De doodstraf geeist tegen Jafar Kazemi is uitgesteld. Zijn vrouw, Roudabeh Akbari, heeft een open brief naar de secretaris-generaal van de Verenigde Naties geschreven, waarin ze vertelt dat dat er zware druk op haar man wordt uitgeoefend om hem bekentenissen af te dwingen. Ook vertelt ze dat de straf die tegen haar man is geeist zeer buitenproportioneel is. De brief vermeldt verder dat de autoriteiten familie bezoek niet toestaan.

Akbari, moeder van twee kinderen schrijft verder :” Mijn man is gearresteerd op 18 September 2009 om zes uur s’ochtends in de Haft Hows Laan te Teheran. Ik heb twee weken niets gehoord van hem. Hij is drie dagen lang gemarteld, en is 74 dagen in eenzame opsluiting geweest, onder deplorabele omstandigheden.  De beschuldiging die werd geuit tegen mijn man was dat hij deel uit zou maken van de MKO (Mohajedin organisatie) en een ontmoeting zou hebben gehad met onze zoon in Ashraf (plaats in Irak). Nadat hij zich verzette is hij geslagen en met als gevolg dat hij nu drie tanden mist.

Naar aanleiding van uitspraken van de rechter van dienst Moghiseh over de uitspraak schrijft Kazemi’s vrouw: “Nadat rechter Moghiseh de doodstraf uitsprak, heeft mijn mans advocaat hier verbaal tegen geprotesteerd, tegen deze zeer zware en bovendien illegale uitspraak. De rechter heeft toen bevestigd dat hij gedwongen deze uitspraak te doen. Bij de uitspraak (van twee zinnen) is helemaal niet ingegaan op de aanklacht zelf, namelijk het “verzet bieden tegen het regime”

Ze vervolgt: “ De ondervrager vertelde mijn man dat er nu eenmaal slachtoffers nodig zijn om het regime te beschermen en dat mijn man daar onder andere het slachtoffer van is geworden. Ze hebben mijn man opnieuw geprobeerd te laten bekennen dat hij betrokken was bij de protesten op het zogeheten Ashura-feest. Hij heeft zich hiertegen verzet omdat hij drie maanden eerder al was gearresteerd en toen dus in de gevangenis zat.  De ondervragers hebben hem gedreigd om mij te vermoorden en mijn kinderen te mishandelen voor zijn ogen.”

Kazemi’s vrouw heeft verder bevestigd dat zij en haar kinderen geen gevangenen bezoek hebben mogen afleggen. Verder heeft ze verklaard dat in geen enkel land ter wereld het strafbaar is om je kind te bezoeken. Alleen in Iran levert dit de doodstraf op. Als dit al onwettelijk is dan is mijn man inderdaad schuldig, aldus Akbari.

Ze heeft in de brief verzocht  om onmiddelijk en op practische wijze de uitspraak ongedaan te maken.

Bron: Mensenrechten organisaties en Democratiserings activisten in Iran.