3 juli 2018 Het  regime in Teheran blijft volharden in het gebruik van de doodstraf tegen minderjarigen, in strijd met de wereldwijd geldende mensenrechtenwetgeving. In geen enkel land ter

wereld werden in de voorbije jaren zoveel minderjarigen geëxecuteerd als in Iran.

De 19-jarige Abolfaz Chezani Sharahi (foto) werd op 27 juni in de gevangenis van de centraal Iraanse stad Ghom geëxecuteerd. Volgens opgave van Amnesty International werd Abolfaz Chezani Sharahi op 16 januari 1999 geboren. Hij werd op 17 september 2014 ter dood veroordeeld, nadat een rechtbank in de stad Ghom hem schuldig had bevonden aan een levensdelict. Op het moment van de tenlastelegging was hij 14 jaar.

Met deze executie van Abolfaz Chezani Sharahi heeft het regime in Teheran wederom de wereldwijd geldende mensenrechtenwetgeving verworpen. Zowel de VN-conventie over de rechten van het kind als ook het Internationaal Pact over burgerlijke en politieke rechten, die allebei door Iran zijn geratificeerd, verbieden zonder uitzondering en streng het gebruik van de doodstraf tegen personen die tijdens het begaan van de aan hen verweten daad nog geen 18 jaar oud waren.

Toch blijft het regime weer volharden in het ophangen als doodstraf tegen minderjarigen, die na de veroordeling in de Iraanse dodencellen worden vastgehouden totdat zij meerderjarig zijn geworden en de executie uitgevoerd wordt. In geen land ter wereld werden in de afgelopen jaren zoveel minderjarigen geëxecuteerd als in Iran.

De executie van Abolfazl Chezani Sharahi werd internationaal veroordeeld, onder meer door de Europese Unie ( ) en de VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Zeid Ra’ad al Hussein (foto).
Zeid uitte op 28 juni zijn verstoordheid over de executie en eiste van het Iraanse regime dat ze stoppen met de executie van minderjarigen en jong volwassenen die voor strafbare feiten, die zij begaan hebben voordat ze 18 jaar waren, ter dood veroordeeld worden. Voor sommige van de 85 jongeren in Iraanse dodencellen dreigt onmiddellijke executie, aldus de VN Hoge Commissaris. Hij benadrukte dat de executie van jonge daders volgens het volkerenrecht duidelijk verboden is, onafhankelijk van de omstandigheden en de aard van de strafbare daad.