27 mei 2022 – De recente landelijke protesten in Iran tegen de stijgende prijzen van producten als brood, bakolie, eieren en pasta begonnen op 6 mei in de provincie Khoezestan ( in het zuidwesten van Iran), waar ze door de staatspolitie en de anti-oproertroepen met geweld werden beantwoord.
Zoals altijd beperkte het Iraanse regime tijdens de protesten de toegang tot het internet. Volgens de NetBlocks-databank is het internet in sommige delen van Iran verstoord, vooral in gebieden waar protesten plaatsvinden.

Sinds 10 mei, toen de regering van Ebrahim Raisi de prijzen van vier basisproducten verhoogde – met name de prijzen van bakolie stegen van de ene dag op de andere met meer dan 400 procent – hebben de straatprotesten zich verspreid over ten minste 10 provincies. Het regime probeerde de uitbreiding van de protesten te verhinderen door geweld te gebruiken, wat op sommige plaatsen leidde tot het doden van demonstranten. Ondanks de moorden en de wijdverspreide arrestaties slaagde het daar niet in. De begrafenissen van de slachtoffers werden het toneel van nieuwe botsingen tussen het volk en de onderdrukkende troepen van het regime.
De demonstraties werden onmiddellijk gepolitiseerd en richtten zich tegen het hele regime en zijn leiders met slogans als “Weg met Khamenei, weg met de dictator” en “We willen niet dat moellahs regeren”.

De demonstranten, afkomstig uit alle lagen van de bevolking, roepen slogans die gericht zijn tegen de topambtenaren van het klerikale systeem, onder wie de Opperste Leider, Ali Khamenei, en president Ebrahim Raisi. Het is duidelijk dat het protest tegen de kwakkelende economie een aanvulling is op een andere primaire eis: het omverwerpen van het regime. De demonstranten scandeerden: “Khamenei is een moordenaar, zijn heerschappij is onwettig”, de moellahs moeten weg” en “nee tegen de dictator”, “Noch overgave noch vernedering, schreeuw je recht uit”, “Leugenaar Raisi, wat is er gebeurd met je loze beloften”, “Nee tegen de heerschappij van de IRGC”, “Noch Gaza noch Libanon, ik offer mijn leven op voor Iran”.
In de steden waar protesten aan de gang zijn, is het internet geheel of gedeeltelijk afgesloten door de regering in een poging om de verspreiding van nieuws te controleren.

Wat was de aanleiding voor de protesten?

De nieuwe reeks protesten in Iran is begonnen na de snelle stijging van de prijzen van consumptiegoederen, met name brood en deegwaren. Hoewel de prijzen de laatste jaren een stijgende tendens vertoonden, schoten ze snel omhoog nadat de regering van Ebrahim Raisi de preferentiële wisselkoers voor met name meel en brood had afgeschaft.
Voorheen werden zes basisproducten, waaronder tarwe, gerst, maïs, sojabonen, ruwe olie en oliehoudende zaden, verkocht op basis van een preferentiële wisselkoers, samen met bepaalde medicijnen en medische apparatuur. Het besluit van het regime om deze regeling te beëindigen heeft meel, brood en andere eerste levensbehoeften in Iran veel duurder gemaakt.

De preferentiële koers was de officiële wisselkoers van het land, die sinds 2018 op 42.000 rial voor de dollar wordt gehouden en ogenschijnlijk wordt gebruikt voor de invoer van essentiële materialen zoals tarwe en medicijnen. (De reële wisselkoers schommelt tussen 280.000 en 300.0000 rial voor de dollar). Maar de vertrouwelingen van het regime die de ingevoerde goederen tegen een lagere prijs ontvingen verkochten ze met exorbitante winsten op de markt. De prijzen daalden niet noemenswaardig, en aangezien het regime niet over voldoende deviezen beschikte begon het geld bij te drukken.

Het ongefundeerd drukken van bankbiljetten creëerde een liquiditeit die veel hoger lag dan het lage Iraanse productietempo van 3%. Het regime schrapte de officiële wisselkoers na veel tamtam over “bestrijding van corruptie”.

Omdat de Iraanse liquiditeit hoger was dan de productie en de werkgelegenheid, is de inflatie welig gaan tieren, waardoor de prijzen gestaag zijn gestegen.

Omdat de ambtenaren van het regime wisten dat het afschaffen van de officiële wisselkoers zeker tot prijsstijgingen zou kunnen leiden, draaiden zij bij de uitvoering van hun zogenaamde “economische operatie” de zaken om.

Terwijl veel economen waarschuwden dat het afschaffen van de preferentiële koers tot een “valutaschok” zou leiden en de prijzen de hoogte in zou jagen, beweerde Raisi op 8 april dat het regime “geen valutaschok zal veroorzaken door het afschaffen van de preferentiële koers”.
Maar de omhoogschietende prijzen spreken voor zich. Sinds de afschaffing van het preferentieel tarief is de prijs van tarwe met 100% gestegen in vergelijking met drie jaar geleden. De prijs van meel is gestegen van 25.000 rial tot bijna 170.000 rial per kilo, en de kosten van medicijnen zijn vertienvoudigd.

Waarom deed Raisi dit?

