Op 1 februari 2018 werden tijdens een zitting van International Civil Society in Genève getuigen en juridische deskundigen gehoord en werd een aanklacht geformuleerd aangaande de massale executies van politieke gevangenen in Iran in 1988. Het was de eerste zitting van ngo’s in Genève aangaande een dergelijke zaak, en de VN werd opgeroepen onmiddellijk actie te ondernemen inzake de huidige golf van massale arrestaties en moorden in Iraanse gevangenissen na de recente protesten tegen de regering.

International Civil Society en ngo’s verzochten de Hoge Commissaris voor Mensenrechten van de Verenigde Naties met klem een commissie in te stellen om onderzoek te doen naar de maandenlange grootschalige moordpartijen in 1988. In die tijd executeerde de Islamitische Republiek Iran naar schatting 30.000 politieke gevangenen, voor het merendeel activisten van de belangrijkste Iraanse verzetsorganisatie.Tijdens de zitting in Genève benadrukten voormalige VN-rechters, vooraanstaande mensenrechtenfunctionarissen, mensenrechtenexperts en advocaten dat zo’n onderzoek, dat eigenlijk al veel eerder had moeten plaatsvinden, met name nu van het hoogste belang is vanwege de arrestatie rond de jaarwisseling van duizenden vreedzaam tegen de regering betogende demonstranten, waarna tal van in hechtenis zittende demonstranten overleden.


 

 

 

 

 

 

Twee weken van landelijke protestdemonstraties, die begonnen op 28 december 2017, schokten het Iraanse regime. Duizenden Iraniërs zijn opgepakt en meer dan vijftig van hen zijn om het leven gekomen, van wie ten minste 11 als gevolg van martelingen. Velen dreigen hetzelfde lot te ondergaan.

Sima Mirzaei, 01/02/2018. Op 1 februari 2018 werd in de Geneva Press Club een zitting van Civil Society gehouden waarop getuigen en juridische deskundigen werden gehoord en een aanklacht werd geformuleerd ten aanzien van de massale executies van politieke gevangenen in Iran in 1988. Sima Mirzaei behoorde tot de vijftien getuigen die in het eerste deel van deze zitting een getuigenis aflegden.

Farzaneh Majidi, Genève, Zwitserland, 01/02/2018 – Op 1 februari 2018, bij de persclub van Genève, hoorde een genootschap van het maatschappelijk middenveld in Genève getuigen en juridische experts en bood een uitspraak over de slachting van politieke gevangenen in Iran in 1988. Het getuigenis van vijftien getuigen: Farzaneh Majidi (familielid van 2 slachtoffers)

Kirsty Brimelow QC, Genève, Zwitserland, 01/02/2018. Op 1 februari 2018 werden tijdens een zitting in de Geneva Press Club getuigen en juridische deskundigen gehoord en werd een aanklacht geformuleerd ten aanzien van de massale executies van politieke gevangenen in Iran in 1988.

De aanklacht werd uitgesproken door de vooraanstaande Britse advocaat Kirsty Brimelow QC. Ze presenteerde overvloedig bewijsmateriaal en stelde vast dat de massale executies in 1988 een misdaad tegen de menselijkheid vormden en wees daarbij op de huidige situatie in Iran.

De Verenigde Naties (V.N.) worden vaak bekritiseerd voor het niet snel reageren op dan wel het snel ingrijpen in het redden van slachtoffers van grove schendingen van mensenrechten. Dit is een waarneming die ik deed toen ik hoofd was van het V.N. Mensenrechten Kantoor in Irak.

 

 

Deze week zal ik een zitting van het burgerlijk hof in Genève bijwonen met het doel om de 1988 massamoord van politieke gevangenen in Iran te onderzoeken, wat ook al een geval is waarvoor de wereldgemeenschap niet tijdig in actie kwam.

