21 juni 2024 – In a recent interview , onderstreepte Javaid Rehman, de Speciale Rapporteur van de Verenigde Naties over de toestand van de mensenrechten in Iran, de ernst van de misdaden tegen de menselijkheid en genocide, begaan in het land gedurende de jaren 80 van de vorige eeuw. Rehman benadrukte de noodzaak van een krachtig onderzoeks- en verantwoordingsmechanisme om deze gruwelen aan te pakken.
Rehman stelde, “Tussen juli en september 1988, werden duizenden politieke gevangenen vermoord, ze werden uitgeroeid. Het ging hierbij om snelrecht, willekeur en buitenrechtelijke terechtstellingen in gevangenissen in heel Iran. Er was ook sprake van andere overtredingen en een aantal ervan zijn nog aan de orde van de dag, zoals gedwongen verdwijningen. Omdat letterlijk, duizenden mensen en hun families nog steeds niet op de hoogte [zijn], over wat er met hun geliefden is gebeurd.”
Hij voegde eraan toe, “De internationale gemeenschap en VN-lid-staten, maar ook de burgers en andere belanghebbenden, zijn alert. Het is noodzakelijk dat we werken aan het ter verantwoording roepen van verantwoordelijken en verzekeren dat zij die deze ernstige misdaden begingen, die ik als misdaden tegen de menselijkheid en genocide heb aangemerkt, gestraft worden door een strafhof.”
In het interview benadrukte Rehman het belang van het opzetten van een mechanisme om deze misdaden te onderzoeken. Hij wees erop dat veel van hen, die verantwoordelijk waren voor de massamoord van 1988 en andere gruwelen in de vroege jaren 80, nog steeds een machtspositie bekleden binnen de Iraanse overheid. “Het Recht moet zijn loop hebben en er moet sprake zijn van het ter verantwoording roepen om een einde te maken aan de straffeloosheid van deze individuen,” verklaarde hij.
Rehman erkende de uitdaging om de volle omvang van de 1988 massamoord te onthullen, waarbij hij de terughoudende handelingen van het Iraanse regime memoreerde. “Deze massamoorden werden heimelijk uitgevoerd en duizenden werden in massagraven begraven. Het regime heeft nooit enige verklaring naar buiten gebracht. In de loop van de tijd zijn we ons bewust geworden van de ernst van de situatie, in het bijzonder door de ontdekking van de massagraven, die het regime probeerde te vernietigen om hun misdaden te verbergen,” verklaarde hij.
Rehman liet ook zijn licht schijnen over de lopende zaak van de gedwongen verdwijningen en het voortdurend lijden van families zonder antwoorden te verkrijgen. Hij deed een oproep aan de internationale gemeenschap om zich te richten op deze schendingen, in het bijzonder op de massamoorden in 1988 en in de vroege tachtiger jaren.
De Speciale Rapporteur sprak zijn hoop uit dat de VN-Mensenrechtenraad een mechanisme in het leven zou willen roepen om alle beschikbare bewijzen voor een gerechtelijke procedure veilig te stellen. “Hoewel ik geen gerechtshof vertegenwoordig, kan ik bewijsmateriaal verstrekken, gebaseerd op mijn kennis. Het is cruciaal dat er een juridisch mechanisme bestaat om deze misdaden op een verstandige manier te onderzoeken,” stelde hij.
Rehman opperde de mogelijkheid van juridische vervolging door middel van een internationaal tribunaal, waarbij hij verwees naar de zaak van Hamid Noury, die door een Zweeds Hof veroordeeld werd voor zijn betrokkenheid bij de 1988 massamoord. “Universele rechtspraak blijft een zeer belangrijke weg om individuen ter verantwoording te roepen, in het bijzonder voor landen waar eerlijke processen niet mogelijk zijn. We moeten ermee doorgaan deze weg te bewandelen,” besloot hij.