Mensenrechtengroepen, Iran-experts en verbannen Iraniërs roepen de Internationale Gemeenschap op tot actie voor het verbeteren van de mensenrechten in Iran. De executies in Iran moeten worden gestopt. Er moet een eind komen aan de straffeloosheid voor het schenden van mensenrechten door functionarissen van het regime in Teheran.

Naar aanleiding van de conferentie van de VN Mensenrechtenraad hebben mensenrechtengroepen, Iran-experts en verbannen Iraniërs midden september in Genève met conferenties en demonstraties aandacht gevraagd voor de rampzalige toestand waarin de mensenrechten in Iran verkeren. Het regime in Teheran minachtte en schond de mensenrechten systematisch en kan daarmee geen betrouwbare partner van de Internationale Gemeenschap zijn.

De voorvechters van de mensenrechten maakten melding van de voortdurende massa-executies in Iran. Sinds januari 2017 zouden door het regime in Teheran minstens 450 mensen zijn geëxecuteerd. Sinds de ambtsaanvaarding van de president van het regime, zouden meer dan 3000 doodvonnissen in Iran zij voltrokken. Het aantal van in het geheim uitgevoerde executies is vermoedelijk nog aanmerkelijk groter. Voor duizenden gevangenen in Iran dreigt terechtstelling, waaronder politieke gevangenen en leden van minderheden. In Genève riepen zij de Internationale Gemeenschap op actie te nemen om de terechtstellingen in Iran te stoppen.

De manifestaties in Genève richten de aandacht op het feit dat onder de slachtoffers van de executies in Iran talrijke jonge mensen waren, die ten tijde van de feiten waarvan zij worden beschuldigd nog minderjarig waren. De Islamitische wetten van het regime in Teheran staan toe, dat zelfs een negenjarig meisje en een 15-jarige jongen ter dood werden veroordeeld. Dat is een duidelijke schending van het Volkenrecht, dat de executie van minderjarigen verbiedt.

Asma Jahangir, de Bijzonder Rapporteur van de Verenigde Naties voor de mensenrechten in Iran, verklaarde daarover in augustus: “De regering in Iran moet onmiddellijk en onvoorwaardelijk stoppen met het ter door veroordelen van kinderen. Zij moet bovendien alle tegen kinderen uitgesproken doodvonnissen intrekken, wat duidelijk blijkt uit de internationale verplichtingen.”

Onder de medewerkers in Genève waren: Rama Yade, voormalig Staatssecretaris voor Mensenrechten van het Franse Ministerie van Buitenlandse Zaken en Tahar Boumedra, voormalig Speciaal Gezant voor de Mensenrechten van de VN hulpmissie in Irak (UNAMI).

In Genève herinnerden mensenrechten-experts eraan, dat het regime in Iran sinds de machtsovername duizenden mensen heeft geëxecuteerd. Ze eisten dat er een einde komt aan de straffeloosheid voor de mensenrechtenschendingen en massa-executies door functionarissen van het regime. Ze wezen erop dat de massamoord in gevangenissen in 1988 in Iran nog steeds niet opgehelderd en vervolgd is. Talloze documenten bewijzen, dat veel hooggeplaatste functionarissen van het huidige regime, de regering,  en ook van Justitie en de Geheime Dienst in Iran, direct bij de massamoord waren betrokken.

De massa-executies van 1988 behoren tot de zwaarste mensenrechtenschendingen van het Iraanse regime. In de nazomer en herfst van 1988 werden en de gevangenissen van Iran dagelijks massa-executies van politieke gevangenen voltrokken. Volgens schattingen waren tot 30.000 mensen slachtoffer van deze door de staat georganiseerde massamoord.

Onder de deelnemers in Genève: Kirsty Brimelow, vooraanstaand mensenrechtenadvocaat en voorzitter van het Mensenrechten Comité van de Vereniging van Advocaten van Engeland en Wales, en Alejo Vidal-Quadras, voormalig vicevoorzitter van het Europees Parlement en Iran-expert.

Kirsty Brimelow: “In de zomer van 1988 werden in Iran binnen twee weken 8.000 mensen terechtgesteld. De verdachte daders zijn aanwijsbaar en kunnen verantwoordelijk worden gesteld, en het is van grote betekenis, de de gerechtelijke procedures gestart worden, zodat aan de doden en hun families gerechtigheid geboden wordt. Alle landen zijn ervoor verantwoordelijk, dat een onderzoek wordt ingesteld en dat de daders voor het gerecht worden gesleept. Anders zullen wij toe moeten zien, hoe de gruweldaden uit het verleden de tegenwoordige tijd verder vergiftigen.”

In Genève werd de VN opgeroepen een internationale onderzoekscommissie te vormen, die de massamoord in gevangenissen in 1988 volledig zal ophelderen. De massamoord moet officieel als misdaad tegen de menselijkheid worden erkend, zodat de daders en verantwoordelijken naar internationaal recht strafrechtelijk ter verantwoording worden geroepen. De straffeloosheid tot nu toe heeft ertoe geleid, dat de mensenrechtenschendingen en terechtstellingen in Iran tot op heden een instrument van staatsterreur tegen de bevolking zijn.