• Het dossier over de misdaden van het regime moet worden overgedragen aan de Veiligheidsraad van de VN, zodat afschrikkende maatregelen kunnen worden getroffen. Leiders van het regime moeten worden vervolgd.
  • Leiders van het regime, met name, Ali Khamenei, Ebrahim Raisi, Gholam-Hossein Mohseni-Eje’i, en Mohammad Bagher Ghalibaf zijn allen betrokken bij misdaden tegen de menselijkheid en genocide sinds de jaren 1980.
  • Met hun lange lijst van massamoorden en misdaden tegen de menselijkheid, moet het regime worden uitgesloten van de VN en haar organisaties, de ambassades moeten worden gesloten en hun geheimagenten moeten worden uitgewezen.
  • Met het oog op de uitgevaardigde doodstraffen tegen de gevangen gezette demonstranten moet de VN onmiddellijk handelen. De internationale missie voor het onderzoek naar de feiten moet zo spoedig mogelijk de gevangenissen bezoeken en spreken met de gevangenen.

Heden, 15 december, heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de negen-en-zestigste VN-resolutie aangenomen, waarin mensenrechtenschendingen in Iran worden veroordeeld, met 80 stemmen voor en slechts 29 tegen. De pogingen van de bondgenoten van het regime en andere schenders van de mensenrechten, om de resolutie te laten verwerpen, liepen op niets uit.

Niettegenstaande al haar tekortkomingen, laat deze resolutie duidelijk zien dat dit regime op een verschrikkelijke manier bijna alle rechten schendt, die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het internationale convenant over burger- en politieke-rechten, de Conventie over de Rechten van het Kind en vele andere internationale wetten en verdragen.

Het regime is, voor meer dan vier decennia, voortdurend betrokken geweest bij misdaden tegen de menselijkheid en genocide. Het gaat dan over de massa executie van politieke gevangen in de tachtiger jaren, de massamoord op de bevolking van Koerdistan, de massamoord op politieke gevangen in 1988, de massamoord op demonstranten gedurende de opstand in november 2019, de onderdrukking van deze opstand leidde tot de dood van 700 mensen, waaronder 70 kinderen en de misdadige terechtstelling van gearresteerden tijdens de recente opstand in het gehele land (nu in zijn vierde maand). De huidige leiders van het regime, waaronder de Hoogste Leider, Ali Khamenei, zijn president, Ebrahim Raisi, het hoofd van de Justitie, Gholam-Hossein Mohseni-Eje’i en de Majlis (Parlements)-voorzitter, Mohammad Bagher Ghalibaf, zijn sinds 1980 direct betrokken geweest bij deze misdaden. Onder anderen, lieten zij, in de eerste helft van december, 44 gevangenen executeren om een atmosfeer van terreur en intimidatie te laten ontstaan en om de voortzetting en uitbreiding van de opstand te voorkomen.

Om de cirkel van misdaad en terreur te doorbreken moet het dossier over de wrede schendingen van de mensenrechten overgedragen worden aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties ter bekrachtiging en het treffen van afschrikkende maatregelen. De leiders van het regime moeten voor de rechtbank worden gebracht.

Met betrekking tot de doodstraffen en de langdurige gevangenisstraffen, uitgesproken door het rechtssysteem van het regime, tegen de gearresteerden tijdens de recente opstand, roept SMV op tot onmiddellijke actie door de Verenigde Naties om hun levens te redden en alles in het werk te stellen dat de internationale missie voor het onderzoek naar de feiten zo spoedig mogelijk gevangenissen en martelkamers in Iran bezoekt en spreekt met de gevangenen, vooral met hen die tijdens de recente opstand werden gearresteerd.