13 maart 2025 – Mai Sato, de speciale rapporteur van de VN voor mensenrechten in Iran, beschreef het toenemende aantal executies in Iran als “zorgwekkend”. Zij drong er bij de Iraanse autoriteiten op aan om de doodstraf te stoppen.
Op donderdag 13 maart 2025 publiceerde het SMV het nieuwste rapport van Mai Sato, de speciale rapporteur van de VN voor mensenrechten in Iran. In het rapport beschrijft Sato de mensenrechtensituatie in Iran als zorgelijk. Sato bekritiseert de sterke toename van executies, de wijdverbreide repressie van dissidenten en de systematische discriminatie van vrouwen en minderheden.
Dit rapport, opgesteld op basis van Resolutie 55/19 van de VN-Mensenrechtenraad, onderzoekt de ontwikkelingen in de mensenrechtensituatie in Iran van januari tot december 2024. Het rapport heeft bijzondere aandacht voor kwesties zoals executies, beperkingen voor vrouwen en de druk op etnische en religieuze minderheden.
Ongeëvenaarde Toename van Executies in Iran
Een belangrijk punt in het rapport is de sterke stijging van het aantal executies in Iran in 2024. Volgens de gepresenteerde statistieken zijn vorig jaar ten minste 900 mensen geëxecuteerd in Iran, wat een aanzienlijke toename is ten opzichte van voorgaande jaren. Bovendien benadrukt het rapport dat het aantal geëxecuteerde vrouwen in 2024 het hoogste was van het afgelopen decennium.
Sato noemde deze cijfers “zorgwekkend” en drong er bij de Iraanse autoriteiten op aan de doodstraf te beëindigen. Met name in gevallen waarin de verdachten minderjarig waren op het moment van hun misdaad is dit belangrijk. Zij uitte ook bezorgdheid over het gebrek aan eerlijke rechtszittingen en het gebruik van bekentenissen, die verkregen zijn, door het martelen van de verdachte.
Discriminatie van Vrouwen en Repressie van Persoonlijke Vrijheden
Een ander onderdeel van het rapport gaat in op de situatie van vrouwen in Iran. Sato benadrukt dat Iraanse vrouwen nog steeds te maken hebben met uitgebreide structurele discriminatie op verschillende terreinen, zoals huwelijk, echtscheiding, erfenis en economische en sociale participatie.
Het rapport behandelt specifiek de uitvoering van de nieuwe wet, bekend als “Hedjab en Bescheidenheid”, en merkt op dat deze wet de persoonlijke vrijheden van vrouwen ernstig beperkt en heeft geleid tot een toename van de repressie van protesten. Volgens Sato blijven Iraanse vrouwen ondanks de zware repressie verzetten tegen de door de regering opgelegde beleidsmaatregelen en tonen zij aanzienlijke activisme ter verdediging van hun rechten.
De speciale rapporteur vermeldt ook het toenemende geweld tegen vrouwen die zich verzetten tegen de verplichte hijabwet en merkt op dat veel van hen zware gerechtelijke straffen, verlies van sociale rechten en zelfs langdurige detentie hebben ondergaan.
Repressie van Etnische en Religieuze Minderheden
Het rapport bespreekt verder de situatie van etnische en religieuze minderheden in Iran. Sato benadrukt dat deze groepen nog steeds te maken hebben met wijdverspreide discriminatie en veiligheidsdruk, waarbij velen het doelwit zijn van willekeurige arrestaties. Verder heeft deze groep te maken met het verlies van burgerrechten en zware beperkingen vanwege hun religieuze overtuigingen of etnische identiteit.
Religieuze minderheden, zoals de Baha’i, Gonabadi-dervichen, christenen en soennitische moslims, worden nog steeds geconfronteerd met discriminerende behandelingen. Veel leden van deze gemeenschappen worden gearresteerd en gevangengezet vanwege hun vreedzame activiteiten.
Verder gaat de repressie tegen etnische minderheden, zoals Koerden, Arabieren, Baluchi’s en Turkmenen, door. Deze groepen worden niet alleen uitgesloten van gelijke rechten op economisch, sociaal en cultureel gebied. Hun vreedzame protesten worden in sommige gevallen met gewelddadige onderdrukking door de veiligheidsdiensten beantwoord.
Gebrek aan Transparantie en Strenge Media-Censuur
In haar rapport verwijst Sato ook naar het gebrek aan transparantie in de werking van de Iraanse overheidsinstellingen en de wijdverspreide censuur van de media. Volgens Sato maakt de druk op journalisten en onafhankelijke media het moeilijk voor internationale organisaties om toegang te krijgen tot accurate informatie.
Het rapport benadrukt dat de Iraanse regering een van de grootste onderdrukkers van de vrijheid van meningsuiting ter wereld is. Tientallen journalisten en media-activisten werden vorig jaar gearresteerd vanwege het publiceren van kritische rapporten of het verslaan van volksprotesten.
Sato erkende dat de samenwerking van mensenrechtenactivisten en niet-gouvernementele organisaties bij het opstellen van dit rapport belangrijk is geweest. Ze benadrukte dat zonder hun hulp het verkrijgen van nauwkeurige informatie over de mensenrechtensituatie in Iran niet mogelijk zou zijn geweest.
Weigering van Iran om de Speciale Rapporteur van de VN toe te laten
Zoals in eerdere rapporten, vroeg Sato officieel aan de Iraanse autoriteiten om toestemming voor een bezoek aan Iran. De mensenrechtensituatie zou dan ter plaatse onderzocht kunnen worden. Deze aanvraag werd echter opnieuw afgewezen door Teheran.
Sato benadrukte dat het gebrek aan toegang tot Iran een grote belemmering vormt voor het uitvoeren van onafhankelijk onderzoek naar de mensenrechten. De Verenigde Naties zullen echter blijven documenteren over de schendingen van mensenrechten in Iran via betrouwbare getuigenverslagen, mensenrechtenorganisaties en onafhankelijke instanties.
Zitting van de Mensenrechtenraad en Behandeling van het Rapport van Mai Sato
Volgende week zal May Sato de bevindingen presenteren tijdens de jaarlijkse zitting van de VN-Mensenrechtenraad, waar de kwesties besproken zullen worden met vertegenwoordigers van de landen.
Deze zitting biedt de internationale gemeenschap een kans om druk uit te oefenen op de Iraanse autoriteiten om de mensenrechtensituatie te verbeteren. Gezien de toename van executies, de onderdrukking van protesten en de verergering van systematische discriminatie in Iran, wordt verwacht dat dit rapport brede internationale reacties zal oproepen.
Verslechterende Situatie en Oproep tot Onmiddellijke Actie
Aan het einde van zijn rapport uitte Sato ernstige bezorgdheid over de verslechterende mensenrechtensituatie in Iran. Sato riep de internationale gemeenschap op om krachtigere maatregelen te nemen tegen de wijdverspreide repressie in Iran.
Zij benadrukte dat zonder internationale druk en gecoördineerde inspanningen van de wereldgemeente, de kans op verbetering van de mensenrechtensituatie in Iran gering zal zijn. De Iraanse leiders zullen hun onderdrukking van tegenstanders en de uitvoering van hun beperkende beleidsmaatregelen voortzetten.
Hoewel dit rapport een somber beeld schetst van de mensenrechtensituatie in Iran, benadrukt het ook de vastberadenheid en weerstand van het Iraanse volk. Met name de vastberadenheid, tegen deze onderdrukking, van de vrouwen en minderheden wordt benadrukt. Verder benadrukt het rapport de noodzaak voor bredere steun voor mensenrechtenactivisten.