11 juni 2021 Grote delen van de Iraanse civiele samenleving hebben opgeroepen tot een verkiezingsboycot. Het regime reageert op de ontevredenheid van de burgers met repressie, waaronder toenemende executies. Het onrechtvaardige rechtssysteem in Iran vaardigt dagelijks nieuwe doodvonnissen uit.

In de aanloop naar de Iraanse verkiezingen blijven de repressieve maatregelen van het regime om de bevolking te intimideren toenemen. Op 18 juni zal Iran een nieuwe president kiezen. Alleen mensen die door de leiding van het regime zijn goedgekeurd, mogen zich kandidaat stellen. De verkiezingen worden door Iraanse deskundigen als onwettig omschreven, omdat zij noch vrij noch eerlijk zullen verlopen en, zoals eerdere verkiezingen, gemanipuleerd zullen worden zodat de voorkeurskandidaat van de leider van het regime het presidentschap overneemt.

Dit is Ebrahim Raissi, die momenteel aan het hoofd staat van de rechterlijke macht van het regime. Mensenrechtenactivisten hebben aangetoond dat Raissi zich de afgelopen decennia schuldig heeft gemaakt aan ernstige schendingen van de mensenrechten en betrokken is geweest bij massa-executies van politieke gevangenen.

Grote delen van de Iraanse civiele samenleving hebben opgeroepen tot een verkiezingsboycot. Het regime reageert op de ontevredenheid van de burgers met repressie, waaronder een nieuwe golf van executies. Alleen al in de tweede helft van mei werden 21 executies bekend, en het aantal niet gerapporteerde gevallen zal nog veel hoger liggen.

Onder de executieslachtoffers zijn twee vrouwen. De 41-jarige Kobra Fatemi werd op 23 mei geëxecuteerd in de gevangenis van de Centraal-Iraanse stad Jazd. Gevangene Shamsi Pirostovan behoorde tot de executieslachtoffers in de Noord-Iraanse stad Ghazwin op 30 mei.

Sinds het begin van dit jaar zijn in Iran ten minste zes vrouwen geëxecuteerd. In een wereldwijde vergelijking vinden de meeste executies van vrouwen plaats in Iran. Geen enkel ander land heeft in de afgelopen tien jaar zoveel vrouwen geëxecuteerd als Iran.

Fototentoonstelling: Iraanse ballingen veroordelen de voortdurende mensenrechtenschendingen van het Iraanse regime – Washington, DC 4 september 2020

Ook het aantal executies van leden van etnische minderheden is de afgelopen weken toegenomen. Alleen al in de gevangenis van de Oost-Iraanse stad Birjand zijn sinds eind april ten minste acht gevangenen van de Beloetsji-minderheid terechtgesteld.

De Beloetsji-minderheid leeft hoofdzakelijk in de zuidoostelijke Iraanse provincie Sistan-Beloetsjistan, die wordt beschouwd als het armenhuis van het land. De Beloetsji worden door het regime in Teheran gediscrimineerd en onderdrukt op grond van hun etniciteit en hun soennitische geloof. Mensen die opkomen voor de rechten van deze bevolkingsgroep worden onder zwakke voorwendselen gevangen gezet en tot zware straffen veroordeeld.

Reeds in februari 2021 hebben verscheidene mensenrechtendeskundigen van de Verenigde Naties hun bezorgdheid geuit over de toename van het aantal executies van leden van de Beloetsji-minderheid in Iran en opgeroepen tot opheffing van de doodvonnissen. Volgens de deskundigen dreigen alleen al in de gevangenis van Zahedan nog eens 124 gevangenen te worden terechtgesteld.

Schaf de doodstraf af!

Volgens het jaarverslag van Amnesty International over de wereldwijde toepassing van de doodstraf, dat in april 2021 is gepubliceerd, was het regime in Teheran verantwoordelijk voor de meeste executies die in 2020 wereldwijd zijn geregistreerd.

Mensenrechtenactivisten roepen op tot een onmiddellijke stopzetting van de executies en de afschaffing van de doodstraf in Iran. Het onrechtvaardige rechtssysteem in Iran, dat als een instrument van repressie fungeert, deelt elke dag nieuwe doodvonnissen uit. Duizenden gevangenen in het land dreigen te worden terechtgesteld, waaronder politieke gevangenen.

De gerechtelijke procedures in Iran voldoen nooit aan de internationale rechtsnormen. In Iran worden veel mensen geëxecuteerd voor daden die volgens het internationale recht helemaal geen misdrijf vormen en waarop onder geen beding de doodstraf zou mogen staan. Vaak zijn doodvonnissen gebaseerd op “bekentenissen” die door foltering zijn afgedwongen.