1 november 2017-Nadat hij 18 maanden onrechtmatig vast had gezeten, werd de internationaal bekende Iraanse wetenschapper Ahmadreza Djalali in Teheran ter dood veroordeeld. Hij karakteriseert de veroordeling als vergeldingsmaatregel, omdat hij geweigerd had voor de Iraanse Geheime Dienst te spioneren.

De Iraanse arts en docent dr. Ahmadreza Djalali, die sinds eind april 2016 onrechtmatig in de Evin gevangenis in Teheran wordt vastgehouden, werd in oktober door een Revolutionaire Rechtbank ter door veroordeeld. Het Openbaar Ministerie van het regime in Teheran  beweert, zonder daarvoor bewijs te overleggen, dat Ahmadreza Djalali voor Israël gespioneerd zou hebben.

Ahmadreza Djalali met zijn echtgenote Vida Mehrannia en zijn beide kinderen voor de arrestatie.

De veroordeling gaf aanleiding tot talrijke internationale protesten. De regering van Zweden, waar Ahmadreza Djalali en zijn gezin al jaren wonen, en de regering van Italië, waar de Iraanse wetenschapper aan de universiteit doceerde, beloofden zich voor het intrekken van de doodstraf te zullen inzetten.

Amnesty International protesteerde scherp tegen de uitspraak en eiste de onmiddellijke vrijlating van Ahmadreza Djalali. In een spoedactie karakteriseerde Amnesty de procedure tegen de arts als uiterst onrechtvaardig. De veroordeling zou gebaseerd zijn op gedwongen ‘bekentenissen’. Zoals Ahmadreza Djalali zelf verklaarde, werd hij tijdens zijn eenzame opsluiting door marteling en dreigementen gedwongen, voor een draaiende camera voorgedrukte bekentenissen voor te lezen, die voor hemzelf belastend waren. Hem zou onder andere gedreigd zijn dat zijn kinderen iets aangedaan zou kunnen worden, als hij de valse bekentenissen niet ondertekende.

In Zweden protesteren parlementsleden en mensenrechtenactivisten tegen de ter dood veroordeling.

Ahmadreza Djalali wijst de beschuldiging van spionage nadrukkelijk af. Hij zou geconstrueerd zijn om hem te bestraffen. De werkelijke reden voor zijn veroordeling zou zijn, dat het geweigerd heeft voor de Iraanse Geheime Dienst te spioneren. In een brief onthulde de medicus kort geleden, dat hij in 2014 door de Geheime Dienst van het regime in Teheran onder druk wordt gezet, hen geheime informatie uit EU landen te sturen, waaronder inlichtingen over beschermingsmaatregelen van deze landen tegen terreuraanslagen, aanvallen met massavernietigingswapens en onderzoeksprojecten betreffende terrorisme en crisissituaties.

Ahmadreza Djalali meldt dat hij deze verzoeken categorisch heeft afgewezen en heeft onderstreept dat hij een wetenschapper en geen spion is. De latere arrestatie en veroordeling zouden vergeldingsmaatregelen zijn van de Iraanse Geheime Dienst.

Mensenrechtenactivisten wijzen erop, dat er overeenkomsten zijn met andere wetenschappers met contacten met westerse universiteiten, die na geconstrueerde beschuldigingen tot vrijheidsstraffen werden veroordeeld, omdat ze niet bereid waren met de Iraanse Geheime Dienst samen te werken. Zo zat de natuurkundige Omit Kakabee vijf jaar vast in Iran, omdat hij niet bereid was mee te werken aan het nucleaire bewapeningsprogramma van het regime in Teheran. De econoom Hamid Babaei werd in Iran tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij weigerde zijn collega’s in België te bespioneren.

Voor meer informatie klik hier

De Vrije Universiteit in Brussel, waar Ahmadreza Djalali gastdocent was, roept op tot protesten tegen de ter dood veroordeling.

De 45-jarige Ahmadreza Djalali is expert op het gebied van spoedeisende medische hulp bij rampen en heeft aan Europese universiteiten gedoceerd. Hij heeft zowel aan het Zweeds Karolinska-instituut als aan universiteiten in Italië en België gewerkt.

In april reisde de wetenschapper op uitnodiging van de universiteit van Teheran naar de Universiteit Shiraz in Iran, om aan workshops over rampengeneeskunde deel te nemen. Op 25 april 2016 werd hij in de buurt van Teheran aangehouden. Hij werd daarna zeven maanden vastgehouden in afdeling 209 van de Evin gevangenis van de Geheime Dienst in Teheran, waarvan drie in eenzame opsluiting. Ondanks herhaalde verzoeken mocht hij zeven maanden lang geen bezoek van zijn advocaat ontvangen.

Eind januari hoorde Ahmadreza Djalali, dat hij werd aangeklaagd voor ‘Spionage voor vijandige staten’ en dat de doodstraf voor hem dreigde. De gezondheidstoestand van Ahmadreza Djalali is in de gevangenis ernstig verslechterd en wordt bovendien beschadigd door de hongerstaking waarmee hij tegen zijn onrechtmatige detentie protesteert. Mensenrechtenactivisten wijzen erop, dat het Iraanse regime zijn gevangenschap als drukmiddel gebruikt, zoals bij meerdere gevangenen met een dubbel staatsburgerschap het geval is.