6 juli 2017 – In een boven de partijen staande verklaring worden de EU en haar lidstaten nadrukkelijk opgeroepen om verbeteringen te eisen van de mensenrechtensituatie en een moratorium op de executies in Iran. In de afgelopen vier jaar was Iran in vergelijking met het bevolkingsaantal wereldwijd het land met het hoogste aantal executies.
In het eerste weekend van juli bood in Parijs een massabijeenkomst voor Iran een doeltreffend forum aan een groot aantal mensenrechtenorganisaties en parlementsleden om de toenemende schendingen van de mensenrechten in Iran internationaal onder de aandacht te brengen.
In Parijs werd een boven de partijen staande verklaring aangeboden, waarin 265 leden van het Europarlement de mensenrechtenschendingen in Iran scherp veroordeelden. Onder de ondertekenaars zijn onder andere vier vice-presidenten en 23 voorzitters van commissies en delegaties van het Europees Parlement.
Bij de initiatiefnemers van de mensenrechtenverklaring is de Belgische Europarlementariër Gérard Deprez.
In de verklaring worden de EU en haar lidstaten nadrukkelijk opgeroepen om verbeteringen te eisen van de mensenrechtensituatie in Iran. Betrekkingen met Iran dienen afhankelijk te worden gemaakt van “duidelijke vooruitgang inzake mensenrechten en vrouwenrechten, alsmede van het stopzetten van executies”.
De laatste presidentsverkiezingen in Iran werden door leden van het Europarlement een schijnvertoning genoemd, omdat er geen kandidaten van de oppositie werden toegelaten en de mensen alleen een keus konden maken tussen enkele mullahs. Hassan Rohani is noch gematigd, noch bereid tot hervormingen. In de eerste vier jaar van zijn ambtstermijn was Iran wereldwijd het land met het hoogste aantal executies in verhouding tot het bevolkingsaantal.
In de verklaring wordt erop gewezen dat het gevangenisbloedbad van 1988 is nog steeds niet is opgehelderd en ongewroken blijft. In de nazomer en het najaar van 1988 werden in de gevangenissen van Iran dagelijks massa-executies uitgevoerd op politieke gevangenen. Volgens schattingen stierven bij door de staat georganiseerde massamoord zo’n 30.000 mensen. Hooggeplaatste vertegenwoordigers van het huidige regime in Iran waren direct betrokken bij het bloedbad. De Europarlementariërs deden een beroep op de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten en de VN-Mensenrechtenraad om deze massa-executies door een commissie te laten onderzoeken.
De destructieve rol van het Iraanse regime in het Midden-Oosten wordt eveneens met bezorgdheid beschouwd. De Iraanse Revolutionaire Garde is vooral actief in Syrië en Irak en zou op de internationale lijsten van terroristische organisaties geplaatst moeten worden. De Revolutionaire Garde heeft ook het grootse deel van de Iraanse economie in handen. Wie zaken doet met Iran loopt een groot risico direct of indirect handel te drijven met de Revolutionaire Garde, die door de Europarlementariërs beschouwd wordt als een terroristische organisatie.