4 oktober 2010 – Verschillende dissidente en met mensenrechten begane bloggers en journalisten zijn in Iran veroordeeld tot lange gevangenisstraffen omdat zij gebruik hebben gemaakt van hun recht op vrijheid van meningsuiting.

De Iraanse willekeur-justitie heeft de afgelopen dagen verscheidene bloggers en journalisten veroordeeld tot langdurige gevangenisstraf – alweer een zet om dissidenten en mensenrechtenactivisten in Iran monddood te maken.
Op 28 september werd de blogger Hossein Derakhshan veroordeeld tot 19,5 jaar celstraf. Dit vonnis werd geveld wegens “samenwerking met vijandige landen, verspreiding van propaganda, het steunen van contra-revolutionaire groeperingen en het beledigen van de religie.” Volgens de uitspraak van de Revolutionaire Rechtbank van Teheran mag de Internetdissident zich tevens vijf jaar lang niet bezighouden met politiek of journalistiek. Hossein Derakhshan, die ook Canadees staatsburger is, kwam op 1 november 2008 na een verblijf van acht jaar in Canada terug naar Iran. Bij zijn aankomst werd hij gearresteerd en hij zit sindsdien gevangen in de Evin-gevangenis van Teheran.
Reporters zonder Grenzen (RSF) sprak zijn afschuw over de uitzonderlijk hoge straf: “Nooit eerder is in Iran zo’n lange gevangenisstraf tegen een blogger geëist. Dit vonnis dient om andere online journalisten en activisten af te schrikken” aldus Reporters zonder Grenzen. De organisatie, die campagnes houdt voor de persvrijheid, heeft een beroep gedaan op de Canadese regering en de internationale gemeenschap om zich krachtdadig in te zetten voor het opheffen van het vonnis.
De schrijversorganisatie PEN International heeft het vonnis tegen de cyber-dissident scherp veroordeeld. “Deze schandalige veroordeling van een schrijver wegens het uiten en overbrengen van zijn ideeën is zeer onrechtvaardig,” zei PEN voorzitter John Ralston Saul over de zaak Derakhshan. “Dit is een nieuwe vorm van totalitair beleid.”
Ondertussen werd de met mensenrechten geëngageerde journalist Emad Baghi veroordeeld tot zes jaar gevangenis omdat hij had een interview had gehad met een dissidente geestelijke, dat door de BBC is uitgezonden. Emad Baghi is voorzitter van de intussen verboden organisatie tot verdediging van de rechten van gevangenen. Hij werd in juni 2010 na zes maanden in de gevangenis voorlopig op borgtocht vrijgelaten. Op 22 september vernam hij zijn veroordeling wegens “propaganda tegen de regering” en “vergaderen en samenzweren met als doel het ondermijnen van de nationale veiligheid.”
Op 18 september veroordeelde een rechtbank de internet journaliste en mensenrechtenactiviste Shiva Nazar Ahari wegens “subversieve activiteiten” tot zes jaar gevangenis. Ze zat vast sinds december 2009. Op 12 september werd Shiva Nazar Ahari na een internationale protestactie voorlopig vrijgelaten uit de gevangenis. Tegen het vonnis is beroep aangetekend. Mensenrechtenorganisaties blijven actie voeren voor Shiva Nazar Ahari om ervoor te zorgen dat alle aanklachten tegen haar worden ingetrokken.
Inzake de vervolging van journalisten en internet-activisten in Iran verklaarde de organisatie Reporters zonder Grenzen op 24 september 2010:
Reporters zonder Grenzen veroordeelt de ernstige schendingen van de mensenrechten van journalisten en internet-activisten, vooral door de Revolutionaire Garde: Sinds zij in maart 2009 een “centrum voor toezicht op de georganiseerde misdaad” hebben opgericht, spelen zij een centrale rol in de arrestatie van kritische mediamakers en de controle van internet.
Een commandant van de Garde bevestigde op 20 mei van dit jaar het oprichten van een “cyber-leger” om actie te ondernemen tegen “destructieve” online netwerken. Het leger is verantwoordelijk voor de arrestatie van honderden Internetgebruikers en bloggers en zit achter aanvallen op websites als “Twitter” en “Radio Zamaneh”.
Bovendien is de Revolutionaire Garde mede verantwoordelijk voor foltering en andere schendingen van de mensenrechten in de Iraanse gevangenissen. Door maandenlange eenzame opsluiting en mishandeling wil het regime de gevangenen tot bekentenissen dwingen, die later bij hun rechtszaak gebruikt worden.