7april 2017-In de hele maand maart zijn er in Iran leden van de Bahá’í geloofsgemeenschap gearresteerd, veroordeeld tot gevangenisstraf en geroyeerd van een studie. Hun woningen werden doorzocht en hun bedrijven werden gesloten. De reden was alleen maar omdat ze het Bahá’í geloof aanhangen.

Mensenrechtengroeperingen rapporteren dat de afgelopen weken de vervolging van leden van de religieuze Bahá’í gemeenschap in Iran aanzienlijk is aangescherpt. Begin maart heeft de speciale VN-rapporteur over de situatie van de mensenrechten in Iran, Asma Jahangir, in een rapport al blijk gegeven van “ernstige bezorgdheid”. “De Bahá’í worden nog steeds systematisch gediscrimineerd, opzettelijk vervolgd en beroofd van hun bestaansrecht”, verklaarde ze. In Iran zitten minstens 90 aanhangers van de Bahá’í religie in de gevangenis uitsluitend vanwege hun geloof en het uitoefenen van hun religie.

Fariba Kamalabadi, Jamaloddin Khanjani, Afif Naeimi, Saeid Rezaie, Mahvash Sabet, Behrouz Tavakkoli en Vahid Tizfahm waren leden van het voormalige bestuursorgaan van de Bahá’í in Iran. Ze zitten sinds 2008 uitsluitend vanwege hun religieuze overtuiging in de gevangenis.

Gedurende de hele maand maart zijn in Iran aanhangers van het Bahá’í geloof gearresteerd, veroordeeld tot gevangenisstraf en uitgesloten van hun studie. Hun huizen werden doorzocht en hun bedrijven werden gesloten. De reden was alleen maar omdat ze het Bahá’í geloof aanhangen.

Vijf Bahá’í gearresteerd in Isfahan

Op 28 maart werden vijf Bahá’í gearresteerd na invallen in hun woning in de centraal Iraanse stad Isfahan. De gearresteerde mannen, Ehsan Eshtiagh, Enayat Naimi, Farzad Homayouni, Soroush Pezeshki en Sohrab Taghipour, werden meegenomen naar een onbekende locatie. Over hun verblijfplaats is geen verdere informatie.

Navid Moallem gearresteerd in Minudasht

Navid Moallem, een Bahá’í uit Minudasht in de noord Iraanse provincie Golestan, werd 13 maart voor zijn winkel gearresteerd en meegenomen naar de gevangenis. Moallem en zijn vrouw Kamelia Bidelian waren al eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden.

Ze horen bij een groep van 22 Bahá’í uit de provincie Golestan, die op 17 oktober 2012 werden gearresteerd en vervolgens voor het gerecht gebracht werden. Tijdens het eerste proces werden deze 22 bahá’ís veroordeeld tot gevangenisstraffen van in totaal 193 jaar. Na hun hoorzitting voor het hof van beroep werd bekend gemaakt dat voor een aantal van hen de gevangenisstraf van negen jaar werd teruggebracht tot 21 maanden. Voor Kamelia Bidelian en Navid Moallem van Minudasht werd de gevangenisstraf van zes jaar teruggebracht tot 18 maanden.

De Bahá’ís werden beschuldigd van “collaboratie met vijandige overheden en propaganda voor het Bahá-geloof in de provincie Golestan”.

Liza Tebyanian gearresteerd in Karaj

Liza Tebyanian-Enayati, een Bahá’í uit de stad Karaj ten noorden van Teheran, werd op 14 maart door veiligheidsagenten gearresteerd. Vanuit de Baha’i gemeenschap wordt gemeld dat zes veiligheidsagenten haar woning zijn binnengedrongen en haar arresteerden nadat ze de woning doorzocht hadden en persoonlijke bezittingen, waaronder religieuze en niet-religieuze boeken, laptops, enz. in beslag hadden genomen. Haar familie heeft nog steeds geen informatie over haar verblijfplaats.

Eerder was het bedrijf van haar man, Mansour Enayati, door overheidsambtenaren verzegeld omdat hij tot de Bahá’í religie behoort. In september 2016 waren haar dochter en haar schoonzoon Ahdiyyeh Enayati en Sahba Maslahi in de zuid Iraanse stad Shiraz gearresteerd.

Sima Keyani gearresteerd in de stad Rey

Sima Keyani, een Bahá’í uit de stad Rey bij Teheran, werd in de ochtend van 8 maart thuis gearresteerd door veiligheidstroepen. Ook haar woning werd doorzocht, en een bestelwagen, religieuze boeken en foto’s, evenals familiefoto’s werden meegenomen. Waar ze wordt vastgehouden is niet bekend, waarschijnlijk werd ze meegenomen naar de Evin gevangenis in Teheran.

Keyvan Pakzadan veroordeeld tot 5 jaar gevangenis

Keyvan Pakzadan, een Bahá’í uit Teheran, werd 1 juni 2016 gearresteerd en is eind februari 2017 veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf. Hij werd na zijn arrestatie 34 dagen vastgehouden voordat hij op borgtocht werd vrijgelaten. Op 22 januari begon het proces tegen hem, en de straf werd op 27 februari uitgevaardigd met als motivatie “lidmaatschap van Bahá’í organisaties”

Weer twee Bahá’í studenten geroyeerd van de universiteit

Mahsa Sha`erzadeh, een Bahá’í uit Ramhormoz in de zuidwest Iraanse provincie Khuzestan, is wegens haar Baha’i religie uitgesloten van de studie aan de Payam-e Nour Universiteit in Ramhormoz. Ze stond op het punt om een ​​bachelor’s degree te voltooien in Toegepaste Chemie en had net eindexamen gedaan. Ze werd door de geheime dienst van de stad opgeroepen en gesommeerd haar studie te annuleren. Toen ze weigerde, werd ze op 1 maart geroyeerd.

Puya Azami Aqjeh, een Bahá’í uit Teheran, werd geroyeerd bij de Vrije Islamitische Universiteit Rudehen. Hij zat in het eerste semester van een bachelorstudie Machinebouw. In januari werd hem verboden het semesterexamen af te leggen, en men vertelde hem dat hij geen recht had op een ​​universitaire opleiding omdat hij een Bahá’í was. Hij is de zesde Bahá’í student van deze universiteit die de afgelopen maanden werd geroyeerd.