8 april 2019 – Door internationale protesten en door de inzet van de verdedigers van mensenrechten werd de invrijheidstelling van de Iraanse jurist Mohammad Najafi bewerkstelligd. We bedanken u allen hartelijk voor uw steun!
Door volhardend mensenrechtenwerk gelukt het ook in Iran steeds weer om de vrijlating van onrechtmatig opgesloten gevangenen te bewerkstelligen. Op 28 maart werd de bij mensenrechten zaken betrokken advocaat Mohammad Najafi (foto) uit de gevangenis van de stad Arak in Centraal-Iran vrijgelaten. Voor deze advocaat hadden zich in Iran en wereldwijd talloze mensenrechten¬groeperingen en advocatenverenigingen ingezet.
Mohammad Najafi is de raadsman van families van gedode demonstranten en hij zet zich in om doodsoorzaken en mishandeling in de Iraanse gevangenissen op te helderen. Hij zat sinds het eind van oktober 2018 gevangen in de stad Arak.
De advocaat werd al in januari 2018 gearresteerd, omdat hij de twijfelachtige dood van een demonstrant onderzocht en de bewering van de vertegenwoordigers van het departement van Justitie van het regime, dat de arrestant zich zelf het leven had benomen, in twijfel trok. De demonstrant,
waarom het hier gaat, was de 22-jarige Vahid Heydari, hij stierf begin januari in een politiebureau

Mohammad Najafi met de moeder van de in september 2018 terechtgestelde politieke gevangene Ramin Hossein Panahi & Sattar Beheshti
in de stad Arak, nadat hij op 31 december bij protesten was gearresteerd. Familieleden vermelden dat zij bij de dode zware beschadigingen aan zijn hoofd hadden gezien, voor hij werd begraven. De familieleden werd onder bedreiging verboden om met de media te spreken. Autopsie werd niet toegestaan.
Mohammad Najafi werd in april 2018, na drie maanden detentie, tegen borgtocht voorlopig vrijgelaten. Tegelijkertijd werd hij door Justitie wegens “het in gevaar brengen van de nationale veiligheid” aangeklaagd.
Eind juli 2018 werd Mohammad Najafi vanwege zijn onderzoek naar de dood van de demonstrant tot drie jaar gevangenis en 74 zweepslagen veroordeeld . Zweepslagen behoren tot de wrede, onmenselijke en onwaardige straffen, die volgens het volkenrecht verboden zijn. Ze zijn in strijd met het absolute internationale verbod op marteling en andere mishandelingen.
Na zijn arrestatie in oktober 2018 werd de mensenrechtenadvocaat opnieuw voor het gerecht gebracht en veroordeeld. Eind november werd Mohammad Najafi door een revolutionair gerechtshof in Arak tot nog eens 13 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De rechters beschuldigden hem van het verstrekken van informatie aan buitenlandse media over de mensenrechten¬schendingen in Iran en aan medewerking aan de burgerprotesten tegen de dictatuur.
Op 22 januari 2019 werd Mohammad Najafi door een gerechtshof in de stad Shazand (in de provincie Markazi, in Centraal-Iran) dan nog eens veroordeeld tot een straf van twee jaar, omdat hij zich via internet kritisch had uitgelaten over de politiek van het regime.
Mohammad Najafi (op de foto met familieleden onmiddellijk na zijn vrijlating) heeft allen, die zich voor hem hebben ingezet, hartelijk bedankt. .
Met een internationale protestcampagne hebben mensenrechtengroeperingen zich nadrukkelijk ingezet voor de vrijlating van Mohammad Najafi, omdat hij, alleen maar omdat hij zijn beroep uitoefende en zich committeerde aan de mensenrechten, werd gearresteerd. De campagne wordt voortgezet om de onmiddellijke en on voorwaardelijke invrijheidstelling van andere advocaten te voor elkaar te krijgen.
Volgens wereldwijd geldende basisprincipes van de VN hebben raadslieden het recht hun werk te doen zonder bevreesd te zijn voor beperkingen, vervolging of inmenging van en door de staat. Bovendien is hen principieel het recht op vrije meningsuiting toegekend, zoals in art. 19 van het internationale verdrag over het burger- en politieke recht wordt vermeld. Daarbij behoort ook het recht zich in bij openbare gelegenheden te uiten over aangelegenheden van het recht en de mensenrechten.