2 juni 2010 – Op 1 juni bezocht de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Manouchehr Mottaki, begeleid door protesten, de commissie buitenlandse zaken van het Europese Parlement in Brussel. Verschillende parlementsleden hadden geprotesteerd tegen de schendingen van de mensenrechten in Iran en probeerden te voorkomen dat Mottaki het gebouw betrad.
De Britse Europarlementariër Struan Stevenson riep “moordenaar” tegen Mottaki toen deze het parlementsgebouw betrad. De parlementsleden toonden de vertegenwoordiger van het regime in Teheran foto’s van de studente Neda Agha Soltan, die afgelopen zomer bij een protestdemonstratie gedood werd.
Stevenson verklaarde dat het regime in Iran vrouwen misbruikt, en mannen, vrouwen en kinderen executeert. Politieke gevangenen en vreedzame demonstranten worden er terechtgesteld. Hij wilde Mottaki vragen hoeveel mensen deze week zijn geëxecuteerd. Dit was iemand die schande over het parlement zou brengen als hij daar heen zou gaan.
De uitnodiging van het Europees Parlement aan de minister van Buitenlandse Zaken van het regime in Teheran was controversieel en werd door veel parlementariërs bekritiseerd. Voor het gebouw demonstreerden Iraanse ballingen tegen het bezoek van Mottaki, waarbij verwezen werd naar de erbarmelijke situatie van de mensenrechten in Iran.
Achter de gesloten deuren van de commissie buitenlandse zaken wees Mottaki volgens zeggen elke kritiek op de schendingen van de mensenrechten van het regime in Teheran af. Volgens de gedeputeerden verdedigde hij ook het nucleaire programma van Iran. De Nederlandse Europarlementariër Marietje Schaake zei na de vergadering van het comité dat de minister van Buitenlandse Zaken niet geïnteresseerd was in een dialoog en geweigerd had vragen te beantwoorden over de mensenrechten.
De Spaanse vice-voorzitter van het Europees Parlement Alejo Vidal-Quadras, die ook geprotesteerd had tegen de uitnodiging, bestempelde de vergadering van de commissie buitenlandse zaken en het optreden van Mottaki als “beschamend”.