22 oktober 2021 – Mensenrechtenorganisaties roepen de internationale gemeenschap op zich in te zetten voor de vrijlating van Atena Daemi. Door middel van verzonnen aanklachten en willekeurige straffen wordt haar gevangenisstraf herhaaldelijk verlengd omdat zij blijft protesteren tegen schendingen van de mensenrechten. Zij wordt onder onmenselijke omstandigheden vastgehouden in een provinciale gevangenis.

De 32-jarige mensenrechtenactiviste Atena Daemi (foto) zit al zeven jaar ten onrechte in de gevangenis. Omdat zij bij haar overtuigingen blijft en zelfs in de gevangenis protesteert tegen schendingen van de mensenrechten, wordt zij herhaaldelijk gestraft met nieuwe onrechtvaardige straffen en detentieverlengingen.
In maart 2021 werd Atena Daemi onder dwang en met geweld overgebracht van de Evin-gevangenis in Teheran naar de Lakan-gevangenis in de Noord-Iraanse stad Rasht, die meer dan 300 km verwijderd is van haar geboortestad Teheran en haar familie.

De gedwongen overplaatsing is een strafmaatregel tegen de mensenrechtenactivist. Het is in strijd met zowel het internationale als het Iraanse recht, volgens hetwelk gevangenen zoveel mogelijk moeten worden ondergebracht in gevangenissen dicht bij hun woonplaats.

De omstandigheden van detentie in de Lakan-gevangenis zijn onmenselijk. Atena Daemi wordt daar samen met drugsverslaafde gevangenen onder de slechtste hygiënische omstandigheden vastgehouden. Zij heeft verscheidene malen in open brieven geprotesteerd tegen de schendingen van de mensenrechten waaraan de gevangenen daar worden onderworpen. Daarom wordt Atena Daemi gestraft met represailles. Herhaaldelijk worden telefoongesprekken en familiebezoeken haar ontzegd, en haar contact met haar advocaat wordt belemmerd.

De mensenrechtenactiviste werd in oktober 2014 gevangengezet omdat zij met vreedzame middelen campagne voerde tegen de doodstraf en voor de rechten en bescherming van kinderen en jongeren in Iran. Zij heeft informatie gepubliceerd over schendingen van de mensenrechten in Iran en op het internet geprotesteerd tegen de massa-executies van politieke gevangenen in de jaren ’80.

Op 4 juli 2020 had Atena Daemi vrijgelaten moeten worden. Maar zij werd niet vrijgelaten omdat zij in september 2019 tot een nieuwe gevangenisstraf van twee jaar was veroordeeld. De reden voor deze veroordeling was dat de mensenrechtenactivist vanuit de gevangenis had geprotesteerd tegen de executies van politieke gevangenen die in 2018 waren uitgevoerd.

De ouders van Atena Daemi doen herhaaldelijk een beroep op de wereldgemeenschap om zich in te zetten voor de vrijlating van hun dochter, zoals hier te zien is in maart 2021 ter gelegenheid van Atena Daemi’s verjaardag.
In januari 2020 werd Atena Daemi voor de derde keer aangeklaagd. In deze aanklacht beschuldigt de rechterlijke macht van het regime haar ervan dat zij in december 2019, samen met zeven andere gevangen vrouwelijke mensenrechtenverdedigers, een open brief heeft geschreven waarin zij solidariteit betuigt met de families van demonstranten die in november 2019 door de troepen van het regime zijn gedood. Op de derde aanklacht werd Atena Daemi in juni 2020 in een arbitrair proces van vijf minuten veroordeeld tot een derde gevangenisstraf van twee jaar.

De Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de VN, Michelle Bachelet, heeft er reeds in oktober 2020 met bezorgdheid op gewezen dat dissidenten en andersdenkenden in Iran permanent en systematisch worden vervolgd en dat het recht op uitoefening van fundamentele rechten er wordt gecriminaliseerd. Het strafrechtsysteem wordt gebruikt als een instrument om de civiele maatschappij het zwijgen op te leggen.
“Ik roep op tot de onvoorwaardelijke vrijlating van mensenrechtenverdedigers, advocaten, politieke gevangenen, vreedzame demonstranten en alle mensen die van hun vrijheid zijn beroofd omdat zij hun stem hebben verheven of hun rechten hebben opgeëist,” zei Bachelet.

Mensenrechtengroeperingen eisen de onmiddellijke vrijlating van Atena Daemi, die uitsluitend wordt vastgehouden omdat zij haar recht op vrijheid van meningsuiting en vergadering heeft uitgeoefend. In Iran worden verdedigers van de mensenrechten hard vervolgd onder het voorwendsel dat zij “de staatsveiligheid in gevaar brengen”, enkel en alleen omdat zij veroordeeld zijn en vreedzaam protesteren. Mensenrechtenverdedigers hebben internationale bescherming nodig. Blijvende wereldwijde aandacht en sterke publieke druk zijn nodig om de repressie in Iran te stoppen.