9 september 2010  – Alle politieke fracties pleiten voor een inreisverbod in de EU voor diegenen die verantwoordelijk zijn voor het schenden van mensenrechten, onderdrukking en het beperken van vrijheden in Iran.

Het Europees Parlement heeft de dreigende steniging van de Iraanse Sakineh Mohammadi-Ashtiani scherp veroordeeld. Alle fracties hebben op 8 september in een gezamenlijke resolutie aan de Iraanse autoriteiten gevraagd het vonnis te vernietigen en de zaak te herzien.
De afgevaardigden deden een beroep op de Iraanse regering om steniging in het algemeen onrechtmatig te verklaren. Deze vorm van executie is wreed en onmenselijk, aldus de resolutie. Tevens vraagt het Europarlement aan de Iraanse autoriteiten om overspel en homoseksualiteit niet langer als een strafbaar feit te behandelen.
In een persbericht van het Europees Parlement van 08-09-2010 staat o.a.:
In een woensdag aangenomen resolutie veroordeelt het Europarlement de terdoodveroordeling door steniging van de Iraanse Sakineh Mohammadi-Ashtiani met klem. Een dergelijke straf is ongeacht de gepleegde feiten nooit gerechtvaardigd, zeggen de leden, en ze vragen Iran de veroordeling te herzien. Ze verzoeken dat land ook de zaak van de Nederlands-Iraanse Zahra Bahrami te heropenen en toe te staan dat zij wordt bijgestaan door een advocaat en consulaire bijstand krijgt, haar vrij te laten of een eerlijk proces te geven.
De Europarlementsleden roepen tevens de regering van Iran op om het doodvonnis tegen de achttienjarige Ebrahim Hamidi niet te voltrekken.
Steniging verbieden en “echtbreuk” en homoseksualiteit uit het strafrecht halen
Het Europees Parlement verzoekt Iran onmiddellijk wetgeving goed te keuren die de wrede en onmenselijke praktijk van steniging verbiedt. Het land behoort samen met Afghanistan, Somalië, Saoedi-Arabië, Soedan en Nigeria nog steeds tot de zeer kleine groep landen die het vonnis van dood door steniging wijzen. De Europarlementsleden verzoeken de Iraanse autoriteiten om een moratorium op executies in te stellen, in afwachting van de afschaffing van de doodstraf. Bovendien willen ze dat Iran “echtbreuk” en homoseksualiteit uit het strafrecht haalt.
Onmiddellijke vrijlating van alle mensenrechtenactivisten in Iran
De Iraanse autoriteiten moeten al degenen die vastzitten op grond van hun vreedzaam protest en het gebruik van hun recht op vrijheid van meningsuiting onmiddellijk vrij laten, zeggen de leden. Ze verzoeken opnieuw om vrijspraak van de zeven baha’i-leiders.
Om Iraanse mensenrechtenactivisten actief te beschermen kunnen de Commissie en de Raad meer financiële steun geven in het kader van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten. De Europarlementsleden vinden bovendien, dat de bestaande lijst van personen en organisaties die niet naar de EU mogen reizen en waarvan bezittingen worden bevroren, moet worden uitgebreid tot degenen die verantwoordelijk zijn voor schendingen van de mensenrechten, repressie en vrijheidsbeknotting in het land.
De resolutie is unaniem door het Europees Parlement aangenomen.
Achtergrond
Sakineh Mohammadi-Ashtiani is in 2006 in Iran veroordeeld tot een straf van 99 zweepslagen wegens twee buitenechtelijke intieme relaties na de dood van haar man. De straf is hetzelfde jaar nog uitgevoerd. Ze werd ook beschuldigd van medeplichtigheid aan de moord op haar man, maar is vrijgesproken, waarna zij werd beschuldigd van overspel tijdens haar huwelijk, en veroordeeld tot de dood door steniging.
Zahra Bahrami, die naar Iran was gereisd om haar familie te bezoeken, werd naar aanleiding van de protesten tijdens Asjoera op 27 december 2009 gearresteerd. Ze is gedwongen op televisie bekentenissen af te leggen ten aanzien van de feiten waarvan zij werd beschuldigd. Noch internationale mensenrechtenorganisaties noch de Nederlandse autoriteiten hebben toestemming gekregen voor contact met haar.
De achttienjarige Ebrahim Hamidi is in augustus ter dood veroordeeld wegens vermeende sodomie op zestienjarige leeftijd, na een bekentenis te hebben afgelegd die volgens zijn zeggen onder foltering was afgedwongen.