2 mei 2014 – Lord Carlile van Berriew CBE QC, heeft als liberaal-democraat zitting in het Britse Hogerhuis en is een vooraanstaand lid van de Britse parlementaire commissie voor Iran Freedom (BPCIF). Hij was de onafhankelijke revisor van de wetgeving inzake terrorisme in het Verenigd Koninkrijk (2001-11)

Door Lord Carlile of Berriew CBE QC, Bron: TheDiplomat.com
Mensen die zich bekommeren om mensenrechten en democratie moeten geschokt zijn over het recente nieuws van de aanval, die zonder enige aanleiding plaatsvond in een gevangenis van Teheran, waar vele Iraanse politieke gevangenen gedetineerd zijn. Echter, zoals vaak het geval is met deze zaken, kan het van belang zijn om een sprankje hoop achter het hele verhaal te zoeken.
Zulke acties van het Iraanse regime veroorzaken altijd weerstand tegen de onderdrukking en tirannie. Dat uit zich in de ontembare geestkracht van de tegenstanders van het regime, die doorgaan met de strijd voor vrijheid en democratie, zelfs onder de dreiging van repressie, opsluiting, geweld, en zelfs de dood. Het is te zien bij degenen die zich blijven verzetten, zelfs binnen de muren van een plek als de Evin gevangenis, en zelfs bij hen die in ballingschap leven, in een tijd dat de internationale gemeenschap maar al te graag de onderdrukkers lijkt te willen vergeven en met hen samen te willen werken.
De regering van Iran heeft de gewoonte om het onderdrukken van afwijkende meningen te verdubbelen in tijden waarin de wereld zijn aandacht ergens anders op lijkt te richten, en het onwaarschijnlijk is dat Iran teveel rekenschap voor haar daden moet afleggen. De nucleaire onderhandelingen vormen een kant en klare afleiding voor de binnenlandse situatie in het land, en voor het feit dat een zogenaamd gematigde president veelal hetzelfde beleid voert als Mahmoud Ahmadinejad, en voor de onveranderlijke machtsstructuur die ver boven het presidentschap staat.
Een typisch voorbeeld: sinds het aantreden van Hassan Rouhani is het aantal executies met een schrikbarend hoog percentage toegenomen. Onder zijn ambtstermijn hebben er tot nu toe al meer dan 700 plaatsgevonden. Ondertussen is zijn kabinet bemand door mensen die connecties hebben met de oorspronkelijke architecten van de Iraanse revolutie, en die de hand hebben gehad in een aantal van de repressieve activiteiten daarvan, zoals de massamoord van 1988 op maar liefst 30.000 politieke gevangenen. Buiten de grenzen van Iran heeft het regime de Syrische regering van Bashar al-Assad gesteund; het heeft aanvallen op de leden van de Iraanse oppositie die in Camp Liberty in Irak wonen bevolen; en het heeft geprobeerd om een vermoedelijke moordenaar tot ambassadeur bij de VN te benoemen.
Aan dit alles kunnen we nu de aanval op politieke gevangenen in sectie 350 van de Evin Gevangenis toevoegen, die op de ochtend van 17 april plaatsvond. Teheran heeft kennelijk geen enkele poging gedaan om te verklaren waarom meer dan 100 gevangenisbewakers en agenten van de geheime dienst die afdeling in volledige oproeruitrusting zijn binnengevallen. Evenmin hebben zij uitgelegd waarom 32 gevangenen, waaronder advocaten en mensenrechtenactivisten, tijdens de inval naar eenzame opsluiting zijn overgebracht. Volgens berichten werden gevangenen daarbij geslagen, een moest met een hartaanval naar het ziekenhuis en anderen hadden gebroken ribben.
Echter, tot nu toe is het onduidelijk in welke mate de Iraanse regering zal worden verzocht om dit uit te leggen. Ondanks een bezorgde reactie van Amnesty International lijkt de internationale gemeenschap in het algemeen geneigd zijn om haar beleid ten opzichte van Iran te bepalen naar hun houding bij de nucleaire onderhandelingen. En de onderhandelaars zijn er goed in om de VS en Europa te vertellen wat ze willen horen. Die zijn blijkbaar verblind genoeg om niet al te nauw te kijken naar andere gebeurtenissen in een land dat ze ooit terecht wantrouwden.
Natuurlijk werkt deze strategie niet bij iedereen. Dat wil zeggen, vanuit sommige kringen is er nog steeds krachtig verzet tegen het Iraanse regime. En dat is voor het Iraanse regime duidelijk genoeg om zich zorgen te maken over hun greep op de macht. De mullahs zijn tiranniek, maar ze zijn niet dom. Ze zouden het lot niet tarten door aanvallen en opvallende onderdrukking als ze niet het gevoel hadden dat de drang naar democratie in hun land opnieuw te sterk toenam.
Activisten, waaronder degenen, die ten onrechte in de Evin gevangenis zijn opgesloten, hebben erg te lijden onder represailles zoals de razzia van donderdag. Maar ze hebben effect. Goed georganiseerde, internationale inspanningen om de aanhoudende tirannie van het regime aan de kaak te stellen komen met name van de Iraanse verzetsgroepering. De aanval in de Evin Gevangenis leek specifiek  op leden van die verzetsorganisatie te zijn gericht.
Die Iraanse verzetsbeweging reageerde op de inval ondermeer met “executies, onderdrukking en discriminatie zijn de belangrijkste pijlers van het regime van de mullahs” en dat de aanval op politieke gevangenen “de fragiele situatie van het regime van de mullahs en hun angst voor de onvermijdelijke ondergang aantoont.”
Berichten vanuit de Evin gevangenis wijzen uit dat, zelfs te midden van de politieke onderdrukking, het verzet niet uit te roeien is. Zelfs toen de gevangenen met stokslagen bij elkaar werden gedreven om naar een onzeker lot in eenzame opsluiting te schuifelen, kwamen andere gevangenen bijeen op de binnenplaats en scandeerden “weg met de dictators”, waarmee nog steeds een regime werd getart dat al meer dan dertig jaar probeert om ze met harde hand te onderwerpen.
De gewelddadige strategie van de Iraanse regering werkt ook niet in het buitenland. In het nabije Irak zijn de dissidenten verdreven uit hun thuisbasis kamp Ashraf, waar zij lange tijd woonden, en verblijven momenteel in een geïmproviseerd kamp bij Bagdad, Camp Liberty. De 3.000 democratie-activisten zijn blootgesteld aan raketaanvallen en ze missen elke minimale vorm van infrastructuur en utiliteiten. Maar ze hebben duidelijk hun strijd voor democratie in hun Perzische vaderland niet opgegeven.
Ooit zullen de activisten, zowel die binnen de Iraanse gevangenissen als die buiten haar grenzen, naar huis gaan in een vrij land. Tot die dag komt moet de internationale gemeenschap nee schudden en om rechtvaardigheid vragen als Teheran opnieuw zijn onderdrukking verdubbelt. Maar alle vrijheidslievende mensen moeten ook een gevoel van triomf hebben als het waar blijkt te zijn dat deze repressie de geest van verzet niet kan breken. Dat betekent dat de spreekkoren van de binnenplaats van de Evin gevangenis niet voor niets waren. De val van de dictators is onvermijdelijk.