13 juli 2017- Amnesty International eist door middel van een spoedactie de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van Omid Alishenas, die zeven jaar gevangenisstraf uitzit wegens zijn geweldloze werk voor de mensenrechten.

Al meer dan zes maanden zit de 33-jarige Iraanse mensenrechtenactivist Omid Alishenas (foto) onder onmenselijke omstandigheden gevangen in de Evin gevangenis in Teheran. Hij zit zeven jaar gevangenisstraf uit wegens zijn geweldloze werk voor de mensenrechten. Daartoe hoorde ook zijn inzet voor de bescherming van kinderen en tegen de doodstraf.

Amnesty International eist door middel van een spoedactie de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van Omid Alishenas, aangezien hij allen maar gevangen zit wegens het geweldloze uitoefenen van zijn recht op vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering.

In de spoedactie van Amnesty International staat onder meer:

Omid Alishenas zit sinds medio december 2016 gevangen in sectie 7 van de Evin gevangenis. In de winter, als de temperaturen in Teheran tot 5 ° C kunnen dalen, was hij gedwongen om meer dan een maand op de grond te slapen. Toen pas werd hem een stretcher ter beschikking gesteld, en zijn overvolle cel hij deelt hij met 20 andere gevangenen. Omid Alishenas is bovendien gedwongen om op eigen kosten voedsel te kopen om uitgebalanceerd te kunnen eten, gezien de maaltijden van de gevangenis niet genoeg groenten en fruit bevatten. De hierboven beschreven om

standigheden komen overeen met andere berichten die Amnesty International het afgelopen jaar uit sectie 7 heeft gekregen. Sommige wijzen er ook op dat de sectie is besmet met muizen en kakkerlakken. Omid Alishenas werd op 11 december 2016 door leden van de Revolutionaire Garde in zijn huis opgepakt en meegenomen naar de Evin gevangenis om te beginnen aan zijn zeven jaar gevangenisstraf daar. Voorafgaand aan deze plotselinge aanhouding had hij geen formele dagvaarding gekregen dat hij aan zijn straf moest beginnen.

Omid Alishenas werd oorspronkelijk in mei 2015 door afdeling 28 van het Revolutionaire Hof in Teheran tot tien jaar gevangenis veroordeeld nadat het hof hem schuldig had bevonden aan “samenzwering om misdaden tegen de nationale veiligheid te plegen” en “belediging van de Geestelijk Leider”. Het vonnis bevatte onder meer de volgende vreedzame activiteiten als “bewijs” van criminele activiteiten: deelname aan een solidariteitsbetuiging met de mensen in de Syrische stad Kobane voor het kantoor van de Verenigde Naties in Teheran, het verspreiden van folders tegen de doodstraf, publicaties op Facebook, waarbij de massa-executie van politieke gevangenen in de jaren 1980 als onmenselijk werd omschreven, ontmoetingen met “problematische individuen” (verwijzend naar mensenrechtenactivisten) en het bezoek aan de gedenktekens voor de slachtoffers van de rellen van 2009, die in het vonnis “rebellen” werden genoemd. Daarnaast was er sprake van een film die Omid Alishenas onderschreven heeft en waarin de aandacht wordt gevestigd op het feit dat op het feit dat leerlingen van de religieuze Bahá’í minderheid het recht op hoger onderwijs wordt ontzegd. In september 2016 verminderde afdeling 36 van het Hof van Beroep van Teheran de opgelegde straf van Omid Alishenas tot zeven jaar.

Simin Eyvazzadeh, de moeder van Omid Alishenas, protesteert in Teheran samen met mensenrechtenactivisten voor de vrijlating van haar zoon en andere politieke gevangenen.

Het proces van Omid Alishenas in maart 2015 was onmiskenbaar oneerlijk: hij mocht zijn advocaat slechts ongeveer een half uur zien voor het begin van zijn proces. Dit is een grove schending van zijn recht op voldoende tijdsruimte en adequate voorzieningen om zijn verdediging voor te bereiden is. Zijn proces duurde slechts ongeveer 45 minuten en viel samen met de behandeling van drie andere activisten, waarbij het de verdachten niet was toegestaan ​​om gelijktijdig in de rechtszaal aanwezig te zijn om de tegen hen gezamenlijk naar voren gebrachte beschuldigingen te horen.