naast deze protesten organiseerden Iraniërs in de VS, Canada en Europa fototentoonstellingen ter herdenking van de martelaren van de massamoord van 1988.
In Stockholm hielden uitgeweken Iraniërs een grote bijeenkomst, gevolgd door een internationale conferentie. Er zij op gewezen dat Hamid Nouri, die aan de massamoord van 1988 had deelgenomen, thans in Zweden voor de rechter staat. De conferentie in Zweden werd bijgewoond door verscheidene prominente Europese politici en ook door tientallen voormalige Iraanse politieke gevangenen, voornamelijk de overlevenden van het bloedbad van 1988.

Een dag eerder, op maandag 20 september, de vooravond van Raisi’s toespraak tot de Algemene Vergadering van de VN, organiseerden de Iraans-Amerikaanse gemeenschappen in de VS een belangrijke manifestatie in Washington DC en drongen zij er bij de Amerikaanse regering op aan om zijn vervolging te eisen. Zij riepen ook op tot een vastberaden beleid ten aanzien van het regime van de moellahs.
Verschillende gerenommeerde Amerikaanse politici van beide politieke partijen woonden deze manifestatie bij. Mike Pompeo, voormalig minister van Buitenlandse Zaken, was een van de sprekers. In zijn opmerkingen zei de heer Pompeo:

“U weet dat deze Ebrahim Raisi precies is wat Khamenei als president wil – iemand die zijn bevelen opvolgt. Iemand die bereid is het Iraanse volk op zijn bevel te mishandelen en af te slachten. Dit is geen vooruitgang maar achteruitgang. Alleen degenen die zich verzetten, zowel binnen als buiten Iran, bieden hoop voor Iran. Daarom is deze bijeenkomst en het werk dat u vandaag doet zo belangrijk.
“De Verenigde Staten moeten de wereld leiden, te beginnen vandaag, bij deze gelegenheid, om hem ter verantwoording te roepen voor misdaden tegen de menselijkheid die hij heeft begaan. Elke omgang met Raisi zou neerkomen op omgang met een massamoordenaar. Dat is niet alleen immoreel, maar ook contraproductief.

“Wij allen moeten dit glashelder maken aan onze bondgenoten in Europa en Azië en hen ter verantwoording roepen als zij zaken doen met deze man die in 1988 duizenden van zijn land naar de executie stuurde.” De voormalige minister van Buitenlandse Zaken van de VS verklaarde ook dat daarom “Raisi moet worden vervolgd, niet volgende week, niet volgend jaar. We moeten hem nu vervolgen.”

De inhoud van de toespraak van Raisi op dinsdag 21 september weerspiegelde een strategie van stille escalatie van de spanning met westerse tegenstanders, terwijl die tegenstanders tegelijkertijd werden aangespoord om de hand te blijven reiken voor onderhandelingen en meer betrokkenheid bij het regime. Maar de deelnemers aan de conferenties in Washington en Stockholm waarschuwden de Amerikaanse en Europese beleidsmakers dat een dergelijke toenadering de escalaties van de regering Raisi alleen maar zou versterken, met ernstige gevolgen voor de internationale veiligheid en voor de fundamentele rechten van het Iraanse volk.
Deelnemers aan de bijeenkomsten en conferenties waren er stellig van overtuigd dat de internationale gemeenschap een vastberaden beleid ten aanzien van Iran moet voeren – een beleid dat de fundamentele mensenrechten van het Iraanse volk beschermt en tevens van vitaal belang is voor de vrede en rust in de regio en de wereld.

De sprekers waren het erover eens dat de eerste stap om de agressieve strategie en de kwaadaardige activiteiten van Teheran te ondermijnen erin moet bestaan de leiders van het land ter verantwoording te roepen voor schendingen van de mensenrechten en misdaden tegen de menselijkheid.

De deelnemers aan de manifestaties drongen er ook bij de Verenigde Staten en de Europese Unie en haar lidstaten op aan het dossier over de schendingen van de mensenrechten in Iran aan de VN-Veiligheidsraad voor te leggen. Een dergelijke maatregel zal de VN in staat stellen te zorgen voor de internationale vervolging van de Opperste Leider, Ali Khamenei, en van de president van het regime, Ebrahim Raisi, alsmede van andere leiders van het regime, wegens het begaan van vier decennia van misdaden tegen de menselijkheid en genocide.

Er zij nogmaals op gewezen dat de verwijzing naar genocide gebaseerd is op het oordeel van verscheidene rechtsgeleerden over de massamoord op gevangenen in 1988, namelijk dat de slachtoffers op grond van de fatwa van Khomeini het doelwit waren, en nog steeds zijn, van hun geloofsovertuiging, en dat de moorden bijgevolg als genocide moeten worden beschouwd. De kernboodschap van alle manifestaties en protesten op zowel maandag als dinsdag was een oproep aan de wereldgemeenschap om het Iraanse regime ter verantwoording te roepen voor decennialange schendingen van de mensenrechten.

Zij riepen de internationale gemeenschap op een einde te maken aan decennia van systematische straffeloosheid in Iran en herinnerden de wereldleiders eraan dat hun passiviteit deze straffeloosheid in de hand werkt en verwoestende gevolgen heeft voor de algemene mensenrechtensituatie in Iran. Zij drongen er bij de internationale gemeenschap op aan het bloedbad van 1988 te onderzoeken en de daders, waaronder Ebrahim Raisi en Ali Khamenei, ter verantwoording te roepen.

Conferenties in Stockholm en Washington riepen op tot de vervolging van Raisi.