17 februari 2017- Door wereldwijde protesten werd de executie van de jonge Iraanse Hamid Ahmadi verhinderd. Hij werd ter dood veroordeeld toen hij nog minderjarig was. VN-expert: “Iran moet aan zijn internationale verplichtingen voldoen door voor eens en voor altijd te stoppen met het executeren van minderjarige delinquenten”.
Een internationaal golf van protest heeft de 26-jarige Iraanse Hamid Ahmadi (foto) het leven gered. Volgens berichten van mensenrechtenactivisten heeft het Iraanse regime moeten zwichten voor de druk van het publiek. Er is nu bevestigd dat de doodstraf niet zal worden voltrokken
Hamid Ahmadi werd in 2009 ter dood veroordeeld voor een misdaad die hij gepleegd zou hebben op 17-jarige leeftijd. De veroordeling was gebaseerd op een ‘bekentenis’, die hij onder marteling had afgelegd. Na jaren in de dodencel van de Lakan gevangenis in de noord Iraanse stad Rasht te hebben gezeten zou Hamid Ahmadi begin februari geëxecuteerd worden. Er is zowel in Iran als internationaal krachtig geprotesteerd tegen de voorgenomen executie.
Het VN Verdrag inzake de Rechten van het Kind verbiedt de doodstraf voor minderjarigen. Het regime in Teheran handelt echter systematisch in strijd met zijn internationale verplichtingen: van 2005 tot begin 2017 zijn er in Iran ten minste 77 jonge gevangenen geëxecuteerd, die als minderjarige ter dood veroordeeld waren, waarvan twee in 2017. In de Iraanse dodencelleen zitten minstens 150 jonge gevangenen die veroordeeld zijn voor misdaden begaan toen ze nog geen 18 jaar waren.
Bij de wereldwijde protesten tegen de geplande executie van Hamid Ahmadi waren ook verscheidene mensenrechtenexperts van de VN (foto) betrokken. Dat waren: Asma Jahangir, de speciale rapporteur over de situatie van de mensenrechten in Iran, Agnes Callamard, speciaal rapporteur voor buitengerechtelijke, standrechtelijke of willekeurige executies, Nils Melzer, speciaal rapporteur inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende straffen en Benyam Dawit Mezmur, voorzitter van de commissie voor de Rechten van het Kind.
In een verklaring van de VN-deskundigen van 2 februari staat o.a.: “Voor zover we weten zijn in het geval van Hamid Ahmadi de meest elementaire garanties voor een eerlijk en eerlijk proces, zoals vastgelegd in internationale mensenrechtenverdragen, geschonden, en de beschuldigingen van foltering en door mishandeling verkregen bekentenissen hebben niet geleid tot een onderzoek”.
“Elke doodstraf, die in strijd met de internationale verplichtingen door de overheid wordt opgelegd, en in het bijzonder als de veroordeling geschiedt die op basis van bekentenissen die door foltering zijn verkregen, is illegaal en komt overeen met een willekeurige executie”, verklaarden de mensenrechtenexperts.
“We betreuren het ten zeerste dat executies van minderjarigen nog steeds worden uitgevoerd en zelfs sinds begin dit jaar in een mate als nooit tevoren worden voltrokken,” zei de expert. “Op 17 januari, hebben we al ingegrepen om de executie van een andere jongere te stoppen. Sindsdien hebben we vernomen dat op 15 en 18 januari twee jongeren zijn opgehangen. Arman Bahr Asemani en Hassan Hassanzadeh waren minderjarige op het tijdstip van de daden waarvan ze beschuldigd waren en waarvoor zij ter dood veroordeeld werden.”
De mensenrechtenexperts benadrukten dat de internationale regelgeving duidelijk verbiedt om personen onder de 18 jaar de doodstraf op te leggen en uit te voeren. “Iran moet aan zijn internationale verplichtingen voldoen door voor eens en voor altijd te stoppen met het executeren van minderjarige delinquenten De geplande executie van Hamid Ahmadi moet direct gestopt worden en zijn doodvonnis moet worden opgeheven. Bovendien moet er onmiddellijk besloten worden tot een moratorium op executies van jongeren”, aldus de VN mensenrechtenexperts.