Bijna 30 jaar na de massamoord van zo’n 30.000 politieke gevangenen houden een groep van NGO’s een burgerlijke zitting om deze gruweldaad voor het eerst te onderzoeken, direct naast het V.N. hoofdkwartier  in Genève. Overlevers van de massamoord, familieleden van de slachtoffers en mensenrechten  experts zullen getuigenis afleggen  en de weg voorwaarts overdenken.

Deze zitting kan niet meer tijdig zijn, gegeven het gevaarlijke lot dat de duizenden Iraniërs wacht die willekeurig zijn aangehouden sinds eind december 2017, toen de protesten in heel het land begonnen tegen de theocratische dictatuur. Tot dusver zijn 10 protesterenden naar verluidt onder marteling gedood in de gevangenis, hoewel het regiem het ontkent en beweert dat het om zelfmoord gaat in de gevangenissen van het land.

L’ONU doit agir maintenant pour mettre fin à l’impunité en Iran

Tahar Boumedra*   31.01.2018

31.01.2018-Quand j’étais sur le terrain en tant que chef du Bureau des droits de l’homme au sein de la Mission de l’ONU en Irak, j’ai constaté que, l’ONU, agissait, toujours trop tard pour les victimes des violations des droits de l’homme.

Cette semaine je vais assister à une audition à Genève sur le massacre de 30 000 prisonniers politiques en Iran en 1988, un autre cas où cette instance mondiale des nations n’a pas agi en temps opportun.

Près de 30 ans après, un groupe d’ONG organisent, une audition de la société civile pour enquêter sur ce massacre, à Genève. Des survivants du massacre, des proches des victimes et des experts y seront présents pour témoigner et réfléchir sur la voie à suivre.

Aujourd’hui encore, le sort peut frapper des milliers d’Iraniens arbitrairement arrêtés lors des manifestations qui ont ébranlé le pays depuis la fin décembre. Dix jeunes manifestants sont déjà morts en détention. Le régime réputé pour la « liquidation » secrète de ses opposants en prison, prétend qu’ils se sont “suicidés”!

En 1988, Khomeiny, le Guide suprême de la République islamique, avait émis une fatwa pour que tous les prisonniers qui restaient fermes dans leur soutien à l’Organisation des moudjahidine du peuple d’Iran (OMPI) soient “condamnés à mort.” Des “commissions de la mort,” se sont mises alors en œuvre.

La Rapporteuse spéciale des Nations Unies pour la situation des droits de l’homme en Iran, Asma Jahangir, a indiqué en août dernier que l’actuel ministre de la Justice et d’autres hauts responsables du régime actuellement en fonction, faisaient partie de ces « commissions ».

En 2017, à la demande des familles endeuillées, j’ai codirigé deux rapports, publiés par la Justice pour les victimes du massacre de 1988 en Iran (JVMI).

Mais les appels au pouvoir iranien par des ONG et des rapporteurs spéciaux des Nations Unies pour enquêter sur cette tuerie, sont restés lettres mortes. L’audition de cette semaine à Genève est un exercice de société civile appelant à ce que les auteurs de ce crime rendent des comptes et justice soit rendue pour les victimes et leurs familles.

La manière impitoyable et l’extrême violence avec laquelle les autorités iraniennes ont réagi récemment face aux manifestants pacifiques montre que l’impunité a enhardi le régime des mollahs dans la répression. Les auteurs des crimes graves précédents ne doivent pas être autorisés à se lancer dans une nouvelle purge systématique. La communauté internationale doit envoyer un message ferme aux autorités iraniennes.

Porte des réponses opportunes aux tragédies imminentes demeure un défi sérieux. Si l’ONU veut empêcher un autre massacre des Iraniens innocents dont le seul crime est d’avoir revendiqué leurs droits fondamentaux, alors il est temps d’agir. Le Haut-Commissaire, Zeid Ra’ad Al Hussein devrait saisir cet instant, et tous les États membres des Nations Unies doivent lui apporter leur appui pour la création d’une commission pour enquêter sur le massacre de 1988. (TDG)

Créé: 31.01.2018, 11h16. Bron