19 januari 2025 – VN-mensenrechtenexperts: “Het gebruik van marteling om bekentenissen af te dwingen en het ontzeggen van een eerlijk proces maken het doodvonnis tegen Pakhshan Azizi tot een willekeurig vonnis. Het vasthouden aan de doodstraf door het regime in Teheran is in strijd met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.”
Begin januari bevestigde een rechtbank van het regime in Iran het doodvonnis van maatschappelijk werkster Pakhshan Azizi (foto) in juli 2024. De politieke gevangene verkeert nu in acuut gevaar voor executie. Pakhshan Azizi werd ter dood veroordeeld omdat ze campagne voerde voor democratie en vooral voor de rechten van vrouwen en kinderen. Na haar studie werkte ze enkele jaren als maatschappelijk werkster in crisisgebieden in Irak en Syrië. Ze zette zich daar vooral in voor vluchtelingen.
In augustus 2023 werd Pakhshan Azizi, afkomstig uit Iraans Koerdistan, gearresteerd door agenten van het regime in Teheran. Ze werd lichamelijk en geestelijk ernstig gemarteld in de Evin-gevangenis. De martelingen omvatten ook schijnexecuties. Haar werd de toegang tot een advocaat ontzegd.
Op 14 januari riepen verschillende mensenrechtenexperts van de VN op om het doodvonnis tegen Pakhshan Azizi onmiddellijk in te trekken. In een gezamenlijke verklaring benadrukten de experts dat het vasthouden aan de doodstraf door het regime in Teheran in strijd is met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het internationaal recht.
Tot de deskundigen (op de foto van links naar rechts) behoren:
- Prof. Mai Sato, speciale VN-rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Iran
- Prof. Morris Tidball-Binz, speciale VN-rapporteur voor buitengerechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies
- Irene Khan, speciale VN-rapporteur voor de vrijheid van meningsuiting
“Pakhshan Azizi’s arrestatie en veroordeling lijken uitsluitend verband te houden met haar werk als maatschappelijk werkster, waaronder haar steun aan vluchtelingen in Irak en Syrië,” aldus de mensenrechtenexperts. Ze wezen erop dat de gevangene werd onderworpen aan ernstige mentale en fysieke marteling in eenzame opsluiting en verklaarden: “Het gebruik van marteling om bekentenissen af te dwingen en het ontzeggen van een eerlijk proces maken het doodvonnis tegen Pakhshan Azizi tot een willekeurig vonnis.”
De VN-experts spraken ook hun bezorgdheid uit over het stijgende aantal executies in Iran. Volgens cijfers van de VN werden er vorig jaar minstens 901 mensen geëxecuteerd in het land – het hoogste aantal sinds 2015.
De verklaring van de deskundigen wijst er ook op dat het Iraanse regime activisten voor vrouwenrechten die tot etnische minderheden behoren, aan gerichte vervolging onderwerpt door middel van politiek gemotiveerde aanklachten. Het geval van Pakhshan Azizi in het bijzonder “weerspiegelt de intensievere vervolging waarmee vrouwelijke activisten van minderheden in Iran worden geconfronteerd en de voortdurende intentie om hen te straffen en het zwijgen op te leggen door een klimaat van angst te creëren”. Aan deze gerichte vervolging van vrouwenrechtenactivisten moet een einde komen.