In tegenstelling tot het beschuldigende verhaal van de Islamitische Republiek zijn de westerse sancties niet de oorzaak van de situatie. Het is het resultaat van jarenlang misplaatst en verwoestend beleid, welig tierende corruptie en verduistering.

Nu moest het regime een keuze maken. Ofwel de basisbehoeften van de bevolking subsidiëren, ofwel doorgaan met het financieren van zijn onderdrukking in eigen land, zijn uitgebreide inmenging in de regio, zijn raketprogramma en zijn streven om kernwapens te verwerven. Het regime heeft voor het laatste gekozen. Woekerende corruptie en systematische verduistering hebben de situatie nog verergerd.

Volgens het staatsblad Eghtesad-e Ayandeh van 12 mei zou het regime ongeveer 8 miljard dollar verdienen door de preferentiële koers af te schaffen en een veel hogere wisselkoers in te stellen. De heersende Iraanse theocratie heeft elke cent nodig om haar oorlogszuchtige en terroristische machinerie te voeden en als hefboom te gebruiken in haar nucleaire besprekingen met de wereldmachten.

Bovendien verdient het regime miljarden dollars terwijl de prijzen van consumptiegoederen blijven stijgen. Het regime heeft “het preferentieel tarief afgeschaft, gewoon omdat de regering wil profiteren van het prijsverschil van vijf quadriljoen rial [bijna 17 miljard dollar] voor consumptiegoederen. De bewering dat er geld wordt uitgegeven voor de mensen is een bittere grap”, erkende het staatsblad Mostaghel op 10 mei.

Raisi’s regering beloofde de Iraniërs twee maanden lang voor vier miljoen rial aan subsidies te geven om de spanningen te bedaren. Maar aangezien de prijzen van consumptiegoederen blijven stijgen, zou dit geldbedrag de Iraniërs geenszins helpen om de eindjes aan elkaar te knopen.
Bovendien, zelfs als het regime de Iraniërs vier miljoen rial aan subsidies zou geven zou de inflatie nog verder toenemen, waardoor de Iraniërs niets meer zouden hebben om in hun basisbehoeften te voorzien.

Reacties

De reacties zijn zo ernstig dat de streng gecontroleerde staatsmedia het regime zijn gaan waarschuwen voor een nieuwe landelijke opstand. Zij geven ook toe hoe het desastreuze economische beleid van het regime en zijn corruptie de economische crisis van Iran hebben verergerd.
De “economische operatie” van het regime zou “de zieke economie van Iran de das omdoen”, aldus parlementslid Moinoldin Saadi, op 14 mei geciteerd door het staatsbedrijf ILNA.
Hossain Raghfar, een van de economen van het regime, noemde dit plan “een nieuwe episode in de plundering van de Iraanse economie die de regering uitvoert om het begrotingstekort te compenseren.”

“Alleen de mensen zullen lijden onder dit besluit. Zij kunnen deze grote financiële druk en de torenhoge prijzen niet verdragen. We moeten ook op onze veiligheid letten. De economische druk op mensen doet sociale protesten en [opstanden] zeker toenemen. De recente protesten in het zuidwesten van Iran zijn daar het bewijs van, en we kunnen ze niet negeren,” waarschuwde het staatsblad Mostaghel.

“De regering moet de tolerantie van de mensen niet op de proef stellen. Het geduld van de mensen heeft een grens. Deze maatregelen kunnen incidenten [opstanden] veroorzaken zoals die in 2018 en 2019, of nog erger omdat mensen hun leven in gevaar zien komen,” citeerde het staatsblad Bahar op 12 mei parlementslid Ghasem Saedi.
Het regime is er tot nu toe niet in geslaagd het publiek te misleiden. Op 15 mei citeerde het staatsbedrijf Etemand Online Hojjat Abdolmaleki, Raisi’s minister van Arbeid, die zei dat er “meer dan een miljoen gevallen van protesten” zijn geweest in slechts vier dagen sinds het zogenaamde “plan voor de wijziging van subsidies” werd uitgevoerd.

Het grotere plaatje

Iran heeft sinds december 2017 te maken gehad met verschillende protesten en ten minste acht grootschalige opstanden. Toen de opstand van november 2019 uitbrak en het regime 1.500 vreedzame demonstranten doodde wisten zowel het regime als het volk dat de situatie nooit meer hetzelfde zou zijn.

Hoewel het bekijken van de huidige protesten als het resultaat van een economische crisis alleen niet de volledige realiteit van het Iran van vandaag zou vertegenwoordigen, is het eerlijk om te zeggen dat het land een kritieke sociaaleconomische transitie doormaakt. Uiteindelijk gaat de echte strijd in de Iraanse straten over twee complete versies van Iran. De heersende moellahs willen een theocratie opleggen die door de overgrote meerderheid van de bevolking wordt verworpen. Het volk wil een democratische, seculiere republiek zonder kernwapens, die de mensenrechten eerbiedigt, in vrede leeft met haar buren en de internationale gemeenschap, en de gelijkheid van mannen en vrouwen bevordert. Het regime wil koste wat het kost aan de macht blijven, terwijl het volk streeft naar volledige verandering en vrijheid.